De rastaman

                                                    

                                                    

juni 2009

Heerlijk! Jammie, jammie: een hoorntje Australisch ijs eten met een klodder slagroom er bovenop. Kindlief en ik zitten op een bankje in de Lijnbaan, met uitzicht op een plantenbak. De zon schijnt, de lucht is blauw. Ik staar wat voor me uit, genietend van m’n ijsje.

Vanuit de verte zie ik een Rastaman aan komen wiebelen; zo stoned als een garnaal, met dreadlocks en gehaakte muts. Swingend op zijn inwendige ‘beat’. Ja, en ik alles maar downloaden. Hij zal toch niet…jawel, als ik het niet dacht! Uitgerekend bij ‘ons’ bloemenperk blijft hij staan. Ergens in mijn lijf zit een  magneet die genante situaties aantrekt. Kon ik dat kreng maar deleten.

 

Rasta begint aandachtig de afrikaantjes te bekijken. Daarna kijkt hij naar mij. Hij pakt een afrikaantje beet en plukt ‘t af. Bijna verliest hij zijn evenwicht. Kind schrikt ervan. Gul biedt  hij mij het bloemetje aan. Ik knijp mijn neus dicht, want ik vind die dingen ronduit stinken. Uitvoerig ruikt Rastaman aan de bloem. Bijna het complete bloemetje verdwijnt in zijn neusgat. Hoe diep hij ook snuift en inhaleert, kennelijk kan hij er geen vies luchtje aan ontdekken.

Hij plukt er nog eentje af. Royaal wil hij ze allebei in mijn schoot gooien, maar door zijn benevelde toestand, mikt hij niet zuiver en vallen de bloemetjes vlak voor mijn voeten op de grond. Wel zo fris. Ik wil tenslotte geen afrikaantje vastpakken dat bij hem in zijn neusgat heeft gezeten. Aan de andere kant wil ik niet ondankbaar overkomen, dus bedank ik ‘m vriendelijk met een knikje. Zichtbaar tevreden met het behaalde resultaat, komt hij overeind en waggelt weg. Ik slaak een zucht van verlichting.

Kindlief weet niet waar ze het zoeken moet van de lol en een mevrouw op een bankje tegenover het onze, schatert het uit. Ja, vanaf een veilige afstand zou ik daar ook best om kunnen lachen…