De bloterik

Keek op de week (33)

Leven van onze studente gaat over rozen.
Naar Ziggo Dome voor concert van Shawn Mendes. Aansluitend overnachting op loopafstand in hostel voor vrouwen. Volgende dag werken in Haarlem.
’s Nachts om 02.00 uur bus in voor dagtrip met vriendin naar Euro Disney. ‘Voor 35.00 euro mam, da’s geen geld,’ aldus Roos. ’s Nachts zelfde tijd weer retour met bus.
Uitje met pannenkoekboot van Erasmuskoor. High-tea met vriendin op Euromast. Lunchen met vriendinnen in stad en BMG-uitje van studiegroep naar escape-room.
Plus nog twee dagen werken en naar bijleskind. Alles in één week. Iemand nog peultjes?

Ken je dat? Dat je in ziekenhuis toiletruimte instapt. Je drie deuren ziet. Bij één naar binnen stapt, plast, naar buiten stapt, handen wast en niet meer weet welke deur naar uitgang leidt. En dat dat steevast laatste deur is?

Had ik weer. Liep op Piratenpad (you name it en de Krimpenerwaard heeft het) en halverwege in bocht bij veel bosjes stond man in adamskostuum. Piemeltjenaakt met nadruk op TJE.
Mijn hoofd dacht: bloot-  buiten – koud: die is mesjogge. Vast een type met matige impulsbeheersing.
Was niet van plan om te keren. Had probaat middel in hand: Rosa’s ballenwerper. Oh…woordspeling.
Waar was die hond eigenlijk? Keek achterom en zag aan beweging in Koolzaad en Fluitenkruid waar ze liep. Riep hard: ‘Roooooo-sa!’
En verrek – doet ze anders nooit- ze kwam hoppend door hoge kruid aanrennen.
Ik gebaarde met ballenwerper naar TJE en zei met killerblik tegen kerel: ‘Pas maar op, je bent ‘m zo kwijt.’
Niet gezelligste openingszin, wel uiterst functioneel.
Glimlach van man verdween als die van Melania zodra Donald zich omdraait.
Heb nimmer gebukte man met twee handen tussen zijn benen zó snel bosschages in zien vluchten.
I hope he fell somewhere with his reet in the prikkeldreet.

Heb onderscheiding gekregen. Niet geslagen als ridder – had terug geslagen. Geen kruis – heb ik al. En ook geen lintje. Wat dan wel?
Het heeft Compassion in world farming behaagd mij een roze Moeder-voor-Moedervarkens’ armband te schenken vanwege solidariteitsactie. Doe mee en ban krappe kraamkooien in de vee-industrie! Teken hier de petitie.

Ga verder met boekje over Joris open te doen. Titel luidt: zo zag u hem nog nooit.
Man leest nooit mijn blog, kan dus schrijven wat ik wil.
Deel twee: Joris klaagt dat ik nooit iets doe wat hij wil. Aansteller! Als hij Roos en mij aanspoort kleding van nieuwe collectie te kopen, hóllen we voor ‘m. Geven hem niet teveel zijn zin. Alles met mate. Ik hoor het ‘m zeggen.

Stuurde dit schots en scheve handschrift op een kaart naar Dien. Zij maakte een foto, zette ‘m op haar blog waar ik ‘m weer vandaan jatte. Cirkel is nu rond.
Niet bepaald voer voor psychologen: handschrift is van persoon met chaotische inslag.

David

Na het voeden legt Martha haar zoontje terug in zijn bedje en geeft een kus op zijn donkere haartjes. Terwijl ze haar omslagdoek strakker om haar heen trekt, klinkt er een klop op de buitendeur.
Martha schrikt van het geluid. De angst zit diep vanbinnen. Razzia’s, huisuitzettingen, vergeldingsmaatregelen, deportaties…ze heeft het allemaal gezien.
Ze luistert. Buiten is het stil op het huilen van de wind na.
Haar man is eten en brandstof vergaren. Het is geen vetpot maar ze kan elke avond zonder honger naar bed omdat haar man de helft van zijn rantsoen aan haar geeft.

Het geklop klinkt weer; ditmaal vier keer kort achter elkaar, alsof het haast heeft.
Martha sluipt naar het verduisterde raam en gluurt tussen de afgeplakte kranten door. Een smal silhouet. Het zou een vrouw kunnen zijn. Of niet. Eén ding weet ze zeker: het is geen mof.

Ze rilt, loopt naar de deur en opent ‘m.
Voor haar staat een vrouw. Haar jas slobbert om haar lichaam; haar gezicht is getekend door stress, angst en uitputting maar vooral door een honger die zijn weerga niet kent.
In haar armen draagt ze een kind. Ze strekt haar armen uit en gebaart tegelijkertijd dat Martha de baby van haar moet aanpakken.
‘Zorgt u voor hem,’ smeekt de vrouw.
Martha laat haar het kind in haar handen duwen. Onbeweeglijk blijft ze staan. Het lijkt of haar hersenen stilstaan, en haar ogen en oren slechts kunnen waarnemen.
De magere vrouw loopt alweer weg. Haar benen lijken op dunne stokken. ‘Zorg goed voor hem!’ roept ze huilend. ‘Hij heet David.’ En zachter: ‘Hij is een Joodse baby…’

Werktuigelijk klemt Martha het kind tegen haar borst en wikkelt de omslagdoek om hem heen. Ze wil roepen, schreeuwen, maar elk woord loop vast in haar keel.
Pas als de vrouw uit het zicht verdwenen is, komt Martha tot leven. Gehuld in kippenvel stapt ze naar binnen en sluit de deur. Verbijstert kijkt ze naar de baby in haar armen. Hij lijkt te zwak om te huilen. Ze gaat zitten en geeft hem de borst. Ze kijkt naar het sterk ondervoede gezichtje met een mondje dat nu nog krachteloos van haar melk drinkt.

Wat zal haar man van David vinden? Terwijl ze de vraag formuleert, weet ze het antwoord al. Hij zal geen kind aan zijn lot overlaten. Nooit! Joods of niet.

Wist de vrouw dat zij een kind aan de borst heeft? Waar komt ze vandaan? Zouden de buren iets van het bezoek gemerkt hebben? Wat is Davids achternaam? Voor een vrouw alleen is het een hachelijke onderneming tegen spertijd op straat te zijn.
Hoe langer ze er over nadenkt, hoe meer bewondering ze krijgt voor de wanhoopsactie van de moeder. Een daad van oprechte liefde. Met een hand veegt ze haar wang nat. Hoe graag ze ook zou willen, ze kan dingen niet veranderen door ze te betreuren.

Martha’s vragen zullen voor altijd onbeantwoord blijven.

Waar is de mol?

Keek op de week (32)

Goede traditie op Koningsdag is Broer tegenkomen op kermis (zoenen!)
Ging samen met nicht in woest rond-draai-ding. Schaterde hard toen apparaat als een raket ging. Hoop dat nicht niet meer doof is aan één oor.
Heb normaal gesproken last van wisdrift maar foto die Broer maakte bewaar ik.

Heb me geërgerd aan afzeiken op “social” media over kroonprinses Amalia. Volwassenen die genieten ven krenkende woorden op een kind. Hoe diep kan je zinken?

Rosa houdt van tuinieren. In het Koeienbos graaft ze als razende in de grond. Aarde vliegt alle windrichtingen op. Dieper en dieper wroet haar snoet onder de grond. Zet het dan ineens op een janken en huilen, niet normaal!
Baas, net zat hier nog een mol en nu is-ie weg!
Hond jankt zo hard dat argeloze voorbijgangers denken dat beest ernstig wordt afgeranseld.
Aan haar halsband sleur ik Rosa bij het gat vandaan.
Weer los rent ze terug: een volhouder.
Verwijtend kijkt ze me aan als ik haar aan de riem doe.
Baas, ik mag ook nóóit wat!
Heb ik een kind dat dat dat nooit gezegd heeft, doet m’n hond het.

Zat oog in oog met eigen rug.
‘Mooie spareribs,’ complimenteerde ik mezelf.
‘Er zitten helaas slijtageplekken op,’ zei reumatoloog en wees naar ribben onderrug.
Dat deed zeer. Liever fibro dan slijtage…
Kreeg recept mee voor pijnstillers bij acute rugpijn.

Ik geef toe dat ik verschrikking ben om mee te leven. Doch, al die lezers die het voor Joris opnemen, wordt me te gortig. Jullie mogen beslist weten dat Man in huize Kakelbont de baas is over afstandsbediening. We kijken weinig maar als we kijken, wil hij die macht. Wanneer reclameblokken komen, gaat Joris zappen en blijft altijd op verkeerde zender plakken. Roos en ik willen dan allebei asbak naar televisie gooien. Of naar Man. Hebben alleen geen asbak…
Ga vaker boekje over Joris opendoen.

Vraag me af of mensen tegenwoordig nog voorjaarsschoonmaak doen. Ik niet, want ik mis schoonmaak-gen. In vlaag van verstandsverbijstering ging ik ramen zemen. Tussen twee halen door, liep raamnat via onderkant van polsen zo m’n armsgaten in. Onbegrijpelijk want mijn moeder is meest vlekkeloze schoonmaakster ooit. Poetst haar kookplaat blinkerig zonder vingerafdruk achter te laten. Maar mijn was ruikt lekkerder!

Douze points!

De landelijke examens moeten nog beginnen maar ik ben al geslaagd. Cum laude zelfs! Ik heb 16 van de 18 triggerpoints gescoord bij de reumatoloog voor de fibro-test. Waarbij handen niet worden meegerekend, terwijl ik die het meest gebruik. Rare jongens, die witjassen.
Na het lichamelijk onderzoek keek de arts met verbijstering naar mijn twee kromme pinken.
‘Zijn die gevoelig?’ vroeg ze.
‘Alleen als iemand er met een hamer op slaat,’ zei ik.
Onverstoorbaar vroeg ze: ‘Zit het bij u in de familie?’
Ik knikte; niet van harte want ik ben de enige “gelukkige.”
Voor de zekerheid moest ik een foto van mijn onderrug laten maken.
‘Checken of het geen artrose of slijtage is,’ legde de arts uit.
Nou, als ik een aanval krijg, heb ik eerder het gevoel dat m’n rug gebroken is, maar die informatie hield ik voor mezelf.

Als enige in de wachtruimte meldde me ik me bij de rontgenbalie. Direct werd ik op mijn plaats gezet: ‘Eerst een nummertje trekken!’
Toen wilde ik waar voor m’n geld. Samen met het stukje papier ging ik op een stoel zitten.
‘Dat hoeft nou óók weer niet, mevrouw,’ zuchtte de medewerkster.
Ik leverde de benodigde papieren in en kreeg de mededeling dat ik in “wachtkamer S van Simon” mocht gaan zitten.

Foto’s maken ging fantastisch. Ik hoefde immers niet te lachen. Dat was ook onmogelijk want ik werd met veel tegenzin begroet door een omvangrijke radiologe.
‘Al mijn collega’s zijn al naar huis,’ zei ze nors terwijl haar boezem nog na deinde.
Ter bemoediging zei ik: ‘Het is bijna weekend.’
Het lachen bleef haar vergaan want ze blafte: ‘Kleedt u hier uit. U mag uw slip en sokken aanhouden.’
Waarom mijn bh uit moest voor het maken van een foto van m’n onderrug beats me completely maar klagen of vragen zou nodeloos oponthoud opleveren en ik wilde dóór.

Daarna weer bloedprikken.
‘Ik hoop dat er nog wat in zit,’ grapte ik tegen de prikster.
‘Bent u bang?’ informeerde ze.
Bang? Welnee; mijn zenuwen in die arm zijn onderhand dood.

Volgende week krijg ik uitslag van de reumatoloog. Hopelijk niet in m’n gezicht of op een plaats waar ik zelf niet bij kan. Dan volgt een verwijzing naar de reumaverpleegkundige waarvoor ik een vragenlijst moet invullen:
“Hoe vaak heeft u op het politiebureau gezeten?
Bent u eerder geopereerd?
Heeft u al uw verstandskiezen nog?
Heeft u vroeger drugs gebruikt of gebruikt u ze nu?”
Wat heeft dat in hemelsnaam met fibro te maken? Ik heb er nog nooit een opgestoken, maar krijg ineens behoefte aan een joint. Wie weet ziet de wereld er dan weer wat rooskleuriger uit.

Weggegooid mens

Keek op de week (31)

‘Mam, er is post voor je! Iemand heeft zich uitgesloofd,’ riep Roos.
Verheugd holde ik trap af. Kind had geen woord te veel gezegd: envelop was al feestje en ik bleef uitpakken.
Lieve Toos, wat ben je in de weer geweest. Je vilten kippen hebben we met Pasen ingewijd. Hartstikke bedankt en houd je brievenbus in de gaten!

Spijkerbroek met gat was kort leven beschoren. Bleef bij aantrekken met grote teen in gat hangen, kreeg losbandig gevoel en trok broek aan flarden.
Kan iemand mij uitleggen waarom spijkerbroeken in winkels korter worden terwijl mensch al maar langer wordt?
Vraag tegenwoordig bij binnenkomst of ze spijkerbroeken in lengtemaat 34 verkopen. Scheelt berg irritatie aan verkooppraatjes als: “Een goed tip, mevrouw! U slaat onderkant pijpen om en draagt er leuke sneaker onder. Staat zó zomers!”
Hoezo omslaan? Pijpen van maat 32 komen amper voorbij m’n kuiten en voor bedrag dat je niet wil omrekenen in oude guldens.

Roos hield “twenty-one dinner party.”
‘Daarbij is het traditie dat ouders koken voor jarige en vrienden,’ aldus Kind.
Tijd voor een breuk in de traditie!
Graag, aldus Roos, want ze wilde geen bijstand van iemand van vóór haar jaartelling; alles zelf koken. Of ik wel tomatensoep als voorgerecht wilde maken? Weer gezwicht natuurlijk.
’s Avonds moesten Joris en ik noodgedwongen uit eten. Echt een beproeving. Bij thuiskomst gingen we kamperen op slaapkamer.
Geinig zo’n party. Moet Roos vaker doen.

Lekker joh, die nieuwe pillen van de huisarts tegen de fibro-spierpijn. Doen exáct wat ze beloven…qua bijwerkingen. Alleen pijn verhelpen ze niet. Bij dezen verklaar ik ze de oorlog. Hopla, naar het chemisch afval.

‘Wat een mooie hond,’ complimenteerde ik vrouw in polder. Meende het, want heb in kennel van fokster van dat ras gewerkt.
‘Haar ouders zijn kampioen van Nederland,’ sprak eigenaresse plechtig. ‘Een lieve hond, hoor, alleen…’ vrouw slaakte diepe, diepe zucht, ‘ze kreeg dubbele hoektanden. Die heb ik laten trekken maar mag nu niet met haar fokken.’
Viel me opeen op dat vrouw zelf enorme overbeet had. Zou zij zichzelf vermenigvuldigd hebben?
Ik zei: ‘Als het mijn hond was, zou ik van een mug geen mammoet maken en de stamboom aan de papierversnipperaar voeren. Een lieve hond is toch het belangrijkste?’
‘Maar dat zou…dat zou… weggegooid geld zijn!’ stamelde vrouw in shock. ‘Heb nog vier maanden garantie om haar om te ruilen voor ander exemplaar bij zelfde fokker.’
Haalde minzaam mijn neus op. Wat een weggegooid mens!

Alsof de “plofpost” nog niet genoeg was, kreeg ik ook nog kaart van een trouwe lezeres uit Canada. Keep your mail in the holes, Wilma!