Allergie voor vieze dingen en een hyena

Keek op de week (2) *

Heb Lief niet op T.inder gezet. Iets wat je al zo lang “hebt,” doe je niet snel weg. Door droge weer klust hij buiten: dakgoten schoonmaken, overstek verven, garage-dak teren… Geef hem op tijd zijn natje en droogje en heb geen kind aan ‘m.

Hebben Rosa alweer een jaar! Wil haar voor geen goud meer kwijt.
Ondanks vlooienmiddel heeft ze af en toe vlooien. Iemand nog een lieve, bruine labrador?
Ze heeft APK en inentingen gehad. ‘Perfect op gewicht,’complimenteerde dierenarts. Ze staat buitengewoon goed onder appèl. Binnenshuis. Buiten ook. Aan de riem.
Ze kan ook kunstje.
Kind zegt: ‘Handen omhoog!’
Rosa gaat op kont zitten en doet voorpoten hoog.
Kind maakt schietgebaar en zegt: ‘Paf!’
Rosa laat zich dood neervallen.
Filmpje!

Man kon grote, exclusieve caravan winnen. Schreef zich naarstig in.
‘Wat moeten wij nou met een sleurhut?’ informeerde ik.
‘Verkopen,’ zei hij.
‘Win liever een camper!’ schamperde Roos vanaf de driezits.

Kind kwam geirriteerd thuis. ‘Er stond een vrouw voor me bij de kassa. Haar portemonnee zat  onderin haar boodschappentas. Ze ging pas zoeken toen cassiere bedrag noemde. Ze wilde contant en per se gepast betalen. Keerde haar hele portemonnee om… Man, man, echt erg als je zo oud bent. Ze was zeker in de vijftig.’
Is denk ik hoogste tijd dat Roos op kamers gaat.

Ben ontslagen door diëtiste. (Onderdeel van behandelplan.)
Was twee jaar geleden al vrijwillig gestopt met eten van (snelle) koolhydraten en suiker. Moest van haar ook stoppen met gluten en zuivel, én 3x daags iets eten van: schaal- en schelpdieren, gans, eend, fazant, parelhoen, vis, eieren en/of kip. Vond bijna niets lekker, sloeg maar maaltijden over. Viel af, wat niet bedoeling van dieet was.
Diëtiste kwam tot conclusie dat het waar is wat ik bij kennismaking had gezegd: heb een allergie voor vieze dingen en “moeten.”
Advies: een maand ‘helemaal los’ en daarna weer beetje gezond eten.
Ga dat lekker(s) omdraaien.

Kind en ik zouden dolgraag naar concert van Tom Odell gaan.
‘Dat is toch die rapper?’ vroeg Man.
Roos en ik zeiden maar ‘Ja.’ Keken elkaar niet aan. Was niet nodig; wisten van elkaar dat we met onze ogen rolden.

Begrijp het niet. Zag kennis in dorp jaren achtereen niet en nu twee keer binnen drie weken. Ze begon weer over m’n boek. Had net nieuwe oordoppen bij Hema gekocht. Wilde ze uit verpakking peuteren en inpluggen maar gesprek nam wending. Kennis blijkt ook verhalen te schrijven.
‘Geen korte huis-tuin-en-keukenverhalen,’ sprak ze met superieur glimlachje, ‘maar verhalen met diepgang en op antroposofische grondslag.’
Feliciteerde haar.
‘Je mag alles van me lezen; ter lering,’ zei ze met een hyena-achtige blik.
Wilde eerst zeggen: ‘Veel te ingewikkeld voor me,’ maar herinnerde me net op tijd advies van therapeut: denk eens wat positiever over jezelf.
Zei toen: ‘Sorry, lees liever Engelstalige thrillers.’
Denk dat kennis mij nu niet meer haar kennis noemt. Weet wel zeker dat ze mijn boek niet zal kopen en blog niet zal ontdekken.

*) Met dank aan Koot en Bie.

Een criminele code en Corsica

Keek op de week *)

Afgelopen week naar Bram Ladage geweest. Met mijn auto want Rosa mocht ook mee.
Ze kreeg voor het eerst in haar hondenleven een frikandel. Kwijlde heel de achterbank onder.
Elke keer als huisgenoot of ik nu ‘Bram Ladage’ zeg, rent ze piepend naar de voordeur.
Praten nu in criminele code over patatbakker: Bram L. uit R.

Ben regen spuugzat. Man ook.
Hij heeft al maand kwaliteitsverlof. Is door regen aldoor aan het klussen in huis. En nóg een maand te gaan.
‘Plannen voor vandaag?’ vraag ik ’s ochtends hoopvol.
‘Lekker heel de dag achter mijn vrouw aanzitten.’
Ben wanhoop nabij. Voorzie scheiding als weer niet verbetert. Ga Joris denk ik op T.inder zetten. Alleen foto is nog een probleem.
Gelukkig heeft Roos een vakantiebaantje. Word gek als er steeds mensen om me heen zijn en niet regelmatig alleen ben. Dat vreet energie; energie die ik niet heb.
Wil rust. Wil naar eiland in de zon. Wil naar Corsica, en weet al met wie.

‘Heb jij een boek geschreven?’ vroeg een kennis in dorp.
‘Nee, joh,’ loog ik.
‘Welles! Heb het bij Maria zien liggen,’ hield ze vol.
‘Is iemand die veel op me lijkt,’ loog ik verder. Wil niet dat ze erachter komt dat ik een blog heb.

Stond een vrouw bij de slager. Ze vertelde tegen haar vriendin dat er op Schiphol consternatie was ontstaan vanwege haar koffer.
‘Ik moest meekomen,’ fluisterde ze. ‘Iedereen keek. Ik schaamde me dood. Er zat iets in mijn koffer dat… eh…hevig trilde.’
Ik hing aan vrouw d’r lippen. Was erg teleurgesteld door afloop van haar verhaal.
‘Het was mijn elektrische tandenborstel,’ glimlachte ze flauwtjes.

Kreeg bijna flauwte in ziekenhuis.
Moest heel lang wachten op gesprek met arts. Secretaresse verontschuldigde zich plaatsvervangend en gaf kaartje met twee euro korting voor parkeerautomaat. Ben uit de band gesprongen en heb euro’s meteen bij koffiecorner verbrast. Niet aan massagestoel.

Genoten van Joris’ reacties tijdens voetbal op tv.
‘Ja!’
‘Oooooh…Sónde!!’
‘Sjonge jonge…’
‘Die hád erin moeten zitten!’
‘Jongens, jongens, waar zijn jullie mee bezig!?’ Man woelde met twee handen door zijn haar.
Had emoties duidelijk niet onder controle. Heeft-ie alleen bij voetbal. Had hem anders écht de deur uitgezet.

Saartje is op tv-kastje gesprongen en heeft aan tv-kabel geknaagd. Kwam net op tijd thuis om te voorkomen dat Joris haar naar het asiel bracht. Hij zei niet: ‘Dat konijn eruit, of ik eruit.’
Heel verstandig.
Tv doet het nog. Konijn en Man ook. Laatstgenoemde heeft het trouwens érg naar zijn zin…

*) Met dank aan Koot en Bie.

De sigaar

‘Bent u niet bang?’ vraagt de man.
‘Bang?’ herhaal ik, ‘waarvoor?’ Ik kijk hem van opzij aan. Hij ziet er uiterst charmant uit: zijn gezicht lijkt op een onopgemaakt bed, zijn haar staat alle windstreken op, hij draagt een korte lange broek, een pyjamajas en witte sokken in badslippers.
‘Nou, omdat het half vijf ’s nachts is en u alleen buiten loopt.’
‘Oh, maar ik ben in goed gezelschap,’ antwoord ik op geruststellende toon.
‘Dank u,’ zegt de man. Tevreden trommelt hij met zijn vingers op zijn omvangrijke buik.

‘Eigenlijk bedoelde ik mijn hond,’ beken ik.
Even is het stil, dan blijkt de kerel een lenige geest te hebben want hij buldert zo hard dat ik bijna tot zijn huig kan kijken. Tijdens het lachen, waaiert hij sigarenrook uit en het kleine zuchtje wind dat er staat, blaast het in mijn richting waar het kringelt onder mijn neus.
‘Sorry,’ zegt de man.
Ik wuif de rook en zijn opmerking weg.

De nacht kabbelt gemoedelijk de schemer in.
Buiten is het doodstil. Geen auto, opgevoerde brommer, boot of hond die lawaai maakt. De stilte is zo intens dat mijn gehoor niet weet wat het meemaakt.

Sigaar trekt zijn witte sokken op. Ze rijken nu tot halverwege zijn kuiten. Niet dat ik er charmant bijloop: ik ben in pyjamabroek en t-shirt rechtstreeks de zwoele nacht ingelopen.
Ik ken noch de man noch zijn hondje. De laatste is een blaffende draaitol die allesbehalve ondervoed is, maar nu geen spoortje van activiteit vertoont.
Na een snuffelstage is ook Rosa erbij gaan liggen. Ze vindt het duidelijk te vroeg voor een uitgebreide wandeling.

‘Ziet u ze vliegen?’ informeert de man vriendelijk. ‘U kijkt aldoor omhoog.’
Ik knik. ‘Vleermuizen,’ zeg ik.
‘Vleermuizen?’ herhaalt Sigaar verbaasd. Zijn mond valt open, het stompje sigaar belandt op de grond en hij trapt het uit met zijn badslipper.

Met de slapende honden aan onze voeten speuren we de ochtendschemering af.
Tientallen vleermuizen zwermen geruisloos rond. Ze vliegen grillig en in grote lussen.
‘Het lijken wel dronken mussen,’ constateert de man. ‘Oh, oeps, dat zal de vrouw zijn.’ Hij diept zijn mobiel uit zijn broekzak en zegt: ‘Ja hoor, ik word gemist.’

We zwaaien af.
Als hij wegloopt, valt me op dat zijn voeten een tikkeltje uitslaan naar buiten. Hij neuriet zachtjes in zichzelf. En dat op maandagmorgen…

Het carillon

Schrijfuitdaging WE-300 van Plato voor mei-juni 2016 met als thema: musiceren. 

‘Kom schat, we moeten opschieten!’ jut Thijs zijn vrouw op. Hij weet dat ze een hekel heeft aan zijn muzikale uitstapjes, helemaal op haar enige vrije dag van de week. De harmonie in hun huwelijk is de laatste tijd dan ook ver te zoeken. En hij heeft nog wel zo zijn best moeten doen om vanavond als enigen de toren te mogen beklimmen.
Stiekem gooit hij een pilletje in Claudettes kopje espresso. “Houd er geen stemvork bij in de buurt,” had de verkoper hem gewaarschuwd, “want dat maakt de werking van de pil ongedaan.”

Het carillon strooit haar klanken uit over de oude binnenstad.
Claudette knippert verdwaasd met haar ogen, kijkt haar man aan als in trance en begint sneller te lopen. Haar armen voor zich uitgestrekt alsof die het eerst boven willen komen. In de haast dichter bij de muziek te zijn, loopt ze passanten schaamteloos omver.

Bij het begin van de torentrap kijkt ze haar man een tikkeltje angstig aan. Ze is altijd bang geweest voor nauwe ruimtes.
‘Niet opgeven nu, lieveling, je bent zó dichtbij,’ fluistert Thijs tegen haar.
Haar naaldhakken lopen ongemakkelijk over de ongelijke, smalle stenen.
‘Doe ze maar uit,’ adviseert hij.

Het lijkt wel of iedere gespeelde noot Claudette nog harder roept dan de vorige. Hijgend komt ze bovenaan tot stilstand.
‘Laat mij maar even,’ zegt Thijs. Ze passeren ongezien de carillonspeler en Thijs doet de deur naar de jubelende torenklokken open.
Zijn vrouw siddert en lijkt een climax nabij. Ze klautert over een houten hek, wacht een moment, werpt zich zonder aarzelen op de grootste klok en klampt zich daaraan vast.
Er klinken vijf afgrijselijke valse noten, dan wordt Claudette letterlijk opgeslokt door de klok.
Thijs glundert. Nu kan hij op zoek naar een onbespeeld muziekinstrument dat zijn leven opnieuw klank zal gaan geven.

Dromen

Ik heb iets met dromen.

Als de nacht van gisteren herinner ik me de droom die ik vlak voor mijn opname in het Sophia Kinderziekenhuis had. Wij woonden op de 9e verdieping van een flat. In mijn droom hing tussen onze huisdeur en balustrade een gigantisch spinnenweb. Mijn vriendin Linda glipte er doorheen alsof het water was; ik raakte verstrikt in de draden.

Rond mijn 25ste ben ik me gaan verdiepen in dromen.
Bijvoorbeeld, waarom je droomt.
Dat is om gebeurtenissen van de afgelopen dag te rangschikken in je hersenen zodat alles wordt opgeslagen in je geheugen. En ja, ook jij daar, die denkt dat je nooit droomt, jij droomt dus ook!  

Je hebt archetypische dromen: dromen die ieder mens ongeacht woonplaats, leeftijd of geslacht heeft. Dat je tanden uitvallen; je achterna wordt gezeten; moeilijk vooruitkomt omdat het lijkt alsof je door stroop loopt, of een examen moet doen waarvoor je niet hebt geleerd.

Er zijn repeteerdromen
Ik ben in november 1992 met roken gestopt maar stap nog regelmatig heel asociaal met een brandende sigaret in een bus. En vlak voordat ik trouwde droomde ik alsmaar dat Joris op de bewuste dag niet kwam opdagen. ‘Verbaast me niets,’ zei ik tegen mijn tante. ‘Mijn ook niet,’ was steevast haar geruststellende antwoord.

…en wensdromen…
Min of meer toevallig ging ik eens naar bed met de gedachte dat ik mijn overleden hond weleens wilde terugzien. Prompt kwam ze ’s nachts naar me toe hollen. Even haalde ik haar aan; onmiddellijk ging ze er weer vandoor. Blijkbaar heeft ze het naar d’r zin waar ze nu is (-:
Ik droom ook weleens dat ik op de racefiets zit of aan het hardlopen ben. Dan word ik duizelig van geluk wakker.

…en voorspellende dromen.
In 1995 waren mijn en Joris’ ouders ’s avonds bij ons op de koffie geweest. ’s Nachts droomde ik daarover. We dronken wijn, proostten en riepen in koor: ‘Op het nageslacht!’ In mijn droom keek ik opzij. Op de muur stond in grote letters: 1 april! Ik vond het maar een achterlijke droom.
1 april 1996 werd ik moeder. In verwachting geraakt terwijl ik de pil slikte.

Je kunt dromen duiden m.b.v. droomuitleg-boeken. (Waarin bijv. staat dat dromen over een groot spinnenweb een ongunstig teken is.) Alleen ligt het antwoord niet altijd voor de hand.
Stel, je bestuurt een vrachtwagen en je kunt niet goed bij het rem- of gaspedaal, dan maakt het een groot verschil of je vrachtwagenchauffeur van beroep bent of alleen je “gewone” rijbewijs hebt. In het laatste geval zóu het kunnen betekenen dat je in het dagelijks leven iets doet wat je boven je macht gaat.

Tijdens de twee donkerste perioden in mijn leven – in 2005 in de ggz en afgelopen winter/voorjaar – kreeg ik van tevoren een soort visioen. Op het moment zelf begreep ik er weinig van. Toen ik midden in de ellende zat, vielen de kwartjes en had ik er steun aan.

In de ggz voelde ik me toentertijd heel alleen. Ik kreeg daar een droom over mijn oma die ruim 10 jaar geleden was overleden. Ik was bij haar op bezoek in haar oude huis in Kralingen. In de woonkamer zat allemaal familie. Mijn oma en ik zaten naast elkaar op een stoel. Ineens kwam er een mist opzetten die de andere familieleden aan het oog onttrok. Mijn oma sloeg haar arm om me heen en knuffelde me. Als ik eraan denk, voel ik weer de ontroering; de droom voelde zo echt.

Verder ben ik heel gewoon gebleven, hoor. Jullie kennen me langer dan vandaag: ik ben geen zweverig type. Eerder licht tobberig en vreselijk onhandig.

Herinner jij je weleens een droom? Of, als je nooit denkt te dromen: heb je een dagdroom?