Ganzendate

 

Bewapend met een zak oud brood, glibberde ik op de fiets naar de Tiendwegnaar de buitenbeesteenden. Terplaatse kiepte ik de zak om en wat me toen overkwam! Het leek ‘birds’ wel van Alfred Hitchcock. Het werd in één keer zwart van de eenden en meerkoeten. Ze wilden er allemaal als eerste bij zijn en stortten zich massaal op het brood en op elkaar. Nadat elke broodkruimel was verslonden, hadden ze nog steeds trek en keken verlekkerd naar mijn schoenzolen.

Eén gans werd heel persoonlijk en had nog zo’n honger dat ie zelfs naar mijn vingers hapte. Ik kreeg toen medelijden. “Ik kom terug,” heb ik ‘m maar beloofd. 

Nou, toen naar de buurtsuper, want ja, ik had dus die ganzendate.

“Wat is het goedkoopste brood wat jullie hebben?”vroeg ik aan de brooddame.

“Deze mevrouw, een heel brood voor 1,19.” 

“Doet u mij er daar maar twee van.” Heel even voelde ik me een Gooische mevrouw, een big spender. Na de aankoop wilde ik zo snel mogelijk naar mijn afspraakje.

Weer terug, werd ik door de gans en de eenden begroet alsof ze me al járen kenden (of zou dat toch de broodzak komen).  Hoe dan ook, ik heb er in korte tijd massa’s vrienden bij gekregen. En dat voor maar 2,38! Daar kun je in de kroeg hooguit één persoon van trakteren!

Autopech

Vriendin moet in de vrieskou weg met haar o zo fijne auto. 

Ze stopt de sleutel in het slot, lukt, ha!

Draait de sleutel om, ha!, lukt ook.

Maar dan… ah, nee hè! Krijgt ze de deur niet open. Zit het rubber van de deur vastgevroren aan het ijzer. Dat heeft zij weer. Wat nu? Zakjes warm water ertegen houden? Er zachtjes op plassen?

Jeez, hoe lost ze dat nou op?

Wacht, eerst gaat ze even de ruiten schrappen, wie weet wil de deur daarna wel open, of wordt ze overvallen door een goed idee. Zo niet, ja, dan zit er niets anders op dan dat ze moet gaan toveren.

Raam na raam verliest zijn ijs. Als laatste is het passagiersraam aan de beurt. Vriendin schrapt en krabt. En wat ziet zij daar? Als zij recht door het raam naar de ‘overkant’ kijkt?

Het zwarte palletje van de deur staat nog steeds ingedrukt. Oftewel: de deur is nog niet eens van het slot geweest! Echt weer een typische Vriendin-actie.

Juttersjas

“Kijk,” zegt Vriendin, “dit is mijn juttersjas.”

“Cool,”zeg ik.
“Nee, hij is juist heel warm. Op Schier (dat is short voor Schiermonnikoog, wat zij hardnekkig ‘Schiermeeuwenoog’ noemt) was een container aangespoeld, die ergens op zee overboord was geslagen.” Ze vertelt hoeveel werk het voor de eilanders is, om al het zand eruit te krijgen. Dat ze eerst buiten rubberbootjes met water vullen om het meeste zand eruit te spoelen, want ja, dat zand is tuig voor hun wasautomaat.

“En na dat spoelen worden de jassen gewassen, gewassen, gedroogd, gewassen. En zelfs nú zit er nog zand in, hier, voel maar.” Gretig graai ik in Vriendins binnenzak, ja hoor, verhip, echt zand! “Goed hè?” zegt ze bijna trots. “Op Schier was ook nog een container met printers aangespoeld, maar de container met cartridges weer op Ameland.”
“Kunnen de eilanders nu met elkaar kwartetten?” vraag ik geïnteresseerd, “mag ik van jou tien cartridges, dan krijg jij van mij één printer.” “Nee, de printers waren allemaal gezandstraald aangespoeld, heel erg nutteloos.” Ik smul van haar verhalen. Ze vertelt zo smeuig; ik kan de zee bijna ruiken. “Ja, lekker,”zegt ze, “ik lust nog wel koffie.” Droog over komen kan ze ook.

Als ze weer weggaat, na nog een koffie dus, zegt ze: “En dit is echt vossenbont”, wijzend naar de harige rand rondom haar capuchon.
“Nietes,” zeg ik.
“Welles.”
“Dan vind ik jou een dom bontje.”
“Ach, maar het geeft toch nix, die vos is al lang dood.” Daar meent ze niets van, want zij en dieren. “Dom bontje,” herhaal ik. “Oh, maar hij is hartstikke nep.” “Wist ik toch. Kom maar gauw weer een bakkie doen.”
“Ja, tot gauw.”
Dat gauw duurt altijd veel te lang.

Schapen op drift

Als er één schaap over het ijs loopt…

volgen er meer. Niet gehinderd door een hek of natte sloot, glibberen schapen doodleuk over het ijs naar de overkant. Ze lopen kris kras over de weg naar de ram bij de ‘buren’, een aantal weilanden verderop. Terwijl de meeste ooien dan al een ‘buik vol pootjes’ hebben, oftewel drachtig zijn. Nog een hele (koude) klus voor elke boer om het juiste schaap weer op het juiste weiland te krijgen! Het verkeer heeft weinig hinder van de losbandige schapen, omdat de Tiendweg slechts een weg van plaatselijk belang is.