Max houdt meer van zijn vrouw dan er bloemen groeien in alle tuinen. Hij koestert haar hazelnootkleurige haar, groene ogen, welopgevoede manieren en kwajongensstreken. Hij kijkt naar haar als ze haar tanden poetst, zich aankleedt, een toetje eet of een boek leest. Zijn liefde voor haar maakt hem sterk. Maar hoe zwak zal hij zijn als hij haar verliest?
Zelden voelde geluk zo broos.
‘Wil jij mijn jurk dichtritsen?’ vraagt Madelief. Ze houdt even haar adem in en brengt haar schouders wat dichter naar elkaar.
‘Tuurlijk, schat,’ zegt Max en voldoet aan haar wens.
Madelief draait een rondje: haar rode jurk laat haar vrouwelijke vormen goed uitkomen. Om haar hals draagt ze een losjes vallende, zilverkleurige sjaal die flonkert bij iedere stap die ze zet.
‘Perfect,’ zegt Max goedkeurend, ‘per-fect!’ Hij heeft nooit eerder een kledingwens tegen zijn vrouw uitgesproken, maar deze dag is speciaal en vraagt om een speciale jurk.
‘Welkom. Ik ben blij dat u er bent. We beginnen meteen,’ verwelkomt de glasblazer het echtpaar in zijn atelier.
‘Zijn wij de enige gasten voor de demonstratie?’ vraagt Madelief een tikkeltje ontsteld wanneer ze de lege werkplaats ziet. De glasblazer zegt op raadselachtig toon: ‘Niet bang zijn, mevrouw, u zult weldra schitteren in volle glorie.’
Haar vraag wordt niet beantwoord.
Het atelier baadt in een oranje gloed. Ovens branden en op planken aan de muur staan kleurrijke vazen en potten uitgestald. Ondanks dat het er tropisch heet is, onderdrukt Madelief met moeite een huivering: in de ruimte hangt een onbehaaglijke sfeer.
Plotseling wordt Madelief omgeven door een immense hitte. Het is of een fohn hete lucht in haar gezicht blaast. Alle adem wordt haar ontnomen. Haar jurk fladdert alle kanten op, en ze wordt omgeven door een verschroeiende hitte en lichtflitsen. Het laatste restje zuurstof wordt uit haar gedrukt. Help! Help! roept ze naar Max, maar uit haar mond komt geen geluid.
Haar man bekijkt het tafereel of hij naar een circusvoorstelling kijkt. ‘Sorry lieverd, je zult het nooit begrijpen, maar het moet,’ zegt hij, ‘het móet.’
Madeliefs sjaal knettert. In een laatste poging steekt ze wanhopig haar armen omhoog. Ze komen tegen iets hards aan. De hitte verdwijnt en maakt plaats voor een doorzichtige kilte. Het laatste wat ze ziet is de hand van de glasblazer die naar haar reikt…
…en tegen Max fluistert: ‘Hang haar voorzichtig in de boom.’