Weekend-uitje

Keek op de week (91)

Leve de lente! Narcissen staan naast tulpen te trompetteren in tuin. Anemonen, speenkruid, blauwe druifjes, viooltjes, camelia, primula’s, vaste planten die uit grond schieten…. Moeder Natuur doet niet aan lockdown. Goddank.
Bij de weg: wat vind je van ons weekend-uitje?

Bieb is dicht.
“Er waren teveel contactmomenten,” staat in e-mail.
Vreemd. Is er altijd stil en doe alles zelf. Zou er eenzaam van worden. Boeken zoeken, inloggen met pas in computer, boeken scannen, bon printen, afsluiten. Komt geen ander mens aan te pas.
Misschien tekort aan personeel?

Ooit vernomen dat aardappelschilmesje werd getroffen door metaalmoeheid? Ik zeg het je. Schilde kiwi en hield alleen handvat in rechterhand. Het was een eh… kwalitatief uitermate teleurstellend mesje. Een kutmesje, dus. Dacht: zal je zien dat mesjes gehamsterd zijn. (In VS hamsteren ze wapens.) Doch rek hing vol, kocht voor 0,49 cent nieuwe en die schilt als brandweer.

Zeven! vrouwen liepen lachend en zigzaggend over smalle wandelpad. Voor mij was er geen plaats in herberg. Stapte voor honderdste keer met Rosa berm in. Hoezo social distancing?
Vroeg: ‘Zou u alstublieft aan één kant willen lopen? Dan kan ik er ook langs?’
Wij mankeren niets, hoor!’ riep eentje frivool.
‘Maar ik wel!’ loog ik hardop.
Als bij kanonslag gingen ze in ganzenpas aan kant lopen.
‘Dan moet u binnen blijven, mevrouw,’ riep een aantal door elkaar.
Frappant dat ze ineens wél regels kenden.
Achterdochtig keken ze me na.
Stak -enigszins gefrustreerd – tong uit en riep daarna hatsjie!

Kwam in losloopgebied buurvrouw van hoek tegen. Noem geen rugnummer want wil vrouw niet in verlegenheid brengen. Voerden op twee meter afstand gesprek, over – what else? – dat verschrikkelijke virus.
Over hoe kwetsbaar onze ouders zijn.
Ik zei: ‘Eigenlijk zouden we oud geboren moeten worden en daarna jonger worden.’
‘Daar is een film over!’ riep ze. ‘Met Brad Pitt.’
‘O!’ riepen we tegelijk, grepen naar ons hart en konden ternauwernood aanval van flauwte voorkomen.
Weer bijgekomen, peinsde ze hardop: ‘Hoe heet die film nou? Ik heb ‘m drie, vier keer gezien. Er zit ook echt een verhaal in, hè? Hij is een oude baby, wordt steeds groter, jonger en knáp!’
‘O!’ riepen we weer. Ditmaal was het met ons gedaan; vielen flauw van begeerte in gras.
Onze honden speelden lustig voort. Zij hadden rijk alleen.
Krakend kwamen we overeind. ‘Hij is net zo oud als wij, hè?’ zei buurvrouw.
‘Alleen is hij cosmetisch strakgetrokken.’
‘Ja, dat was hard nodig ook.’
We proestten.
‘Stel dat Brad Pitt bij me aanbelt,’ zei ik. ‘Stuur ik ‘m naar huis. Anderhalve meter is anderhalve meter. Of wil jij ‘m?’
We gierden. Hadden liefst slap van lach in elkaars armen gevallen.

Postcrossing:
Good news, Mirjam!
Astrid aus Bielefeld, Duitsland, schreef: “I think a dog is the only creature in the world that loves you more than itself.”
I totally agree, Astrid. But why stuur je uitgerekend kaart met vastgebonden Labrador in  regen?

106 gedachten over “Weekend-uitje

  1. Inderdaad nog veel misverstanden wbt Corona, zoals in je stukje te lezen is. Mensen worden zich wel steeds bewuster gelukkig door voorlichting dat bijna dagelijks te lezen en op tv te zien is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *