Voor de gewone man

Stapt van der Schans nou naar binnen? Ja hoor, verrek, het is ‘m! De nare zelfingenomen man die haar ouders tot wanhoop heeft gedreven. Jarenlang stonden ze hun schamele inkomsten af, om hun lening af te betalen, en telkens verhoogde van der Schans tussentijds de rente. Haar ouders konden niet anders dan berusten in hun droeve lot. Haar vader zou zich omdraaien in zijn graf als zij deze klojo fatsoenlijk van dienst zou zijn.

 

De winkel in anti-inbraak apparatuur die Lize met haar man runt, loopt uitstekend. Niet alleen het beste van het beste maar ook betaalbare mogelijkheden voor de gewone man. Je moet altijd open blijven staan voor de gewone man, was haar vaders stokpaardje. Dit is een kans die ze niet mag laten glippen, maar hoe bedenkt ze zo snel een waterdicht plan? Terwijl ze met haar vingers op de balie trommelt, speelt ze ondertussen voor luistervink. Van der Schans wil een  degelijk beveiligingssysteem rondom zijn woning…Die woning kent ze, wie niet in deze omgeving? Geheel vrijstaand, rietgedekt, diverse schuren…

 

In Lizes hoofd beginnen radertjes te draaien. Hoe zou de gewone man het willen? Op hetzelfde moment dat ze zich de vraag stelt, weet ze het antwoord. Zo simpel! Onmiddellijk loopt ze naar achteren en belt haar broer die aan een half woord genoeg heeft. Hij schat het aantal kubs in en berekent de kosten. Met veel plezier zal hij dit klusje op zich nemen. ‘Spreek voor een vrijdagmiddag laat af,’ adviseert hij, ‘dan heeft hij er het hele weekend plezier van.’ Ze gniffelen.

 

Met een smoes stuurt Lize haar medewerker naar achteren en helpt zelf van der Schans verder. ‘Wat ik zojuist al zei…ik wil dus het meest simpele systeem, geen gedoe met alarm op ramen en deuren; mijn vrouw vindt dat te ingewikkeld. Gewoon een waarschuwing die indringers op anderhalve meter afstand van mijn eigendommen houdt.’  Lize beheerst zich om niet vals te lachen: zijn wensen passen precies binnen haar steengoeie plan. Ze stelt een simpele overeenkomst op.
‘Hoe gaat het met betalen?’vraagt de klant.  
‘De ene helft vooruit, de andere helft na levering.’ Die tweede helft zal ze nooit krijgen, maar dat hoeft niet, want de aanbetaling dekt de gehele lading. Inwendig gloeit ze van triomf.
‘Vrijdag aan het eind van de middag,’ stelt ze voor?
Ze hebben een deal.    

 

Vrijdag vier uur. Een truck arriveert bij van der Schans’ huis. Brutaal draait de bestuurder het erf op, rijdt  een rondje om de luxe woning en verdeelt de inhoud met een donderend geraas rond het huis.  Hortensia’s, buxussen en rozen die binnen de anderhalve metergrens staan, worden door de zware wielen resoluut verpletterd en onder de lading bedolven. Voordat de bewoners er erg in hebben, is de klus geklaard. En hoe! Rond het huis ligt een dikke laag grind. Het beste alarm aller tijden.
Voor de gewone man.

 

Inslaan

Dat eeuwige geratel van die zeur. Soms is hij haar ge-oha zo zat dat hij haar het liefst van de trap zou willen smijten. ’s Nachts denkt hij er graag over na wat hij gaat doen als hij van haar verlost is. Wat zou hij dan veel gaan vissen! Niet een paar uurtjes maar de hele dag. Desnoods ook ’s nachts, alleen maar omdat het kan.

 

Ze pakt een harttablet uit het doosje en slikt ‘m weg met wat water. Ze twijfelt of ze er een tweede achteraan zal nemen; het lijkt wel of die pillen niet meer werken. Haar hartklachten zijn zondermeer de schuld van haar man. Dat gezanik over vissen. Vissen is gewoon een excuus van luie mensen om op hun kont te zitten.

 

Vanavond toen ze terug was gekomen van haar kerkbijeenkomst had ze hem hard horen lachen. Binnen had ze direct de tv uitgezet. Weg met die ordinaire speelfilms over seks en de duivel. Zijn glaasje jenever had ze door de gootsteen gespoeld en dát was zijn laatste sigaret voor vandaag! Besefte hij maar dat ze alles voor de redding van zijn ziel deed. Maar nee, in plaats van een bedankje was hij woest geworden, en zonder welterusten te zeggen, langs haar heen gelopen en naar bed gegaan.

 

Hij heeft alle tijd, bedenkt hij tevreden in bed. Stiekem verwisselde hij sinds een week haar harttabletjes met maagzuurremmers. Het kan nooit lang meer duren voor ze erin blijft. Dan kan hij eindelijk een nieuwe levensweg inslaan.   

 

Schrijfuitdaging van Aline: 250 Woorden op Woensdag, met als thema: inslaanOok meedoen? Klik hier

Jantien

Met haar jas scheef dichtgeknoopt, holderdeboldert Jantien de trap af. De vuilniszak die ze met haar meesleept is zwaar, en ploft tree na tree achter haar aan naar beneden. Halverwege de trap stuitert  haar buurmeisje Laura voorbij. Wild wippen haar vlechtjes heen en weer. In het voorbijgaan steekt Laura pinnig haar tong uit.

Zij wel…Al tijden verlangt Jantien vurig naar precies zo’n zelfde felroze bal. Van jaloezie en afgunst gaat haar onderlipje trillen. Het is ook niet eerlijk: haar buurmeisje heeft álles wat Jantien niet heeft. ‘Behalve veel broertjes en luizen,’ zegt Jantientjes moeder altijd opgewekt, ‘dus leen haar eens je muts uit!’ Die muts heeft ze dus ook al. Jantien is zo boos, dat er rode halvemaantjes in haar handpalmen komen te staan.

Watertandend kijkt ze haar buurmeisje na. Oh, als zij zo’n bal zou hebben, zou ze voor jaren gelukkig zijn, maar haar moeder blijft volhouden dat zo’n stuiterding niet goed voor je is; je hersens raken ervan door elkaar geschud. Jantien vindt dat onbelangrijk, met spellen is ze toch al de beste van haar klas.

Zomaar, op de een na laatste tree, krijgt Jantientje zo’n briljant idee dat ze er een nerveus gefladder van in haar maag krijgt. Vliegensvlug kwakt ze de zak in de vuilnisbak, en rent de trap weer op. Binnen pakt ze een vuilniszak uit het gootsteenkastje en holt ermee naar de jongenskamer.

Buiten is het even wennen.
Met een zelfvoldane trek op haar gezicht, zet Jatien de achtervolging op haar buurmeisje in. Ze scheert zo rakelings langs op haar zelfgemaakte skippybal, dat Laura stilvalt van verbazing en haar buurmeisje vol ongeloof nakijkt. De plastic voetballen bewegen wel wat ongemakkelijk heen en weer in de vuilniszak, maar dat doet aan Jantientjes plezier niets af. Integendeel. Ze geniet!

Plato‘s schrijfopdracht WE-300 met als thema: ‘Oplossing’