31 maart 1996.
Zondag 23.00 uur breken mijn vliezen op de wc. Mijn tot barstens toe gezwollen buik heeft z’n langste tijd gehad. In bed heb ik direct weeën en blijf heel de nacht wakker. Man niet. Hij stapt in bed en valt acuut in coma; een enorme steun.
1 april 1996.
9 uur. Daar is de verloskundige. Ze vraagt om de hoeveel minuten ik weeën heb en rent weer weg. ‘Tot 12 uur.’
Tot 12 uur? Duurt het nog zo lang?
12 uur. De VK komt, voelt en gaat weer weg. ‘Tot 15 uur!’
Tot 15 uur? Ik kan haar wel sláán.
Man zegt: ‘Ik ga eten. Wil je ook een boterham?’
Echt hè? Ik verkeer in barensnood en hij denkt aan eten.
13 uur. Mijn vader komt een extra pak kraamverband brengen.
Door de continue lekkage ben ik er doorheen.
‘Het valt niet mee, hè?’ zegt-ie.
En dat vertelt-ie me nu pas!
15.30 uur. De VK komt en blijft. De kraamhulp verschijnt ten tonelen.
Ik weet niet meer hoe ik de weeën moet opvangen. Tevergeefs probeer ik alle standjes uit.
17.00 uur. Ik ben kapot. Ik kap ermee! Ik stuur iedereen de deur uit. Ook Joris. Vooral Joris: ‘Het. Is. Jouw. Schuld!’
Ik kijk intimiderend maar iedereen blijft.
‘Nu moet het binnen een uur geboren worden anders moet je naar het ziekenhuis,’ dreigt de VK.
18.00 uur. Mijn gezicht en kleren zijn drijfnat. Ik pers alsof mijn leven ervan afhangt. Ik doe net of ik moet poepen, maar dan anders.
‘Wil je het geboren zien worden?’ vraagt de kraamhulp. ‘Dan pak ik de spiegel uit de badkamer.’
‘Alsjeblieft niet.’
18.40 uur. Ik beval op de grond in de slaapkamer. Er verschijnt een hoofdje met navelstreng om de nek.
‘Doe maar even rustig aan,’ adviseert de VK.
Net nu ik een lancering in gedachten had.
18.45 Ik ben moeder! Maar van wie?
Alle drie kijken ze met obsessieve interesse tussen mijn benen.
Ik hoor en zie niets, en word op zes verschillende manieren zenuwachtig.
‘Ze (!) krijgt zuurstof,’ zegt Joris geruststellend.
Dan een brul en er wordt iets op mijn buik gelegd.
Wat is dat? denk ik. Oh ja, een baby! Door de pijn was ik vergeten waar ik mee bezig was.
‘Ik doe het nóóit meer,’ zeg ik hartgrondig tegen de VK.
‘Dat zeggen ze allemaal,’ lacht ze.
‘Maar ik meen het,’ werp ik tegen. ‘Hecht mij maar met schrikdraad.’
‘Meid, je bent een wonder. Bevallen van een negenponder zonder knip of scheur.’
Ik kijk naar mijn levende kunstwerk: een meisje met rood haar en een verkreukeld gezicht. Ik heb het gevoel alsof een loc met 67 goederenwagons over me heen is gereden, maar ze is het waard.
Lieve Roos ♥ de wereld werd pas mooi met jou erbij.
Van harte gefeliciteerd met je éénentwintigste verjaardag !