Au-pootje

Keek op  de week (39)

Rosa heeft ergens opgestaan of ingetrapt, en liep mank vanwege een gespleten nagel aan haar rechtervoorpoot.
Man toog naar dierenarts.
‘Weet je nog hoe ze piepte toen ik per ongeluk op haar poot ging staan?’ vroeg Man.
Logisch, met zijn maat roeiboot.
‘Dat deed ze bij de dierenarts ook maar 100 x erger. Een assistente kwam direct poolshoogte nemen. Vind je ’t gek? De DA had een tang gepakt en de kapotte nagel er in één keer afgetrokken. Daarna moest het nog gedesinfecteerd worden en kreeg ze een spuitje tegen de pijn.’
‘Had ze dat spuitje niet van tevoren kunnen geven?’ vroeg ik.
‘Weet ik veel. Rosa kreeg na afloop één minibrokje.’ Mans vingers gaven de grootte van een dubbeltje aan. ‘Een wonder dat ze er niet in gestikt is,’ liet hij erop volgen. ‘En ik ben 55 euro lichter,’ sprak hij somber.
‘Die pijn in je portemonnee gaat vanzelf over. Of heb je liever een uitgetrokken teennagel?’
Joris hield – heel wijs – zijn mond.
Er spelen zich nu toneelachtige taferelen af in huize Kakelbont. Wanneer Kind of ik op deerniswekkende toon aan Rosa vragen: ‘Hebbie au-pootje?’ dan zet ze hang-ogen op van treurigheid. Waarna haar smaakpapillen aan een warming-up beginnen om met een zucht van zaligheid een troostbrokje naar binnen te laten glijden.

Met Lief een spelletje mikado op keukenvloer gespeeld. Had pak spaghetti uit m’n handen laten vallen.

Dochter van vriendin H. voetbalt sinds eind juni bij eerste damesteam van Feyenoord. Ze was ook al gevraagd door Excelsior.
S. is pas vijftien. Traint vijf keer per week, plus nog uit- en thuiswedstrijden. Krijgt mediatraining, tenues, schoenen, fysio…heel de mikmak.
‘Vóór het tekenen van het contract werd naar de film over de inhuldiging op Coolsingel gekeken,’ vertelde H. ‘‘Iedereen is toch voor Feyenoord?” riep de voorzitter trots. Teamgenoten van S. gniffelden. S. probeerde ónder stoel met Feyenoordlogo te kruipen. Ze mag alleen nog maar in haar Feijenoord-shirt of Fb of instagram staan. Ik kwam niet meer bij want S. is overtuigd Ajax-fan (je snapt het niet, red.) Heb voorgesteld dat ze haar Ajaxshirt voortaan maar als pyjama moet dragen.’
Daarna zuchtte H. vermoeid: ‘En wie mag haar telkens naar de Kuip brengen? Ik kan m’n baan wel opzeggen… Eén voordeel: ik hoef nóóit meer kleding van een heel team te wassen!’

Klein duimpje stond voor AH te krijsen als hooligan.
‘Wat is er aan de hand?’
‘Nou…die grote stou-hou-hou-te jongen daar,’ ze wees naar jongetje verderop, ‘heeft mijn kaa-haar-ten van Feekfonk afgepakt!’ Ze snikte onbedaarlijk.
‘Wat voor kaarten?’ vroeg ik. Loop kennelijk weer zwaar achter.
‘Die-hie-renplaatjes van Freek Fonk.’
Oh, Freek Vonk, biologische ADHD-er. ‘Doet jouw mama boodschappen bij AH?’ informeerde ik.
Meisje knikte.
‘Weet je wat? Ik steek mijn tong uit naar die stoute jongen en daarna gaan we samen binnen nieuwe plaatjes vragen.’
Dat vond ze een goed idee. Ze veegde met haar hand haar snottenbel weg en liet zelfde handje in de mijne glijden. Ik ben toch zo’n spekkoper.
Stak mijn tong uit naar knaapje en hij holde direct weg.
Meisje en ik liepen naar klantenservice. ‘Grote, stoute jongen buiten heeft haar plaatjes afgepakt. Heb je misschien een paar nieuwe voor haar?’
Huppelend liep ze naar buiten met een flink stapeltje kaarten; haar wangen nog nat van het huilen.

De hengelaar

‘Tyfuswijf, pleurt op met je kankermuil en je teringhond,’ bast een mannenstem.
Ik gluur door een berg riet naar de overkant maar zie alleen stengels. Stel dat de persoon aan overkant zit, dan is dat 150 meter bij mij vandaan. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat-ie het tegen mij heeft. Ik gooi de bal weer in het water, Rosa stuitert er achteraan en even later loop ik de bocht van het pad om.

‘Hoor je me niet, pleuriswijf. Rot op met je kolerehond!’
Aan de overkant zit een kerel met een hengel in zijn hand. Hij draagt een pet, heeft een blote bast en armen als twee rollen behang.
Ik gun alle vissers stille wateren om diep te gronden. Zie ik er een dan lopen Rosa en ik graag een slootje verder, maar om de een of andere reden voel ik voor deze man enige vijandschap dus vist-ie mooi achter het net. Automatisch schakel ik over op de dwarse reflex, negeer de man en bal verder. Wel houd ik Rosa dicht langs de slootkant.

‘Hé! Ben je doof of zo? Of mankeer je wat aan je muil? Ik heb een vrije dag! Niemand hep meer respect voor een ander.’
‘Ik ga alleen weg als je het vriendelijk vraagt!’ zeg ik.
De man aan de overkant wordt overspoeld door een zenuwaanval. ‘Met je kanker-tyfus-teringhond! Moet ik ‘m komen verzuipen?’

Die opmerking maakt me pas echt strijdlustig. Ik kan trouwens roepen wat ik wil want voordat de man bij mij is, zijn we tien minuten verder. Tenzij hij een vis met zijn handen wil vangen. En ik heb een troef in handen die ik meteen uitspeel: ‘Ik weet waar je auto staat.’
‘Wat! Waar mijn auto staat?’
‘Ja. Een mosgroene Opel toch?’

Van die mededeling moet de kerel langdurig herstellen. De blik op zijn gezicht is onbeschrijflijk. Zijn mond valt open wat een nogal niet-snuggere aanblik biedt, waarna verbijstering en ongeloof elkaar opvolgen.
Het was puur toeval dat ik ‘m vanochtend zag sjouwen met hengels, vistuig, tent, klapstoel, bier…de hele reu-te-me-teut. Omdat zijn auto bij ons voor de deur staat. Die informatie houd ik natuurlijk achter.

De visser zwijgt nog steeds.
Dat hoor ik graag.
Rosa en ik hebben genoeg van de zwempartij. Ik roep vrolijk: ‘Tot vanmiddag!’ Het is een geintje maar de visser trapt erin. Hij lijkt één stap verwijderd van een hartaanval.

Graancirkels in het gras

Keek op de week (38)

Ik ben er weer.
De afgelopen maanden waren niet om over te bloggen dus heb ik dat maar achterwege gelaten.
Ik pak de draad op met een terugblik op de zomer (zei ik “zomer?”)

Ik liep met Rosa midden in de polder en zag een wonderbaarlijk fenomeen. Moest knipperen met ogen om het te kunnen geloven. Op kilometer van bewoonde wereld had iemand figuren in het gras gemaaid. Ik wandelde eroverheen. De eerste was een rotonde met maar één in-/uitgang die overliep in twee niet nader te omschrijven figuren.
Was dit het werk van zich bewusteloos vervelende pubers? Iemand die z’n nieuwe handmaaier wilde uitproberen? Tekenen van een Marsvrouwtje? Een challenge? Vrijgezelligfeest van een hovenier? It beats me completely.

Man en ik fietsten over de dijk en stopten bij huis het van hovenier die Schillies van Vriendin heeft geadopteerd. Nergens in de grote vijver was enig reptiel te bekennen.
‘Te heet,’ oordeelde Joris. Ik draalde want wilde op gemak de tuin bekijken. Man maande me tot spoed want de ijssalon riep.
Zag ineens iets bijzonders. ‘Moet je zien! Een klein kasteel van steen met torentjes en spitsen van lood. Kijk dan. Heeft iemand zelf gemaakt!‘
Joris droeg een zonnebril. Zijn ogen waren onzichtbaar maar ik wist dat-ie ermee rolde. Man heeft veel geduld maar had die dag zijn plafond bereikt. Ben ook zo’n vreselijk mens om mee samen te leven.
Kwamen bij ijssalon. Mensen vóór ons hadden nog slagroom. Toen wij aan de beurt waren was de slagroom op.
Buiten gingen we op een bankje zitten.
‘Als jij niet bij die hovenier was blijven hangen, hadden we slagroom gehad,’ mokte Man.
‘Als ik m’n portemonnee niet bij me had gehad, had jij nu geen ijs gekregen.’
We keken recht voor ons uit en ineens naar elkaar. Er rolde traan over Joris’ wang. Van de lach.

Saartje was zomerse dagen stik-chagrijnig. Konijn mocht tuin niet in vanwege de hitte. Bij 25 graden Celsius of hoger komen vliegen in actie die eitjes leggen in kwetsbare konijnenhuid, en Saar heeft een chronische oogontsteking.
Ze bleef nogal in haar woede zitten. Daardoor heb ik een bijbaan voor haar bedacht. Bood haar waardevolle papieren informatie aan die konijn versnipperde waar ik bij stond.

Vrijdagmiddag twee uur. Alle kindjes zitten op school; Rosa kon los.
Onverwacht klonken kindervoetjes in steeg. Twee meisjes renden straat op. Hond koerste recht op ze af, want gek op kinderen. Alleen kunnen kinderen trauma overhouden aan goedbedoelde hondenwensen.
‘Zijn jullie geschrokken?’ vroeg ik aan dames in de dop terwijl ik Rosa haar riem omdeed.
‘Nee,‘ zei meisje met blonde vlechten, ‘mijn opa heeft ook zo’n hond. Hij heet Prins. Van Chocoprins.’
‘Jij ook niet geschrokken?’ vroeg ik aan vriendinnetje met zwart haar.
Zij schudde ook nee.
Blondine riep ineens: ‘Ik moet een plas en poep doen!’
‘Snel naar huis,’ adviseerde ik moederlijk.
Hand in hand – de één wit, de ander zwart – dartelden ze over open veld naar tuinhek en hielden daar halt.
Blonde meisje maakte van handen een roeptoeter en gilde: ‘Joe-hoe, mevrou-hou! Je kan ‘m weer loslaten, hoor!’

Heb ik al gezegd dat ik lieve lezers heb?
Ik heb lieve lezers!
Ben bedolven onder kaarten, whatsapps, e-mails, cadeautjes, volhardende reacties en zelfs blóemen. Lieve allemaal ♥ verschrikkelijk bedankt ♥