De rapste renner ooit

Hij was gezegend met een talent en dat koesterde hij. Als jongen had hij in zijn eerste wedstrijd een mixer gewonnen en zijn moeder was verguld geweest. Daarna telde voor hem nog maar één ding en dat was de snelste, állersnelste renner ooit worden. Alleen zo wilde hij herinnerd worden.

Waar zijn ploegmaten bij een trainingsrit in geselende slagregens afhaakten, fietste hij verder, tot hij met soppende schoenen en een hoofd vol snot als een gespikkelde beer voor de voordeur stond. Legitimatie was nog net niet verplicht.
Hij dacht nou eenmaal nooit aan opgeven. Zefls de keer dat hij zijn sleutelbeen gebroken had, trainde hij gewoon ijzerenheinig door op de rollenbank. Wilde je winnen, dan moest je doordouwen, en douwen dát kon hij.

Vanochtend bij de start van de zwaarste wielerkoers op aarde, voelde hij dat deze dag een bijzondere zou worden. Hij was klaar om als eerste de top van het hooggebergte te bereiken, en hij wilde  de snelste in de afdaling te zijn. Beneden lag de finish en hij had er echt alles voor over om daar als eerste aan te komen.
Slechts met uiterste krachtsinspanning had hij het peloton kunnen ontvluchten, en nu stoempte hij slingerend en hijgend, met zijn handen bovenop het stuur en de ketting achter op het grootste blad, haarspeldbocht na haarspeldbocht naar boven. Een cameraman achterop de motor registreerde elke beweging die hij maakte. Terwijl de ijle lucht door zijn longen sneed, wond hij zich vreselijk op over  een zwerm irritante vliegen. Vliegen kunnen niet harder dan vijfentwintig kilometer per uur vliegen; hij kon véél harder, als deze godverlaten berg maar niet zo stijl was. Maar toch: verliezen van een stelletje insecten? Hij jutte zichzelf op: sneller, nog sneller!

 Hij raakte buiten adem en werd er duizelig van. Flauwtjes kon hij de top vlak voor hem zien liggen. Verbeeldde hij het zich of begon de scheiding tussen de weg en de lucht echt te vervagen? Een gevoel van lichte verwarring maakte zich van hem meester. Met zijn voeten vastgeklonken in de pedalen voelde hij zich altijd één met zijn fiets, maar nu begon hij toch te twijfelen. Het leek wel of de wielen loskwamen van de grond en hij had sterk het gevoel dat hij door de lucht scheerde. De wind floot steeds harder om zijn oren. Ondanks de grote hoogte kon hij het water beneden in de rivier zien glinsteren. In een adembenemend tempo kwam het water dichterbij. Hij kreeg er tranen van in zijn ogen. Zo hard als nu was hij nog nooit gegaan. Hij glimlachte en maakte zich op voor een verpletterende indruk.

Schrijfopdracht van Plato,
Het woord voor oktober/november is: bezetenheid.
Wil je ook meedoen, klik dan
hier.

Noordsingel

Griekenland mag dan zo goed als failliet zijn, daar kon deze aantrekkelijke Griek tegenover haar niets aan doen. Sterker nog: hij had er ook last van.
Ze zaten ieder aan hun vierde glaasje ouzo en ze wist waar dit op uit kon draaien. Of alleen in een taxi terug naar haar hotel, of vannacht bij hem gaan slapen. Nou ja, slapen…als daar nog tijd voor overbleef.

Ze vond hem onaards knap. Donker haar, een baard van twee dagen en ogen diepblauw als de Middellandse Zee. Hij hoefde er maar mee te knipperen en ze sprong erin. Wat maakte het ook uit? Liefde is van alle landen en leeftijden.

Hij vond het interessant dat zij in Rotterdam woonde; zijn broer woonde daar namelijk ook. Aan de Noordsingel. Kende zij die straat toevallig?
Het had niet veel gescheeld of ze was in lachen uitgebarsten. Net op tijd wist ze zichzelf in bedwang te houden.
Hij vertelde dat zijn broer in een appartement met een aantal anderen woonde, en dat kost en inwoning was geregeld. Aan een baan dacht zijn broer voorlopig niet. Zij zat in dubio of ze naar het huisnummer zou vragen.

Na het vierde glaasje hield zij het voor gezien. Tenslotte wilde ze wel bij kennis blijven bij wat ze vannacht allemaal gingen doen, want ja, uiteraard ging ze met hem mee.
De nachten met hem waren geweldig, maar na twee nachten vuurwerk waren ze beiden hard toe aan nachtrust. Smeltend van geluk was ze op zijn harige borst snurkend in slaap gevallen. Dat vond hij niet erg, zei hij.

Kon het maar eeuwig duren.
Helaas kwam haar vertrekdatum met rasse schreden in dichterbij. Dat werd huilen bij het afscheid, wist ze. Zouden ze elkaar ooit weerzien?
Hij gaf haar een brief mee voor zijn broer en een doosje met Griekse delicatessen. Ze beloofde het persoonlijk aan zijn broer te overhandigen.

Ze namen afscheid in de vertrekhal. Op de vliegtuigtrap draaide ze zich nog een laatste keer om en blies hem kushandjes toe. Toen stapte ze het vliegtuig in en zocht een plaatsje.
Ze was benieuwd of zijn broer veel op hem zou lijken. Zou hij net zulke blauwe ogen hebben?
Over drie dagen wist ze het, want dan ging ze weer aan het werk op de Noordsingel. Ze wist nu al meer van zijn broer dan
haar ex-geliefde zelf. Noordsingel 115 is namelijk het exacte adres van de penitentiaire inrichting.