See you!

Kind weet dat ze vandaag bij haar op school komt, maar de timing is van cruciaal belang om haar ook daadwerkelijk te kunnen zien. Wie? Haar jongere nichtje Nicht S. Ook geen kind meer, want weet je dat je tegenwoordig in groep 8 al bij de volwassenen hoort? Een volwassene met beugel en jeugdpuistjes? Nou en, lekker belangrijk. Kind heeft Griekse les in hal A en rond die tijd zit Nicht in hal B. Ergens. En ze wil, nee, ze ZAL Nicht zien, want zij wil zwaaien, pertinent. In de klas blijven zitten en deze kans aan haar voorbij laten gaan? Kind heeft het geen moment overwogen. Zo fijn om met je giechel ergens bovenop te zitten.

 

Half 12: Nu is het onderhand tijd om ertussenuit te knijpen en geen betere smoes dan een sanitaire stop. Kind holt het lokaal uit: let’s go party! Wel even bukken in de gang, want links is de plee en rechts is de B hal. Ze loert in een lokaal links en een klas rechts. Noppes. Daar ook niet daar… en niet daar…nou zeg! Zucht. Nog één lokaal te gaan. ’t Zal toch niet waar zijn dat ze haar misloopt…Oh maar wacht…daar zit ze, ze ziet het toch zeker zelluf! Haar eigen Nicht te midden van de rest van haar groep 8.  

 

Nu is ’t Kinds taak om haar aandacht te trekken, maar hoe moeilijk kan dat zijn als je in je eentje voor de deur van het lokaal staat? Appeltje, eitje. En inderdaad: alle aanstaande Bruggers kijken. Nicht ook… ziet ze ‘t goed? Ze knippert even met haar ogen…krijg nou tandjes, ze is het echt! Ze zwaait terug. Eerst een beetje gedempt, maar qua enthousiasme en temperament doet ze niet onder voor haar grote nicht, dus vooruit met de geit.

 

Hun lach wordt breder en de leraar Latijn werkt ook mee. Hij kijkt naar de zwaaiende passent die de aandacht trekt… hé, die kent hij, dat is dat roodharige bruistablet uit de derde. Hij knikt haar vrolijk toe. Kind grijnst. Missie geslaagd. Zo zeg, wat geeft dát haar een goed gevoel. Dat ze daarna uit de verkeerde richting bij haar eigen lokaal komt aangelopen, interesseert haar geen bliksem.

 

 

Nieuwe hobby?

Het is lang en dun, heeft rood/blond haar en zit heel de dag op de bank en haar ouders doen het huishouden. Rara wie is dat? ‘IK,’zei de gek. Ongelofelijk hè, dat een mens zo achteruit kan gaan? Ik ben extreem moe, heb spierpijn en… ach, nou ja, laat de rest maar zitten.

’s Ochtends schreeuwt de wekker me uit bed. Ik moedig Kind aan (wassen, aankleden…) en help  haar de deur uit. (Heb je je brood? Ja. Heb je je drinken? Jaha. En je mobiel? JAHA. Je gymkleren? Oh sjit.) Smak. Zwaai, zwaai. Ik geef Bobo- ons altijd hongerig buitenkonijn – te eten en wat aandacht, en daarna… bbrrrr!… snel naar binnen.

Binnen plof ik neer op de bank. Eerst wilde ik alle dagen uit gemakzucht ongewassen en in pyjama rond blijven lopen. Wat maakt het ook allemaal nog uit? dacht ik. Dat ieniemieniebeetje energie dat ik heb, moet ik dat in zoiets onnozels steken? Bij nader inzien houd ik de uitwendige verzorging toch maar vol. Het ergste wat een mens kan overkomen – althans volgens mijn moeder – is dat je plotsklaps door een ambulance naar het ziekenhuis vervoerd moet worden waar ze aldaar direct constateren dat je vies en afgeragd ondergoed draagt. Je begrijpt dat ik mijn moeder zoiets niet wil aandoen. Enkel om die reden zit ik dagelijks in piekfijne staat en verzorgd ondergoed op de bank.

Na het wassen zet ik een kopje thermoskan koffie bij mezelf neer. Voordat ik een kopje koffie drink, vind ik het mijn plicht aan enige lichaamsbeweging te doen. Opdrukoefeningen. Maak je niet ongerust: ik druk alleen mijn hand op de bank. Af en toe wissel ik even van bank, anders wordt het zo’n sleur. Ik weet niet hoe het met jou zit, maar van luieren word ik slap. Na een dag niets doen, voel ik me toch afgepeigerd en (veel erger) volstrekt overbodig.

Al heel vaak liep ik naar de drogist liet ik iemand voor me naar de drogist gaan. Dozen ‘lichaamseigen’ vitaminebevorderende Q10 energiepillen heb ik opgegeten, maar energie? Not!

Gezien de omstandigheden zit ik dringend verlegen om een nieuwe hobby. Er zijn wel een aantal voorwaarden aan verbonden: 1) het mag geen linkse hobby zijn, 2)niet te vermoeiend en 3)het moet niet te zwaar wegen 4)niet teveel kosten.

Mijn eerste ingeving was: postzegels! Want, die wegen niks, ik kan er dozen vol mee sparen. Worden het er teveel, dan lik ik er meerdere aan elkaar. Man heeft vroegah ook boeken vol zegels gespaard. Totdat hij mij leerde kennen; toen had hij wel wat anders te doen. Ruim twintig jaar liggen de boeken op zolder te verdorren, dus daar zou ik mee kunnen beginnen, maar ik geloof niet dat postzegels goed voor mijn (ooit zo snelle) imago zijn. Ja, ik wel graag ergens áchter kunnen staan, natuurlijk.

Dit vorige gelezen hebbend, zul je begrijpen dat kantklossen, macrameeën en tunisch haken ook afvallen. Aquarelleren? Nou, in kliederen ben ik in elk geval een kei. Mandala’s tekenen? Mwah. Meedoen aan de vogeltelling? Die is net geweest. Een boek schrijven? Wens me inspiratie. Recepten sparen? Zou kunnen. Breien? ‘k Heb net een Noorse trui af, dus voorlopig ff niet. Borduren? Zelfs met een leesbril op kan ik het errug moeilijk te zien.

Mijn hardloopschoenen heb ik maar verbrand. Ze roken precies naar wat er altijd in gezeten heeft: zweetvoeten. Nu denk ik er over principieel tegen sport te worden. Alleen maar kommer en kwel in Huize Kakelbont? Ben je gek! Ik heb nog opgewekte bloginspiratie zat! 

Uit de kast

Ken je dat programma van de EO met Arie B, waarbij homo’s uit de kast komen? Nou, ik niet. Tenminste, ik heb erover gelezen in de krant, maar that’s all.

 

Zelf vind ik ’t nu welletjes om uit mijn eigen kast te komen. Je zal van mijn bekentenis niet steil achterover van je stoel glijden, want ik ben niet lesbisch, heb geen minnaar, ga me niet bekeren, wil geen man worden en niet scheiden van Man en Kind. Ik heb niets gestolen of iemand geslagen, nee, eigenlijk is het doodgewoon. Maar tegelijkertijd toch weer niet, want ik zwijg erover als het graf. Ik heb er nog niet één blogwoord aan besteed.

 

’t Is heus niet moeilijk te beschrijven, hoor. ’t Zijn maar drie woorden. Maar ze staan zo akelig zwart op wit. Zodra ik ze geschreven heb, wil ik ze terstond deleten. Alsof daarmee de klacht ook weg is.

 

Ik ben moe, hondsmoe, rete-moe, jankmoe en misselijk-moe. Al een half jaar niet gesport (en gespoord ook niet), heel soms een rondje op een gewone fiets (wat weer volstrekt niet-gewoon is.) Als ik een goeie dag heb, ga ik shoppen…bij de Albert Heijn dan. Na het leveren van deze krachtinspanning is de koek wel op. Ik breng de dagen zittend op de bank door en verveel me te pletter. Over mijn gezicht hangt een grauwsluier en ik heb zin om de hele dag keihard schuttingwoorden te gillen. Strontvervelend is het en stikchagrijnig ben ik.

 

De fles is halfleeg, want: ik houd niet van rust. Ik wil de Krimpenerwaard onveilig maken met fietsen of hardlopen. Lekker shoppen en geld verkwisten. De stadse lucht in Rotterdam opsnuiven en naar Dudok voor koffie met gebak. Kontsleeën met Kind, en tijdens oud-en-nieuw met haar samen  vuurwerk in hondendrollen duwen en daarna afsteken.

 

De fles is halfvol, want: goh, ik kom aan! Shoppen kan ook via internet! Ik kan Kind helpen met huiswerk; Bella pesten; koken; buiten royaal het vogelvoer bijvullen; op jacht naar verjaardagscadeautjes;  ideeën opdoen voor het vernieuwen van de slaapkamer; muziek downloaden; gedichten leren schrijven bij Poëzie in Beweging.  En… mijn fiets heeft geen winterbeurt nodig, nou zeg, dát scheelt nog eens scheppen geld.

 

Soms staat Vriendin op de stoep. Zij is een doorzetster van de bovenste plank: ‘Ja, ik dacht, ik kom gezellig even bij je langs.’ Zei ze nou gezellig? Dapper ding! Laten we ‘t maar op gezelschap houden. ‘Je weet waar de koffie staat, he?’zeg ik dan, ‘en doe mij ook meteen een bakkie.’

Luiheid dient de mens. Was het maar luiheid!