Dertig!

Vol bewondering en verwondering las ik al die stukjes van die Bloggers op dat net. Verbaasd, dat ze elke week genoeg meemaakten om over te schrijven. En dan vaak ook nog van die leuke stukjes. Heremetijd, waar haalden ze al die verhalen toch vandaan? Hebben ze zo’n opwindend leven, veel fantasie, ritsen kinderen of grote duimen misschien? Ik zou ook zo graag bij die Bloggers willen horen, maar hoe kom je daarbij? En ik maak haast nooit wat mee. Waar haal ik dan inspiratie vandaan? Ik had het al bijna opgegeven voordat ik er goed en wel aan begonnen was.

En nu? Vandaag pletter ik bijna van verbazing achter mijn toetsenbord vandaan. Kijk nou, echt, heus, het staat hier: ik heb al 30 stukjes geschreven! Miljaar! Wie had dat kunnen (be)denken. Of ze allemaal even leuk zijn, laat ik in het midden. Maar ze stáán er wel!

Ik geef toe, soms heb ik meer transpiratie dan inspiratie. Maar evenzo struikel ik vaak over mijn eigen woorden op het toetsenbord. Het is geen plicht, dat schrijven, want ik wil nou eenmaal nooit wat ik moet. Ook geen slaafje van mijn eigen blog zijn dus.

Enne… ’t houdt me van de straat!

Dierbaar

Mijn Kind; ze is me zo dierbaar, en ze is zo lief. Thuis uit school zit ze boven op haar kamer keyboard te spelen.  Ik heb een dip en sta te janken in de keuken. Geeft niks, ze hoort me toch niet want ze heeft haar koptelefoon op. Denk ik.

Ineens staat ze voor m’n neus: “Heeej…wat is er met jou? Heb je slecht geslapen?”

Ik knik. Knikken is genoeg. Ze geeft me een knuffel en een zoen.  

“Mam, het spelen gaat goed, joh. Wil je een stukje horen?”

“Ja, reken maar,”zeg ik.

Gestoken als door een bos vlooien stuift Kindlief de trap al op. Ik zet de achtervolging in.  

Zij gaat op de grond voor haar keyboard zitten en ik laat me met een enorme plof op haar zitzak vallen. Zo, wij zijn er klaar voor. Zij speelt en ik luister. Ze speelt het beginstuk van ‘Clocks van Coldplay’ en daarna de titelsong van ‘de Titanic’ en als grapje sluit ze vrolijk af met de ‘weddingmars’. Ik applaudisseer, en terecht, want het klonk verdraaid goed!

Dat zij zichzelf in zo’n korte tijd, zoveel muziek heeft leren spelen, en nog wel met twee handen. Wat zit er toch veel talent in haar puberlijf, of denk ik dat alleen omdat ik haar moeder ben? Ik krijg geen tijd hierover na te denken, want overeind springend vraagt ze: ”Wil je koffie, ja? Dan ga ik het zetten en dan drinken we het hier op, ja?” Ze stuitert van enthousiasme.

Ik lach breeduit, “Ja joh, leuk en gezellig!”

Zij is dan al halverwege de trap, op weg naar de keuken. Ik hoor hoe ze in de weer is met kopjes en bekers, de koelkast die open en dicht gaat, een vallende koektrommel, het geluid van de Senseo…

Ineens betrap ik mezelf erop dat ik glimlachend op Kinds zitzak zit, wachtend op koffie, koekjes, maar  toch vooral op haar. Wat heb ik eigenlijk weinig nodig om gelukkig te zijn. Of is het nou juist veel? Ik weet ’t niet. In elk geval: geen dag met Kind is dezelfde, dus tel uit die winst! Ik zucht tevreden. Mijn kind, zo dierbaar en zó lief. Of had ik dat al gezegd?

 

The day after

Zondag, de dag na de ‘party’, was ook fijn. Uitgeslapen en veel koffie gedronken. Bella was blij dat ze uit haar hokje kon en rende frivool rondjes om de tafel, zachte bromgeluidjes makend en na elk rondje poepte ze een keuteltje. Kind heeft dertien  knikkertjes opgeruimd!  Na het eten van groene, strekte Bella zich vergenoegd uit op het kleed. Wat een goed begin van een konijnendag! 

Buiten was het prutweer. Er viel sneeuw die twijfelde of ze zou blijven liggen. Hardnekkig als anders trokken wij er toch op uit. Om ons binnen te houden, is meer nodig, huh!

Wij zaten wel een beetje met al het gebak dat we over hadden in ons maag, want waar laat je zoiets? We lieten ons niet kennen en begonnen keurig zoals het hoort met het eten van een stuk taart op een schoteltje. Daarna keken we elkaar aan en holden naar de keuken waar we elkaar zowat verdrongen rond de gebaksdozen. Gretig snoepten we alle lekkere bovenkantjes ervan af: eerst de chocolaatjes, toen de vruchtenjes en de slagroom…We bleven eten tot we niet meer kónden. Pfff, ik plofte er bijna van, zó lekker. 

Toen zaten we zo vol dat we elkaar twee uur later afvroegen: kunnen wij vandaag nog wel warm eten? Nou ja, als je maar lang genoeg wacht, komt de trek vanzelf.

Veel te snel was de zondag al weer om. We hadden nog massa’s andere dingen willen doen, maar ja, time flies when you’re having fun.

Verjaardag

 

 

 

 

 

 

Sjonge, wat ben ik blij dat ik gisteren (zaterdag) mijn verjaardag heb gevierd. Ik moet er niet aan denken dat ik er vanaf had gezien, want ik heb een caDOOS (alleen door ingewijden te begrijpen) gekregen, het is echt niet gewoon zoals ik verwend ben!

Een zelfgemaakte kaart van Nichtlief met een eeuwig bloeiende blauwe bloem, zo jong en het is al alsof zij mijn smaak kent!

Ik heb een bedlichtje gekregen dat precies bij mij past, want het heeft (net als ik dus) een gebruiksaanwijzing die er niet bij zat. Gelukkig heeft mijn Broer er een kritische en technische blik op geworpen en nu werpt dat ding toch licht op de zaak.

Van de jeugd een heuse Trollbeadskraal gekregen. Je kunt wel merken wat zij doen in hun vrije tijd:  werken, ha!  en daar pluk ik de vruchten van.

Voorts een prachtige muts voor koude dagen. Kun je je iets flatteuzers voorstellen als ik die opzet?

De plaatselijke bloemenzaak kon een uur eerder sluiten, want familie had aldaar massaal bloemen en ander moois ingekocht.

En er hing een sfeertje in huis… Behalve door de visite, kwam dat ook doordat de lichtjes zo leuk brandden in het Franse huisje; de oh’s en ah’s waren dan ook niet van de lucht.  En ik heb ik kipjes gekregen om erin te zetten. Waar een Blog al niet goed voor is.  

Het is eigenlijk teveel om op te noemen, maar, alla, ik ben baas op eigen Blog, dus plek zat.

Manlief snurkte vannacht aan één stuk door, maar niets mocht de pret drukken: ik lach heel tevreden wakker!

IPhones

I Phones zijn hartstikke handige apparaten. Wat je er allemaal mee kunt doen: bellen, sms’en, foto’s opslaan, internetten en mailen (handig als je als Man eigenlijk geen tijd hebt met de vrouwtjes naar een musical te gaan, dan kun je ‘de rust’ benutten om de binnengekomen mailtjes van ’t werk te lezen). En dat alles in één apparaat! Op één  voorwaarde: hij moet ’t wel doen. 

Manlief heeft het zo druk op de zaak dat Kind en ik niet meer op ‘m wachten met avondeten. ’t Is sneu, en we hebben ’t liever anders, maar ’t went ook. 

Kind krijg wel rond 6 uur hevige aandrang haar Pa ff te bellen en da’s wel zo handig, want dan hoor ik direct hoelang Man nog  bezig is, of dat hij al bijna in zijn bolide stapt. Eenmaal ingestapt is de afspraak, dat hij op tien minuten rijden van thuis, even belt en zegt: “Nog tien minuten.”Dan schiet ik als keurige huisvrouw direct overeind en kook braaf nieuwe spaghetti of braad een vers stukje vlees, zodat ie geen opgewarmde sliertjes of slap lapje hoeft te eten. Dan kan de Heer des huizes thuis bovendien meteen aanschuiven en eten. Dankzij de telefoon. Werkelijk enorm praktisch zo’n apparaat. Als ie ’t DOET dan hè? 

Nu is de Phone  van Man een maandagochtendmodel. Hij toog reeds vele malen naar de helpdesk binnen ‘t bedrijf, maar zodra hij daar één voet over de drempel zette, deed ’t apparaat ’t als door een wonder getroffen. Onderweg in de auto dan weer nooit.

Ik kreeg een sik van dat stuk mobiel en had ‘m het liefst in de Kliko gekeild. Vriendelijk vroeg ik Man de Phone aan mij te geven.

“Voor wat?” vroeg hij achterdochtig. Dat is omdat hij mij kent.

“Nou, dan neem ik ’n emmer sop, laat je Phone erin vallen en kun jij op ’t werk zeggen dat je vrouw ‘m in een emmer sop heeft laten vallen. Hoef je ook niet te liegen.” Man vond mijn lumineuze idee maar niks. “Nee, dat is niet mijn stijl,” zei hij met een veelbetekenende blik in mijn richting. “Heb jij soms een beter idee?” vroeg ik?  Hij schudde nee en zuchtte diep.

Mijn man, hij ploeterde voort. Liep telkenmale maar naar die helpdesk. Voorheen als Man niet belde, was ’t nog: geen nieuws, goed nieuws, maar dat was nu steeds maar de vraag. Ik kon er niet meer tegen.

Straks staat mijn Lief met pech langs de weg, of hij voelt zich onwel en wat dan? Kan hij niemand bereiken! Dus: weg met die K.U.T.(Kwalitatief Uitermate Teleurstellende) telefoon.

Ik ben toen heeel boos geworden en heb ergens mee gedreigd. Ik zeg niet waarmee, er zijn tenslotte grenzen, maar Lief had wel heel snel een nieuwe Iphone. Van het werk dan hè, net als de vorige.

En nu gaat mijn man weer bereikbaar door het leven.  Ik ben helemaal in mijn nopjes. Manlief en Kind ook!