Keek op de week (186)

Kersthond
In plaats van kunstboom tuigden wij Rosa op. Alleen voor foto. Hond vond er geen pest aan.
‘Moet je eens in die auto kijken,’ wees buurman naar zwart Uppie.
Stond in dubio, want vind moeten bah-woord. Nieuwsgierigheid won. Kreeg ademnood van wat ik zag. Verrotte bananenschillen, as, peuken, beschimmeld brood, afgekloven kippenpoten, bruine drab, stukken mandarijn en vieze kleren. Op de passagiersstoel, ernaast, de achterbank en de vloer: alles bezaaid met troep.
‘Jeetje,’ zei ik ontgoocheld. Meer kwam er niet uit.
Wist wie eigenaar was: lange man in zwarte tot grijs verwassen kleding. Ongewassen haar, en sjekkie bungelend tussen lippen. Zou hij door honden zijn opgevoed?
Buurman amuseerde zich over mijn verbazing. ‘Bij hem thuis is het nog erger. Buren hebben stankoverlast.
‘Als hij uit zijn auto stapt,’ zei ik, ‘gaat hij tegen Christa’s heg staan piesen, terwijl het zeven meter lopen is naar zijn eigen voordeur. Ik zou hem opwachten, en emmer water over hem heen gooien.’
‘Daar is die vrouw veel te braaf voor,’ zei buurman. ‘Kan jij het niet voor Christa doen? Dan kom ik kijken,’ stelde hij voor.
Had er afschuwelijk veel zin, maar buurman zoekt maar andere vrijwilliger.
‘Heb apparaatje gekocht waarmee ik apps op tv kan zetten,’ zei Man. Geen idee wat ik met die info moest, maar gun hem gadgets.
Na middag en avond prutsen, gedoe met stekkers en veel zuchten, zei Joris: ‘Google Appstore! Pathé!’ Daarna: Google, hoe laat is het?’
Toonloze vrouwenstem antwoordde: ‘Half tien.’
‘Google, hoeveel graden is het?’
‘Acht graden.’
Volgens mij bestaat die laatste mogelijkheid eeuwen, maar wie ben ik?
Omdat interesse tonen in partner basis is van goed huwelijk, vroeg ik: ‘Wat doe je?’
‘Ik geef Google opdrachten,’ klonk het enthousiast.
‘Maak je ook eens mee dat een vrouw je op je wenken bedient,’ zei ik.
Dát was in elk geval wel nieuw.

Curaçao
Keek naar zonovergoten foto’s van Roos en Dirk op Curaçao. Dacht: oh ja, zó ziet zon er uit. Roos in bikini met kerstmuts. Schommelend boven zee. Snorkelend erin. Ze appte: ‘Net of ik in Oceanium in Blijdorp zwem. Zie zelfs zeepaardjes! Morgen schildpadden kijken.’
Mijn liefje, mijn liefje, wat wil je nog meer?
Géén kakkerlakken in slaapkamer.
‘Weet u welke aardappelpuree ik moet hebben?’ vroeg oudere man in super. Hij had pokdalig gezicht en vriendelijke ogen. ‘Het is voor stamppot,’ voegde hij eraan toe.
‘Voor hoeveel personen kookt u?’
‘Voor mij alleen.’
De keuze was reuze. Zei na enige bestudering: ‘U kunt alle soorten puree gebruiken. Deze is goedkoopst, want er zitten twee porties in. Die kunt u halveren door helft van opgegeven hoeveelheid water te gebruiken.’
Onbekende vrouw schimpte in voorbijgaan: ‘Aardappelpuree uit zakje vind ik smerig.’
‘Feest’dagen brengen kennelijk beste in mensen naar boven.
Haar achterwerk was even breed als winkelwagen waar ze achter liep.
Ook te weinig zon gezien. Zei vergevingsgezind: ‘Sommige mensen vinden aardappels stampen zielig.’
Grap ontging vrouw; ze bleef steken in ergernis. ‘Tegenwoordig mag je niks meer zeggen!’ snauwde ze.
Pureeman riep: ‘Mens, had dan je waffel gehouden!’
Een nuttig advies van Koot en Bie:
‘Mensen, hou het simpel: leef met vlag en wimpel!’