Daar zakt mijn broek van af

Hoe bestaat het: springt de knoop van mijn spijkerbroek. Niet thuis op de bank, wat immens praktisch zou zijn, maar als ik naast mijn fiets op de pont sta te wachten. Het lipje van de rits is ook nog onbetrouwbaar, want als er teveel spanning op komt te staan, laat-ie het afweten. Net een mens.

Met mijn rechterhand aan het stuur en de linker aan mijn broek, hobbel ik de pont op. Ik moet de schuine verhoging op, wijst de kaartjesverkoper. Ja, dat weet ik ook wel, maar daarvoor moet ik mijn fiets optillen.
Doe ik dat niet, dan schuift de fiets scheef weg, en valt-ie.
Doe ik dat wel, dan zakt mijn broek naar beneden.
‘Wilt u het voor me doen,’ vraag ik aan de kaartjesman.
‘Sorry?’ zegt hij. Ik kan het de stakker niet kwalijk nemen. Krioelt het van de jonge meiden, vraagt uitgerekend een 100-jarige om hulp.
‘Wilt u het alstublieft voor me doen? De knoop is van mijn broek gesprongen.’ Ik kijk er zo hulpeloos mogelijk bij. Als ik wil, kan ik dat best.
De andere passagiers volgen ons gesprek op de voet. Ik zie ze denken: een vrouw in onderbroek met haar broek op de enkels. Toe, laat ons ook eens lachen.
Gelukkig staat de kaartjesknipper me bij.

Mijn volgende uitdaging is om in rechte lijn van de pont naar boven de dijk op te fietsen. Het lukt, maar je moet niet in mijn spieren kijken; daar is het oorlog. Als ik zonder ongelukken de supermarkt in het dorp kan bereiken, ben ik gered.

Mijn fiets op slot zetten, lukt niet, maar ik ben toch binnen tien seconden terug.
Ik hol door de klaphekjes naar de groente- en fruitafdeling, ruk met één hand een plastic zakje van een rol en verbind daar twee riemlussen ter weerszijden van de rits mee. Eindelijk kan ik met twee losse handen over straat. Gered door een gratis plastic zakje. Was alles in het leven maar zo gemakkelijk op te lossen…