Ze mag me dan dierbaar zijn, soms zou ik Kindlief met plezier achter het behang willen plakken. Vandaag is soms.
Chagrijnig staat ze voor de deur. Ze kwakt haar overvolle tas op de gangvloer en steekt geïrriteerd van wal: “Ik wil nú op muziekles!” Ja, dat ze op muziekles wil, was mij de laatste weken al duidelijk geworden.
“Maar,” help ik haar herinneren “eerst komt theorieles + examen en dán pas kun je een instrument kiezen.” “Nou, das niet waar,” zegt zij “toevallig gaat dat héél anders, hoe precies anders weet ik ff niet, maar niet zoals jij het zegt.”
Ze neemt plaats op de wc en met de deur ver genoeg open, vraagt ze: “Waarom mag ik niet naar muziekles?” “Omdat jij zelf niet weet wat je wilt. Je wilt op zangles; gitaarles; een uur extra naar dansles; en keybordles. Fijn dat je vader en ik een tijdje geleden op jouw uitdrukkelijk verzoek geen paard voor je hebben gekocht. (‘Ik hoef alleen maar een paard, verders niks!!’) want nu rijd je niet eens meer paard! Ik kan jou niet overal je zin in geven.” Nou, zij ziet daar anders het probleem niet zo van in.
Samen met haar grote boodschappenlucht probeert ze mij haar mening op te dringen, een uitzichtloze situatie, zo weet ze. “Als je over een half jaar nog steeds op muziekles wilt, prima, maar dan moet het nog steeds goed gaan op school en ga je een uur sport minderen.” “Grmpf.” De sfeer in huis gaat er niet op vooruit. De lucht ook niet.
Na haar wc-bezoek wast ze haar handen, spettert alles onder, laat ze zich met een plof op de bank vallen, en deelt mee dat ze best iets te drinken lust. Vermoeid stop ik de rest van haar betoog. “Vandaag heb ik je gemist,” zeg ik, “en nu je thuis bent, vind ik er niks aan.”
“Weet je wat?!” ze veert enthousiast omhoog. “We doen het nog een keer over! Ik ga opnieuw voor de deur staan, ik bel aan en dan doe jij de deur open, net als de net, maar nu doen we gezellie.”
Ik lach geamuseerd.
Drie tellen later staat ze weer voor de deur, drukt op de bel en doe ik open. We vliegen elkaar om de nek. Zo, das beter. Tijd voor koffie en een sappie. Mèt iets lekkers, natuurlijk,want ja,we hebben wat te vieren!