Keek op de week (49)
In Cultuurhuis stond delegatie mensen in deftige dracht. Plus een tv-camera. Als ik ergens stress van krijg, is het van een (tv)camera.
‘Wat is er aan de hand,’ vroeg ik aan willekeurig slachtoffer.
‘Om vier uur wordt het wandkleed naast ingang onthuld.’
Bracht vliegensvlug geleende boek terug bij bieb. Wilde weg, maar daar had je het gedonder al. Buitendeur bleek gesloten en presentatie begonnen. Keek koortsig in het rond op zoek naar ontsnappingsmogelijkheid.
Pedante man met zijden sjaaltje om de nek riep gezaghebbend: ‘Pak een stoel en ga zitten!’
Dat maak ik toevallig zelf wel uit.
‘M’n hond zit buiten,’ mompelde ik.
‘Die zit er over een halfuur nog steeds, mevrouwtje.’
Wat een poeha! Neem ik toch de nooduitgang. Drong dwars door menigte in richting van verlossende deur.
‘Wilt u naar buiten, mevrouw?’ vroeg zeer, zéér vriendelijke man.
‘Graag,’ zei ik met stralend gezicht. Hij leidde me naar artiestenuitgang en hield zelfs de deur voor me open. Ga deze vrijwilliger voordragen voor lintje bij de koning.
Schreef jaar geleden in Keek op de Week dat ik wilde huilen, schreeuwen, slaan, en gooien met servies. Want: ik was te laat met insturen van Top 2000-lijst. Lurkende binge lezeres was zo vriendelijk mij op deze grove misrekening te attenderen. David Bowie staat maar vijf keer in m’n lijst. Heb me ingehouden. FB-vrienden kunnen lijst bekijken.
Joris’ driedaags congresbezoek aan hoofdstad was moeite waard.
‘Portier voor de ingang. Waanzinnig vriendelijk personeel. Jas en gepakte biezen werden bij balie aangepakt en naar hotelkamer gebracht. Lunch was toppie. Niet deelgenomen aan gezamenlijk diner. Duurde drieënhalf uur! Heb gewoon in restaurant van hotel gegeten.’
Ik voelde iets merkwaardigs in mijn maagstreek. ‘Ben je burgerlijk ongehoorzaam geweest?’
‘Inderdaad,’ gniffelde Man. ‘Je hebt gelijk: je voelt er niets van. De douche was apart, joh. Die stond midden in de kamer. Als je in bad lag, had je uitzicht over de stad. En op andere badgasten.’
‘Kon je die zien liggen?’
‘Uh… nee. Ze lagen te ver weg.
‘Had nou de verderkijker maar meegenomen.’
‘Jaha, een gemiste kans. Toen ik terugkwam van diner, was m’n bed opengeslagen, en lag er op de grond een handdoek met twee pantoffels erop.’
‘Dat méén je niet.’
‘Jawel.’
Ik complimenteerde Man: ‘Knap dat je naar huis teruggekomen bent.’
‘Miste m’n bed. Heb nog een keer aan je gedacht.’
‘Eén hele keer? Toe maar.’
‘Was bij presentatie. Werd kort filmpje getoond waarin David Bowie in 1999 geïnterviewd werd door BBC-journalist Jeremy Paxman. Bowie voorspelt dat over 20 jaar internet hét communicatiemiddel wereldwijd zal zijn. Journalist had z’n bedenkingen en keek very bored.’
‘Jij niet,’ zei ik. ‘Jij ging staan, maakte van je handen een roeptoeter en brulde: “My wife is Bowie’s biggest fan!” Waarna eerst verbaasde blikken, maar daarna een daverend applaus volgde.’
Man schaterde van de lach, maar werd tegelijkertijd beetje blozerig van het idee.
Zo leuk sneu! Heb hard gelachen geweend. Joris kon niet slapen in eenpersoonsbed. Hotelkamer lag op tiende verdieping pal naast vier liften…