Een fortuin

KodW (141)

Kaart Postcrossing

Bij een laag toerental maakte mijn auto een knarsend en ratelend geluid. Alsof je met je nagels over een schoolbord ging, maar dan harder. Leverde veel bekijks op in dorp. Gaf ik op provinciale weg gas op plank, hoorde je haar niet.
Man reed rondje door buurt. ‘Ik hoor niks.’
Roos stapte in, en zei toen ze terugkwam: ‘Nou Pati, laat je gehoor maar nakijken. Niet normaal. Iedereen keek om. Bij elk dotje gas dat je geeft, krijst die auto het uit.’
Man zei praktisch: ‘Over maand is APK.’
Riep ontsteld: ‘Straks valt mijn auto onder het rijden uit elkaar!’
Joris lachte zo hard, moest zich staande houden aan deurpost om niet om te vallen.

At en sliep vorige eeuw regelmatig bij collega/vriendin in Rotterdam. Zij 30, ik 25.
Keek naar haar tweepersoonsbed.
Ze schaterde: ‘Heb je nog nooit zwart satijnen beddengoed gezien?’
Stapten in bed. En maar kletsen. Zeiden uiteindelijk welterusten.
Peggy liet scheet.
Zei: ‘Snap wel waarom jij voor zwart hebt gekozen.’
Allebei slappe lach. Vertelden moppen. Weer welterusten. Stilte.
Vroeg – fluisterend – na kwartier: ‘Slaap jij al?’
‘Nee, natuurlijk niet. Hé Mir, weet jij of Arie (van de boekhouding, red.) een vrijgezelle broer heeft? Dan wil ik die een keer proberen.’
Proestte het uit.
Enthousiast: ‘Als ze Arie overplaatsen naar onze afdeling, hebben we ’s ochtends iets om naar uit te kijken!’
Kwam niet meer bij.
Waren klaarwakker. Eruit. Weer aan de drank.
Zei: ‘Straks zitten we lazarus op de zaak.’
Peg: ‘Aan jou merken ze het verschil niet. Jij doet altijd raar.’
‘Als jij niet weet wat je moet aantrekken, kan je altijd nog je dekbedhoes omslaan.’
‘Dat ding glijdt bij het opstaan steeds omlaag.’
‘Blijf je zitten. Jij bent toch te lui om koffie te halen.’
‘Ik ben wel je collega, hè?’
‘Alleen onder werktijd. Daarbuiten praat ik niet tegen je.’
Hingen gillend van lach tegen elkaar aan op de bank.
Terug naar bed. Omstreeks half vijf sliepen we. Werden vijf uur gewekt door aanhoudend getoeter van VW-busje.
‘Die buurman aan de overkant kan nooit uit zijn nest komen. Ik hang nog eens een ont-nieter aan zijn bovenlip.’ Geïrriteerd sprong Peggy uit bed. ‘Ik open het raam en scheld hem verrot.’
‘Niet doen! Denk aan je reputatie!’ riep ik. Daarna: ‘Ach, laat maar, het is al te laat.’
Twee uur later zaten we in de tram. Peg: ‘Knap dat die bestuurder rechtuit kan rijden, ik zou het niet kunnen.’
Liepen gearmd en licht zwalkend over straat naar Engelse bank aan Veerhaven.
Koffie drinken. Hadden tijdens werk bij overboeken van bedragen moeite met tellen van aantal nullen. Elke nieuwe telex werd met argwaan onthaald.
We hadden een fortuin maar beseften het niet.

Om mij plezier te doen vervroegde Joris APK. Geluid bleek storm in een plas water.
Monteur zei: ‘Fluitje van cent. Het lag aan het hitteschild. Dat lag los.’
Zei stralend tegen Joris: ‘Dacht dat alleen raketten hitteschild hadden maar nu blijk ik er ook mee rond te rijden.’
Man barstte van het lachen uit zijn voegen.
Overhandigde hem rekening en zei: ‘Jammer, hoor. Had willen zeggen: Ben je eeuwig dankbaar, maar vind bij nader inzien één keer thee zetten wel genoeg.’

Veerhaven – Rotterdam

Poepen op een bankje

Keek op de week (140)

Hart van Dien

Het behaagde Tante Post envelop van Dien te bezorgen. Zaten schoonheden van aquarellen in, zoals een haas. En ik houd zo van hazen! Alleen…alleen…ik was ontzéttend dom. Er zat een opgevouwen servet in met rondom touwtje en briefje gewikkeld: “Vouw me voorzichtig open.” Durf bijna niet te vertellen wat gebeurde. Maakte cadeautje héél voorzichtig open. Echt waar. Dacht dat het vlaggetjes waren. Eenmaal opgeslagen, was het ineens een servet. Had Diens kunstwerk geruïneerd. Tuurde hoe terug te vouwen in originele vorm. Kansloze missie.
Appte verontschuldigingen.
‘Weet je wel hoe ik daar op heb zitten zwoegen, hè?’ reageerde Dien.
‘Sorry, sorry. Wat moest het worden?’
‘Een hart.’ Dien appte foto (zie boven.)
Had ik mijn hersens gebruikt, had ik het kunnen weten, want net zoals Rietepietz Blogqueen is, is Dien Hartenvrouw.
Oh oh, hoe kon ik het goedmaken? Nou, Roos was thuis (-: Zij loerde op Pinterest, pakte servet. Ik een vel keukenpapier en aapte Kind na. Appte eindresultaat naar Dien.
Zijn nog vriendinnen.

Was in Hema op zoek naar soepkommen. Wit. Zonder tiere en zonder lantijnen. Vond ze voor 4,99 per stuk. Draaide kom om: made in China. Zette kom terug. Heb nieuw principe: zo min mogelijk uit China, want meest vervuilende land ter wereld. Man lacht zich gans kapot. Ikea. Leve Ikea! Daar verkopen ze witte degelijke kommen. Riep triomfantelijk naar Man: ‘1,99 per stuk, made in Sweden!’ Does it spark joy? Yes, yes, yes!

Tot voor kort hadden wij een beeldbuis: tv met daarachter bult van minstens 50 cm diep. ‘Die heeft niemand meer,’ sprak Man zuchtend.
Ik was daar trots op.
Joris bestelde grootbeeldscherm met soundbar en kreeg daarbij twee afstandsbedieningen.
Door onvoorstelbare samenloop van omstandigheden stopte na enkele weken de soundbar. Ergo: tv produceerde ook geen geluid.
Joris drukte op diverse knoppen, startte wifi opnieuw, hanneste met verlengsnoeren en prutste aan kabels.
Nul resultaat.
‘Vroeger,’ wreef ik erin, ‘hadden we een tv, je drukte op een knop en alles deed het.’
Joris bromde onverstaanbare lettergrepen.
‘Heb je de stekker al eens uit en weer in het stopcontact gedaan?’ vroeg ik. Tot zover rijkt mijn apparatenkennis.
Man zuchtte en rukte geïrriteerd stekker er uit.
Dat was dat. Want daarna deed hij stekker er weer in en knalde geluid uit soundbar.
Voor nog meer tips van huishoudelijke aard: volg deze blog.

Kwam thuis na fietstocht. Zweet gutste langs mijn wenkbrauwen na lange, warme zomerdag. Dacht na natste julimaand dat dergelijke dagen waren uitgestorven.
Trof Man aan bij voordeur. Zijn blik straalde mij tegemoet. Hij gaf bijna licht. Zo blij had ik hem in jaren niet gezien. Wat bofte ik toch!
Vreugde duurde kort. Wat bleek? Joris dacht huissleutels in broekzak te hebben gestopt, maar dat waren autosleutels. Hij stond net te overpeinzen wat te doen, doch er was slechts één optie: lijdzaam wachten. Stond amper vijf minuten te wachten.
Had ik nou maar extra lusje van 25 km gefietst.
Is grapje!

Waar gaat het naar toe in deze wereld als je hond niet eens meer mag poepen op een bankje?

Appeltje-eitje

Keek op de week (139)

Huis langs de Linge

Stopte in Bleksensgraaf om achteruit inparkerende vrachtwagen voorrang te verlenen.
Opzij stond bord met tekst: “Informatieavond belangstellende.” Zonder meervouds-n.
Geen avond voor doelgroep.
Staarde gefascineerd naar bord. Was iets met tekst.
Zowat een uur later – fietste in Hoornaar richting de Linge – floepte het ineens in mijn hoofd: bel-angst-ellende.

‘Ik ben tegen vloeken,’ zei man met streng gezicht en gereformeerde kleding. Hij presenteerde ongevraagd folder voor mijn aangezicht en liet die in mijn winkelmand in AH vallen.
Zie ik er uit als de oud-papierdoos?
‘Ik ben tegen discriminatie,’ zei ik beleefd, ‘met name binnen de kerk.’ Pakte folder en flikkerde gooide die in zijn karretje.
Ik heb óók zendingsdrang.

Uit de categorie: Don’t try this @ home.
Had van restjes groente soep gekookt. Warmde na twee dagen restant in soepkom op in magnetron. Na minuut: BAM! Klonk alsof magnetron op eigen houtje naar buiten wilde wandelen. Keek erin. Waar was helft van soep gebleven? Wel, die droop van alle wanden. Deur open. Broccoli, ui, champignons, peen, courgette, boontjes…alles droop naar beneden. Wat restte in kop was slechts bouillon. Echt genóten.

Roos – die samenwoont in verre Brabantia – appte dat ze naar huis kwam. Meestal zijn wij slechts B & B Huize Kakelbont maar ditmaal goed nieuws.
‘Ik breng toetje mee!’ appte ze. ‘Je lievelings.’
Danste door keuken vanwege hemelse toetje: zelfgemaakte hangop met uitgeperste aalbessensap.
‘Dirk vindt het sap smerig, want zuur,’ appte Kind.
Appte terug: ‘Geeft niks. Hebben wij meer!’

Man kwam thuis met gezicht als oorwurm. Schudde envelop leeg op eettafel met zakjes Earl grey thee, gevouwen vogels en een A4 vel vol vouwinstructies.
‘Ideetje van collega om het onderling contact te verbeteren,’ schamperde Joris. ‘En nou moet ik – zijn hand grabbelde tussen berg spullen op tafel en haalde vierkant blaadje tevoorschijn – van dít velletje, van…van… – nijdig opende hij la, pakte liniaal – en zei: ‘van 9 bij 9 cm een kráánvogel vouwen. Tijdens het nuttigen van een kop thee.’
Had instant medelijden met Man, maar als ik dat toonde mocht ik vogel vouwen.
‘Lekker relaxed toch? Ontspanning zal je goed doen. Wanneer moet het af?’ vroeg ik.
‘Zet. Es. Em. Ik ben de laatste. Niks relaxed! En iedereen moet noteren wat-ie ervan vond. ‘Hier.’ Man bladerde door notitieblokje. Frank schrijft: It took me four times. En hij zit regelmatig te kleien en vouwen met zijn kleindochter.’
‘Doe nou maar rustig,’ suste ik, ‘vanavond komt Roos naar huis, en ze blijft tot morgenavond na het eten.’
Plots scheen zon op Joris’ gelaat.
‘Ze neemt een toetje mee.’
Joris zweefde nu door kamer: alles kwam goed met nog iets lekkers toe.
Volgende ochtend was kraanvogel af.
‘Wat vond je van het vouwen?’ informeerde Man.
‘Piece of cake,’ vond Roos.
‘Dat heeft Maarten al geschreven.
‘Eitje,’ zei Roos.
‘Dat snappen die Engelsen niet!’
‘Littele apple, little egg,’ hielp ik Man.
Joris grijnsde, maakte aantekening en zei: ‘Vrouwen zijn soms best handig.’
Roos’ en mijn hand ploften plat op kraanvogel.
‘Het is mijn velletje!’ riep Joris.
‘Wie heeft het gevouwen?’ vroeg Roos liefjes. ‘En je hebt nog twee velletjes, dus twee kansen.’
Vol ongeloof keek Man van Kind naar mij, slikte, en zei: ‘Eh…ik…eh…heb zo veel gemak van jullie.’
Tilden onze handen op, Joris griste kraanvogel en envelop van tafel, rende woonkamer uit, en riep: ‘…wanneer jullie niet thuiszijn!’
Roos en ik riepen in koor: ‘Geen toetje!’

Hemels toetje

kRamperen in een hut

Keek op de week (138)

Vorig najaar gingen keuken en douche eruit. Wij ook. Bivakkeerden veertien dagen elders in stacaravan. Wat je noemt kRamperen. Zelfs Rosa wilde naar huis.
Noemden caravan hut. Hut had geen gordijn voor keukenraam. Joris had oude papieren waszak van hotel bewaard. Ik knipte zak open en propte die tussen raam en hor.
Vocht in hut droop van ramen en wanden wegens gebrek aan ventilatie. Omgekeerde emmer diende als nachtkast voor wekker. Koffietafel was zo laag, leek zitplaats voor dwergen. Hadden gespikkelde verlichting dankzij dode vliegen in plafonnieres. (Wellicht idee voor industrieel ontwerper?)
Internet lag er tijdelijk uit. Tijdelijk bleek rekbaar begrip van twee weken.
Had een dag onderzoeken in Erasmus MC. Keek er zowaar naar uit want: wifi.
Roos kwam middagje op bezoek. ‘Zou hier gillend gek worden,’ rilde ze.
Eindresultaat thuis is prachtig geworden!

Pakte telefoon uit mijn wielershirt, en wachtte tot open koets met bruidspaar door poort reed. Wilde foto van kasteelpoort van Haarzuilen maken.
‘U mot hier komme!’ hoorde ik vrouwenstem in plat Amsterdams roepen.
Hoorde voetstappen door grind dichterbij komen. Bleek vrouw het tegen mij te hebben.
Helaas, met zinnen in gebiedende wijs doe ik niets.
Vrouw riep: ‘Hé, hé, hé,’ en wilde haar geverfde vingernagel in zadel van mijn racefiets duwen. Was ze door ratten besnuffeld?
Wapperde met mijn hand dat ze moest opzouten. ‘Mevrouw, u mag alleen kijken, hoor.’
‘Wat issut for merruk?’ snerpte haar stem. Schichtig wees ze naar zadel.
Moeite met begrijpend lezen? Ah…daar kwam het.
’S e l l e I t a l I a. Wat betekent: L d y?’ vroeg ze.
Wilde zeggen: gentleman.
‘Hoe zit-ie?’ snerpte vrouw verder.
‘Ge-wel-dig.’
‘Dan moet ik die hebben,’ besloot ze.
Succes, dacht ik, daar zijn maar honderd soorten van. Zei uiteindelijk: ‘Maak maar even een foto.’ Stel ik me eens vriendelijk op, wilde ze selfie met mij maken. ‘Alléén van het zadel!’

Droomde dat ik examen moest doen. Probeerde me koortsachtig te herinneren voor welk vak. Sterker nog: zelfs studie was me onbekend. En ik zat in het vierde jaar! Vroeg het aan studiegenoot. Kreeg zowat beroerte: verpléégkunde. Wil dat patiënten niet aandoen. Zakken leek me beste optie. Nog beter was: wakker worden.

‘Er is een koper voor je auto,’ zei Man toen ik uit bed kwam.
Wat je noemt een indrukwekkende mededeling, doch ik zei: ‘Geen belangstelling.’
Joris stuiterde door het huis als een kleuter na consumptie van te veel E-nummers. ‘Wil je niet weten wie belangstelling heeft?’ vroeg hij.
‘Nee, want ze staat niet te koop.’
Hij móest het kwijt: ‘De bezorger van de krant. Hahaha. Vanochtend sprak hij me aan toen ik Rosa uitliet. Zijn zoon is geslaagd voor zijn rij-hij-hij-bewijs.’ Joris rolde over grond van de lach en schaterde: ‘Kan hij zeggen dat de auto van een…hahaha…oud vrouwtje is gewee-hee-heest.’ Hij snikte nu.
‘Wanneer ik zin heb zal ik er een keer om lachen,’ beloofde ik. Morgen. Of volgend jaar vrijdag.’

Haalde op de fiets kudde elektrische scooters in. Gehuurd bij dezelfde uitbater. Allemaal jonge meiden met kroontjes op het hoofd. Zag eruit als vrijgezellenfeest. Eén droeg zwart/wit gevlekt pak, nephorens en een pluchen bel. De aanstaande bruid was gekleed als koe! Het arme schaap.

Vampiers en een luistervink

Keek op de week (137)

Waar ik de afgelopen twee jaar zat? Voornamelijk in mijn hoofd en op een smal racezadel.
Ben tevens draaideurpatiënt geworden in het Erasmus MC. Geweldig gebouw als je van zoektochten houdt en graag overdekt 10.000 stappen zet. Zijn daar gek op bloedprikken. Net vampiers. Zei laatst tegen bloedprikster: ‘Hoop dat er nog wat in zit.’
‘Bent u bang voor bloedprikken?’ vroeg ze.
‘Nee hoor.’ Zenuwen in mijn linkerarm zijn onderhand dood.

Het was fijn. Mieters. Jottem. Ging vorig jaar november met Roos in Ahoy Rotterdam naar David Bowie-concert. (Na twee jaar wachten vanwege dat cut-virus.)
Victor Bijlo praatte muziek aan elkaar. Zo schreef Bowie Life On Mars. Een fantastisch nummer. ‘Barbra Streisand heeft één keer Life On Mars gezongen,’ vertelde Bijlo. ‘Als er al leven op Mars was…dan daarna niet meer.’

Roos en vriendin Suus bespraken samenwoonperikelen. Zij aan zij op de driezitsbank; ik zat met laptop aan eettafel. Kunst is doen of je afwezig bent.
Suus zei: ‘Ik vroeg Rick of hij was wilde ophangen. Wat deed-ie? Pakte T-shirt – verfrommeld als bal – uit automaat en legde die zo op droogrek. Snap jij dat nou? Toen ik zei: je moet dat shirt eerst uitslaan en aan knijpers ophangen, zei hij: als je het zelf beter kan, doe je het voortaan zelf.’
Roos produceerde meelevende geluiden. ‘Weet je wat Dirk doet?’ klaagde ze. ’s Ochtends na het douchen gooit hij zijn gebruikte handdoek op de grond en laat ‘m liggen. Ik vroeg waarom. Hij zei: Vanavond na het douchen gebruik ik ‘m weer. Ik vroeg: is het dan niet handig als-ie droog is? Misschien wel, zei hij.’
‘Ongelofelijk. Rick trekt zijn sokken uit en als opgerolde ballen gooit hij ze in de wasmand. Die worden zo toch niet schoon? Hij haalde zijn schouders op.’
Ben blij dat ze dit leed samen kunnen delen.

‘Wat is er?’ mompelde ik. Sliep ik eens, deed Man het licht aan.
‘Een mug!’ riep hij getergd. ‘Hij vliegt constant bij mijn hoofd.’
‘ZIJ. Alleen vrouwtjesmuggen zijn bloedzuigers,’ verbeterde ik hem.
Joris had wel wat anders aan zijn hoofd dan biologische correctie. Wapperde met gordijnen. Tuurde muren af. Zonder bril, zonder resultaat. Stapte weer in sponde. ‘Dat kreng komt weer zodra ik lig,’ gromde hij.
Ideaal, zo’n bliksemafleider in bed. Muggen vinden hem een lekker ding.

Doe vaak spelletjes met Rosa. Hond lag boven op overloop vlak bij trap. Ik stond op trap, op ooghoogte met hond. Drukte op neus en maakte toetergeluid. Kriebelde onder haar kin. Pakte om de beurt haar poten “af.”
Staart maakte overuren. Stopte ineens met kloppen, hond sloot ogen en nieste vol in mijn gezicht. Iemand die lieve bruine hond wil? Onlangs APK-gekeurd. Garantie tot het tuinhek.

Las in blad van NTFU (Nederlandse Toer Fiets Unie) over Bunker 599. Onderdeel van Nieuwe Hollanse Waterlinie. “Een uniek doormidden gezaagd exemplaar dat aan voet van eeuwenoude dijk tussen Everdingen (Lek) en Leerdam (Linge) staat. Een diamantzaag had vier weken nodig om door metersdikke beton te komen.”
Dáár wilde ik naartoe. Maakte fietsroute, voer over naar Kinderdijk en fietste richting Culemborg. Kneep ter hoogte van snelweg A2 in mijn remmen en nam kijkje. Fascinerend.