Van de leg

Ik was even een tijdje niet in Blogland. Ik hing thuis op de bank en wist amper nog dat ik bestond.
Vrijdagochtend was ik met beide benen tegelijk uit bed gestapt (dus vooral niet met het verkeerde) toen ik nattigheid voelde. Wat lag daar nou op mijn bed? Water? Maar Lief en ik hebben toch geen waterbed? Waar kwam de lekkage dan vandaan? Toen begreep ik het: het waren druppels. Ze rolden uit mijn ogen. Het kwam omdat het leven zo zwaar op me drukte.

Slapen is bij mij altijd een heikel punt, maar de afgelopen acht nachten samen had ik nog geen zes uur geslapen. Ik had het gevoel dat ik gek werd terwijl ik bij mijn volle verstand was.
Normaal gesproken kan ik mijn eigen gedachten nauwelijks bijhouden, nu hing er een dikke mist in mijn hoofd. Mijn gevoel voor humor lag permanent in mijn nachtkastje; ik gebruikte cocktailprikkers om mijn ogen open te houden en mijn wallen hingen ter hoogte van mijn knieschijven.
Het is waar wat de Engelsen zeggen, dacht ik: “Life suchs and then you die.” Ging ik maar “die,” dacht ik verder, dit is geen leven. Maar ja, Joris en Roos…ik wil zo graag bij ze blijven.

Zaterdag mailde ik dokter House dat ik niet kon slapen en dat dat volgens mij kwam omdat mijn medicijnen niet meer werkten. Ik had dezelfde klachten als in 2005. Destijds moest ik door een fout van de huisarts na vier slapeloze weken worden opgenomen, en dat wilde ik koste wat kost voorkomen.
Dokter House mailde terug of ik ‘m even wilde bellen.
Na een kort overleg mocht ik twee tabletjes extra innemen “en morgen terugbellen.”
Ik sliep niet.
Zondag mocht ik er nog een extra pil slikken en sindsdien slaap ik als Doornroozzzzje.

Langzaam kom ik bij mijn positieven.
Mijn geest blijkt flexibeler dan mijn lijf. Mijn gevoel voor humor heb ik terug; mijn lichaam voelt alsof er een trein overheen is gereden.
De afgelopen dagen ben ik in de watten gelegd door Man en Kind en bestookt met aanmoedigingen van lieve vriendinnen. Duizendmaal dank <3
Tot blogzzzz…