IPhones

I Phones zijn hartstikke handige apparaten. Wat je er allemaal mee kunt doen: bellen, sms’en, foto’s opslaan, internetten en mailen (handig als je als Man eigenlijk geen tijd hebt met de vrouwtjes naar een musical te gaan, dan kun je ‘de rust’ benutten om de binnengekomen mailtjes van ’t werk te lezen). En dat alles in één apparaat! Op één  voorwaarde: hij moet ’t wel doen. 

Manlief heeft het zo druk op de zaak dat Kind en ik niet meer op ‘m wachten met avondeten. ’t Is sneu, en we hebben ’t liever anders, maar ’t went ook. 

Kind krijg wel rond 6 uur hevige aandrang haar Pa ff te bellen en da’s wel zo handig, want dan hoor ik direct hoelang Man nog  bezig is, of dat hij al bijna in zijn bolide stapt. Eenmaal ingestapt is de afspraak, dat hij op tien minuten rijden van thuis, even belt en zegt: “Nog tien minuten.”Dan schiet ik als keurige huisvrouw direct overeind en kook braaf nieuwe spaghetti of braad een vers stukje vlees, zodat ie geen opgewarmde sliertjes of slap lapje hoeft te eten. Dan kan de Heer des huizes thuis bovendien meteen aanschuiven en eten. Dankzij de telefoon. Werkelijk enorm praktisch zo’n apparaat. Als ie ’t DOET dan hè? 

Nu is de Phone  van Man een maandagochtendmodel. Hij toog reeds vele malen naar de helpdesk binnen ‘t bedrijf, maar zodra hij daar één voet over de drempel zette, deed ’t apparaat ’t als door een wonder getroffen. Onderweg in de auto dan weer nooit.

Ik kreeg een sik van dat stuk mobiel en had ‘m het liefst in de Kliko gekeild. Vriendelijk vroeg ik Man de Phone aan mij te geven.

“Voor wat?” vroeg hij achterdochtig. Dat is omdat hij mij kent.

“Nou, dan neem ik ’n emmer sop, laat je Phone erin vallen en kun jij op ’t werk zeggen dat je vrouw ‘m in een emmer sop heeft laten vallen. Hoef je ook niet te liegen.” Man vond mijn lumineuze idee maar niks. “Nee, dat is niet mijn stijl,” zei hij met een veelbetekenende blik in mijn richting. “Heb jij soms een beter idee?” vroeg ik?  Hij schudde nee en zuchtte diep.

Mijn man, hij ploeterde voort. Liep telkenmale maar naar die helpdesk. Voorheen als Man niet belde, was ’t nog: geen nieuws, goed nieuws, maar dat was nu steeds maar de vraag. Ik kon er niet meer tegen.

Straks staat mijn Lief met pech langs de weg, of hij voelt zich onwel en wat dan? Kan hij niemand bereiken! Dus: weg met die K.U.T.(Kwalitatief Uitermate Teleurstellende) telefoon.

Ik ben toen heeel boos geworden en heb ergens mee gedreigd. Ik zeg niet waarmee, er zijn tenslotte grenzen, maar Lief had wel heel snel een nieuwe Iphone. Van het werk dan hè, net als de vorige.

En nu gaat mijn man weer bereikbaar door het leven.  Ik ben helemaal in mijn nopjes. Manlief en Kind ook!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *