De hengelaar

‘Tyfuswijf, pleurt op met je kankermuil en je teringhond,’ bast een mannenstem.
Ik gluur door een berg riet naar de overkant maar zie alleen stengels. Stel dat de persoon aan overkant zit, dan is dat 150 meter bij mij vandaan. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat-ie het tegen mij heeft. Ik gooi de bal weer in het water, Rosa stuitert er achteraan en even later loop ik de bocht van het pad om.

‘Hoor je me niet, pleuriswijf. Rot op met je kolerehond!’
Aan de overkant zit een kerel met een hengel in zijn hand. Hij draagt een pet, heeft een blote bast en armen als twee rollen behang.
Ik gun alle vissers stille wateren om diep te gronden. Zie ik er een dan lopen Rosa en ik graag een slootje verder, maar om de een of andere reden voel ik voor deze man enige vijandschap dus vist-ie mooi achter het net. Automatisch schakel ik over op de dwarse reflex, negeer de man en bal verder. Wel houd ik Rosa dicht langs de slootkant.

‘Hé! Ben je doof of zo? Of mankeer je wat aan je muil? Ik heb een vrije dag! Niemand hep meer respect voor een ander.’
‘Ik ga alleen weg als je het vriendelijk vraagt!’ zeg ik.
De man aan de overkant wordt overspoeld door een zenuwaanval. ‘Met je kanker-tyfus-teringhond! Moet ik ‘m komen verzuipen?’

Die opmerking maakt me pas echt strijdlustig. Ik kan trouwens roepen wat ik wil want voordat de man bij mij is, zijn we tien minuten verder. Tenzij hij een vis met zijn handen wil vangen. En ik heb een troef in handen die ik meteen uitspeel: ‘Ik weet waar je auto staat.’
‘Wat! Waar mijn auto staat?’
‘Ja. Een mosgroene Opel toch?’

Van die mededeling moet de kerel langdurig herstellen. De blik op zijn gezicht is onbeschrijflijk. Zijn mond valt open wat een nogal niet-snuggere aanblik biedt, waarna verbijstering en ongeloof elkaar opvolgen.
Het was puur toeval dat ik ‘m vanochtend zag sjouwen met hengels, vistuig, tent, klapstoel, bier…de hele reu-te-me-teut. Omdat zijn auto bij ons voor de deur staat. Die informatie houd ik natuurlijk achter.

De visser zwijgt nog steeds.
Dat hoor ik graag.
Rosa en ik hebben genoeg van de zwempartij. Ik roep vrolijk: ‘Tot vanmiddag!’ Het is een geintje maar de visser trapt erin. Hij lijkt één stap verwijderd van een hartaanval.

123 gedachten over “De hengelaar

  1. Haha jij durft! Maar dat wisten we. Op zijn werk zullen ze blij zijn dat hij een dag af is.
    Als iemand hier zo iets zegt bellen we en nemen ze hem mee

    Je zou een paar lekkere grote honden bij zijn auto later wachten.
    Of mss even moeten zwemmen was hij lekker afgekoeld.

    Groet, Wilma

    • Zijn collega’s hangen de vlag uit als hij een vrije dag opneemt.
      Komt de politie daadwerkelijk iemand oppakken die zo tekeer gaat? Dat had ik graag willen meemaken.
      Ze zijn bij jullie veel strenger, en terecht!
      Je, een stuk of vijf Duitse Herders, haha.
      Liefs ♥

  2. ha die Mirjam
    ja we leven op een mooi klein blauw planeetje hé
    ik ben niet echt thuis het hemelse gebeuren en wat er nog verder achter ligt
    maar dat de mens z’n eigen aarde naar de kl*ten helpt is wel duidelijk
    ik ben blij dat het mooie herinneringen bracht aan een mooi land

    slaap wel groet

  3. Zo Mirjam wat een onbeschoft stuk, hij heeft er geen plezier van beleefd
    en had geen vat op jou , en maar goed ook!!
    je zult er zo één thuis hebben,je verhaal is super!!!!
    liefs een groetjes
    Christiene.

  4. Hier heb ik smakelijk om gelachen. Zo lees ik ze graag.
    Knap geschreven, Mirjam.
    Dat er echt mensen zijn met dit taalgebruik! Hoogste tijd voor wat lessen omgangskunde.
    De filmpjes kan ik niet eens afkijken. Zo erg, daar heb ik het geduld niet voor.

Laat een antwoord achter aan Rietepietz Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *