Johanna Jacoba

Het Algemeen Dagblad deed in november 2016 een oproep aan lezers om te schrijven over hun schoonmoeder. Het mocht onder eigen naam, pseudoniem of anoniem.
“Lucht uw hart. Over de vreselijke, die voor haar zoon geen vrouw goed genoeg vindt. Over de lieve, die drie keer per week op de kleinkinderen past. Over de hinderlijke, die alleen maar zeurt en zanikt. Over de bemoeial, de schat, de intrigant…”
Mijn bijdrage werd gepubliceerd in de weekendbijlage van zaterdag 24 december 2016:

‘Je mag pas van tafel als je al je spruiten hebt opgegeten.’
‘Dan moet u ook al die tijd aan tafel blijven zitten.’
‘Ik zou niet weten waarom.’
‘U mag pas van tafel als de gast klaar is met eten.’
Haar ogen boren zich als de loop van een kanon in de mijne en zo meteen gaat ze schieten.

Ze weet niet wat ze met me aan moet. Haar kledingadvies om op zondag lange rokken te dragen, heb ik ook al naast me neergelegd.
Tot groot genoegen van mijn man, overigens. Het eerste wat hij tegen me zei voordat ik bij hem thuis kwam, was: ‘Je mag van mij alles, behalve met m’n ouders mee naar de kerk.’
Ik mag dan niet van spruitjes houden, ik houd wel van haar jongste. Alleen krijg ik het zuur van haar Calvinistische regels en degelijkheid, en zij de hik van mijn “losbandige leven.”

Gek, hoe de liefde voor een gezamenlijk mens je dichter naar elkaar toe kan brengen. De bitterkoekjes die ze voor me koopt, vind ik om op te vreten; zij vindt mijn eten best te pruimen. En haar hart loopt over voor ons roodharige bruistablet, haar vierde kleinkind. Als je maar lang genoeg zoekt, vind je meer overeenkomsten dan verschillen.

De laatste weken van haar leven zijn een verschrikking. Ze is minder dan een zuchtje van de vrouw die ze is geweest. Terwijl de kanker langzaam haar lichaam verteert en haar lijf verandert in een zak met botjes, blijft haar geest ijzersterk. Ze wil thuis sterven en zo zal het gaan. Om de beurt waken we bij haar; dichter kun je bij een mens niet komen. Als het eindelijk gebeurt, voelt het als een verlossing.
In haar huis vol spullen sta ik met lege handen. Of toch niet: in elke hand ligt een helft van mijn hart.

*****

Hoe is/was jouw relatie met je schoonmoeder?

120 gedachten over “Johanna Jacoba

  1. Jaaa… het verhaal! Prachtig is het! Zo kun je inderdaad naar elkaar toe groeien hè. Tegen wil en dank. Het vraagt alleen maar twee mensen die naast die grote verschillen, ook een hart hebben… Dan komen die overeenkomsten toch bovendrijven. Zucht.
    Ik herken het verhaal trouwens een klein beetje omdat ik een nieuwe schoonzus heb 🙂 Als ze mijn broer blij maakt, maakt ze ook mij blij en dan zijn we een heel eind onderweg…

    • In het begin moet je allemaal aan elkaar wennen. Mijn schoonmoeder en ik zijn allebei met een gestrekt been in de “relatie” gestapt.
      Nu zou ik dat anders aanpakken, maar ja, ik ben inmiddels ook bijna dertig jaar ouder (-: Maar ik zal me nooit beter voordoen dan ik ben.
      Ik hoop dat je het straks goed met je schoonzus van vinden!

  2. Mooi geschreven Mirjam, ik had er al eens eerder iets over gelezen bij je.
    Ze had het maar met je getroffen.
    de band die ik heb met mijn schoonmoeder is wel oké, maar niet echt warm en liefdevol helaas.

    • Ik denk niet dat mijn schoonmoeder het echt met mij getroffen heeft. Mijn schoonzusje is veel zachter van karakter en past zich moeiteloos aan. Zij is ook kerks, dus dat paste helemaal in haar straatje. Maar het geeft niet, het is goed gekomen.
      Jammer van je schoonmoeder. Al was het alleen maar om nog een beetje een “moeder” in de buurt te hebben. Dat had ik je van harte gegund.
      Dikke kus ♥

Laat een antwoord achter aan Narda Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *