Hondentrouw

Moet je zien hoe ze erbij zit! Met een papieren zakdoekje dept ze haar opgedirkte ogen droog, en de advocaat trapt er nog in ook. Hij piekert er niet over zijn hond aan zijn ex mee te geven; hij likt nog liever de Kliko schoon.
Ze was eeuwig te beroerd dat beest uit te laten.

Hij kan haar aanstellerige gedoe niet langer aanzien. Hij loopt naar de deur van de spreekkamer, praat kort tegen iemand, en met een gezicht dat zegt dat het leven een zware beproeving is, duwt hij haar een riem met hond in de handen.

‘Hier,’ zegt-ie, ‘Ik heb erover nagedacht: je mag hem hebben.’ Het beest besnuffelt haar, zwaait wat met zijn staart, en laat zich naast haar stoel neerploffen.
Haar blik is ondertussen veranderd van verbazing naar ongeloof. Hij geeft haar haar zin? Zomaar? Alhoewel… ze heeft altijd geweten dat hij de ruggengraat van een tuinslang heeft. Triomfantelijk kijkt ze de advocaat aan, en maakt aanstalten de spreekkamer te verlaten.

‘Moment,’ zegt hij, en staat voor de tweede keer op. Hij opent de deur, en een hond rent enthousiast de kamer binnen. Het beest spring tegen zijn baas op, likt hem in zijn gezicht. en keurt de vrouw geen neus waardig.

‘Zie je,’ zegt hij tegen het verbaasde gezicht van de advocaat, ‘mijn ex herkent niet eens haar eigen hond.’Ontdaan kijkt zij van de ene naar de andere hond. ‘Wat…hoe…snap ’t niet,’ hakkelt ze.
‘Heel eenvoudig,’ zegt hij, ‘de hond die jij vasthoudt is het zusje van Boomer.’
Met hysterisch glinsterende ogen hapt ze naar adem.
‘Dit is niet je geluksdag, hè?’ zegt hij mild. Hij staat op en loopt de spreekkamer uit. Halverwege tilt Boomer zijn achterpoot op, en watert spontaan tegen een plastic kamerplant in de hoek. Wat is geluk toch simpel.