Koninklijke ruis

Keek op de week (61)

Droomde dat ik met koning WA op slee zat. In plaats van achter, zaten we naast elkaar. Zoefden met bloedvaart berghelling af. WA – mét baard – zat rechts van me, en had stuurtouw in handen wat me allerminst beviel.
Praten die majesteit! Leek wel dolgedraaid Duracelkonijn. Kreeg er geen letter tussen en op tv leek hij me zo’n menselijke man. Koning of niet, zou me zijdelings van slee in sneeuw laten glijden om te ontkomen aan deze bron van vermoeienis.
Helaas verdwenen we op dat moment ondergronds de sneeuw in. Een soort overkapte bobsleebaan. Heb ik altijd gewild alleen niet met Wim-Lex. Keek opzij naar koning. Zijn bakkebaarden blowing in de wind. Vond het bespottelijk en dacht: kánnie waar zijn; dit is een droom. Zweepte mezelf op wakker te worden en aldus geschiedde. Precies op zelfde tijd als altijd: 02.23 uur. Wekkerradio kan er vijf minuten naast zitten, hoor.

Joris heeft aanrijding gehad. Zonder persoonlijke schade behoudens een enorm gebutst ego. Kreeg van herstelbedrijf leenauto. Een Maz.da. Nou en? Een blauwe!
Vroeg: ‘Schat, zullen we deez houden?’
Man kromp zowat in elkaar.
Na ophalen van herstelde heilige koe was Joris uitermate getergd: auto moet nog keer terug om sensoren erin te laten plaatsen. Moet door specialist gedaan worden, en niet wanneer het Man maar wanneer het specialist uitkomt. Mijn voorstel om sensorloos door leven te rijden werd gediskwalificeerd.

Verkiezingskrant gemeente viel op kokosmat. Bladerde blad geesteloos door. Oog bleef hangen op tekst van stichtelijke partij en wierp krant acuut op leesstapel in schijthuis. Aan politiek zit tenslotte ook luchtje.
Roos kwam thuis van uni en deed plas.
‘Mam!’ joelde ze, ‘dit is jouw partij!’ (Wij plassen altijd met deur op kier.) Roos las hardop:  “Wij willen dat prachtige buitengebieden worden behouden waaruit nieuwbouw geweerd wordt. Zijn tegen jacht en megastallen.’”
Hier met dat krantje! Sociale punten lazen ook voor vuist weg.
Ga voor eerst stemmen op plaatselijke partij.

Roos’ mobiel viel in emmer water. Onmiddellijk graaide ze ‘m eruit. Zonder te vloeken; het mag vermeld.
‘Mam, stop jij ‘m met onderkant naar beneden in rijst,’ instrueerde ze op toon van iemand die in tijdnood verkeerde.
Voldeed aan verzoek en propte rijskorrels in diverse openingen.
Kind verwijderde later kleffe rijstkorrels met satéprikker.
‘Hij doet het nog,’ zei ze met immense blijdschap. Zucht waarmee Kind zich op canapé liet zakken was niet in woorden uit te drukken.
‘O, niet tegen papa zeggen, hè?’
‘Tuurlijk niet, darling!’

Ontving blauwe Postcrosskaart van Angelica uit Germaniè. Zij is “blue lover too.” Haar favoriete voetbalploeg draagt blauw. Ze houdt van blauwe luchten, heeft (ook) blauwe fiets, (ook) blauwe auto en huis met blauwe luiken en deuren (zíj wel!)

IJsbloemen in je ogen

Keek op de week (60)

Dank aan ieder die petitie voor grote grazers in Oostvaardersplassen getekend hebben! Teller staat inmiddels op ruim 32.000 stemmen…

‘Koud buiten?’ vroeg ik maandag aan Joris toen hij 04.50 uur terugkwam van rondje Rosa.
‘Valt mee.
‘Je hebt onderweg wel je muts opgezet.’
‘Kou valt mee.’
‘Draag je ’s zomers ook weleens je muts dan?’
Man zuchtte diep en lang.

Onbekende man duwde met bouwvakkersdecolleté autodeur dicht. Sjokte naar voordeur met in iedere hand boodschappentas plus orchideeënplant in plastic. Smeet planten op grond en sleepte zichzelf en tassen naar binnen. Deed deur dicht.
Op terugweg stonden bloemetjes nog steeds buiten. Ik belde aan.
‘Alstublieft meneer, uw planten hebben het koud.’
Kerel keek me vinnig aan, rukte plastic zakken uit m’n hand en smeet pontificaal deur dicht.
Ik keek naar vitrage waarachter minstens tien gestorven orchideeën stonden. Logisch; bij zo’n stuk chagrijn is gevoelstemperatuur altijd -15. Sprak monter tegen dichte deur: ‘Graag gedaan,’ en keerde om.
Toevallig passerende vrouw schoot in lachstuip. ‘Daar woont zo’n gezellige man,’ schaterde ze. ‘Hij wordt door hele blok Boze Buurman genoemd.’
Dát hielp.

Leve ijspret!
Kind hield tijdens studie in universiteitsbieb Twitter van ijsbaan in dorp in de gaten. ‘Als-ie opengaat, ga ik vanavond niet naar koor!’
Geduld werd ernstig op proef gesteld want donderdagavond giet it pas on.
‘Kleed je goed aan, het is koud,’ adviseerde Joris.
‘Huh. Weet je hoe ze dit weer in Finland noemen?’ snoefde Roos.
‘Nou?’
‘Donderdag.’
Roos vertrok 19.00 uur en zou met Suus tot sluitingstijd (21.30 uur) blijven.
20.15 uur ging deurbel.
Donderdag stond op stoep. ‘Ik ben dood,’ rilde Roos. ‘IJsbloemen staan in m’n ogen. Heb nergens gevoel meer in.’
Leve warme douche!
Vrijdagavond gingen Roos en Suus weer. Volgende ochtend waren ze als eerste op schaatsbaan. Coole chicks!

Ik heb een man én een vriend, jaja! Kwam vriend vrijdag in polder tegen. Zo’n knappe verschijning. Zijn hond, hoor. Ook een choco-lab: Pu.ck.
Man moest drie keer kijken.
‘U herkent me niet, hè?’ schaterde ik. Keken elkaar aan en gierden het uit. Was werkelijk om te schreien. Gedeelte van onze gezichten dat bloot lag, zag rood van snerpende Oostenwind tegen. Ogen traanden, en druppels aan neus zouden weldra bevriezen.
Vertelde hikkend: ‘Vroor vanochtend zowat dood toen ik konijnen buiten eten gaf.’ (Geen paniek. Knaagdieren zitten er warmpjes bij, red.) ‘Heb Laplandmuts van m’n dochter opgezet. Keek snel in spiegel voor ik wegging. Je snapt niet waarom een mens dat zichzelf aandoet, hè?’
Hondenvriend sprak proestend: ‘Toen ik met pensioen ging, heb ik alle petten weggegooid. Hoefde toch nooit meer op de fiets naar m’n werk. Heb vanochtend muts uit kast geklauwd. Zie er zo vreselijk uit dat ik van ellende selfie heb gemaakt.’
Diep weggedoken in z’n capuchon zag ik stukje van gratis muts van foute frisdrankfabrikant.
‘Die honden hebben nergens last van, hè?’
Honden dolden inderdaad alsof het zomer was.
Eén verschil: Rosa’s tennisbal die ze vorige week verloor, ligt vastgevroren in sloot. Hond is finaal kluts kwijt.

Over draken en een kathedraal

Lieve lezers,
Willen jullie me een plezier doen?
Laat de grote grazers in de Oostvaardersplassen niet verhongeren. Elke winter komen er dieren om van de honger omdat Staatsbosbeheer weigert ze bij te voeren. Ze willen dat de “natuur” hun gang gaat, maar er is geen sprake van natuur, want er staat een hek omheen. De dieren kunnen geen kant op!
Teken alsjeblieft deze petitie.

Keek op de week (59)

Roos ging met drie vriendinnen naar concert van Imagine Dragons in Sportpaleis, Antwerpen. In wier auto? Precies!
‘Mag je eerst ramen en deuren 24 uur tegen elkaar openzetten anders vallen meiden flauw. Auto stinkt als de hel!’ riep Joris.
‘Naar Rosa,’ verbeterde ik, ‘en wanneer dat dames niet behaagt, kunnen ze met de trein. Waarom mogen ze eigenlijk niet in jouw auto?’
‘Ja, pati!’ riep Roos, ‘Jij hebt ‘m toch niet nodig.’
Man liep richting woonkamerdeur. Werd te heet onder zijn voeten.
‘Nee, dan jij!’ riep Roos tegen Joris’ rug. ‘Jij zit te ruften in je auto. Daarbij stelt Rosa niets voor.’
Vriendinnen hebben niet geklaagd over stank. Concert was “Waanzinnig. Zó gaaf. Ik ben blij dat ik geweest ben.”
Kind’s wallen hingen volgende ochtend op haar hielen maar ze vertrok stralend naar werk.

Ik was beetje dom. Gooide bal met werper naar links doch bal belandde rechts op ijs. Rosa wilde sloot oplopen. Ik riep direct: ‘NEE!’
Hond bleef met voorpoten omlaag en kont omhoog bij slootkant naar bal zitten loeren. Keek mij daarbij verwijtend aan. Baas, krijgt altijd op m’n sodemieter wanneer ik bal kwijtraak en nu mag ik ‘m niet pakken.
Kreeg hond niet aan verstand gebracht dat door ijs zakken gevaarlijk is.

‘Ga je sluiten?’ vroeg ik aan kassière. Vroeg dat want veel kassamedewerkers willen dat doen zodra ik in beeld verschijn.
Kassajuffrouw schudde haar hoofd dat strak stond van rampspoed en verveling.
Ik schatte haar hooguit twintig. Haar gezichtsuitdrukking had ze aangepast aan haar sluike, zilvergrijs geverfde haar. Als ze al iets uitstraalde was het: ik wil naar huis. Komst van klant ís ook lastig te behappen in supermarkt.
Ze zei boe noch bah. Reageerde niet op mijn ‘Goeiemiddag.’ Vroeg niet: Wilt u pinnen? Spaart u zegeltjes?’
Na afrekenen, viel mijn oog op haar naamkaartje. Oh boy, er stond: Joy.
Mijn tong vloog bijna uit bocht maar wist slippartij te voorkomen. Wenste Joy een gezellig dag. Kon ze goed gebruiken.

Roos keek afgelopen vrijdag op laptop van buurvrouw naar curling op Olympische Spelen.
Vroeg ontsteld: ‘Naar curling?’
‘Ja,’ zei Kind, ‘Alles is spannender dan college pandrecht.’

Afgelopen week werd overleden Ruud Lubbers herdacht in Elizabeth kathedraal in Rotterdam. Ga het niet hebben over voormalig oud-premier maar over kathedraal.
Mijn oma zaliger had een tante: tante Elizabeth. Een vrijgezelle vrouw die zowel intens vroom als bloedverziekend rijk was. Terwijl mijn oma en haar 16 broertjes/zusjes van honger nauwelijks ontlasting hadden, negeerde tante haar familie. Later liet ze haar fortuin na aan kerk. Bouw van kathedraal werd volledig gefinancierd door tantes nalatenschap en draagt daarom haar naam.
Mijn oma – God hebbe zeker háár ziel – had tijdens haar leven geen luis om dood te drukken en wat ze had, gaf ze weg. Haar motto was: “Doe wel en zie niet om.”
Daar kan een kathedraal niet tegenop. 

Onderkoeld

Keek op de week (58)

‘Trek iets warmers aan dan dat niemendalletje,’ zei ik tegen Roos. ‘Rode kruis waarschuwt voor onderkoeling tijdens carnaval.’
‘Nou en?’ sprak Kind ijzig. ‘Jij doet altijd waar jij zin in hebt, en ik nu ook.’
Goed weerwoord: lekker kort.
‘Thuis lijd je altijd kou en lig je tot je wenkbrauwen onder deken op bank te chillen. Straks ga je in vrieskou zowat naakt lopen recreëren. Je kan beter echt legertenue aantrekken,’ hield ik vol.
‘Zou je wel willen, hè?’ antwoordde nageslacht vilein. Alsof ze zich met teflon had ingesmeerd, vielen mijn woorden van haar af.

Ondanks blote hansop is Roos niet bevroren.
Legde van tevoren bij vriendin thuis goede bodem: pizza. Trok daarna carnavalspekske aan en vertrok met kornuiten naar centrum van Tilburg/Kruikenstad.
Meiden sjouwden van kroegie naar kroegie.
Kind heeft geen kou gevoeld want: “Buiten stonden heaters en ik had nog kniekousen gekocht.”
Ze was onder indruk van gezellige sfeer maar vooral van zelfgemaakte kostuums. Net toen het  gezellig werd – 03.00 uur –  toog het stel naar huis.

Heb Valentijnskaarten verstuurd. Vroeg aan Roos lippenstift om kusjes op enveloppen te drukken in plaats van postzegels te plakken.
Kreeg afgekloven exemplaar en stiftte lippen. Wist meteen weer waarom ik nooit lippenstift draag: is vies, bah!

Slijmerige man van eind in zeventig draaide zich in kassarij naar me om en glimlachte.
We wensten elkaar goedemiddag.
Had ik dat maar niet gedaan.
Kerel wees naar colbert en stropdas en zei: ‘Allebei nieuw. Wat vindt u ervan?’
Protserig geruite jasje in felle kleuren deed zeer aan m’n ogen.
‘Netjes,’ loog ik beleefd.
‘Jaja, ik weet wel wat vrouwtjes leuk vinden,’ zei man zowel tegen mij als tegen vrouw vóór hem in rij. Vrouw en ik keken elkaar aan en rolden eendrachtig met ogen.
Borstklopperij was nog niet voorbij.
‘Ziet u dit?’ Dandy legde handen op zijn kale hoofd. ‘Dat betekent dat daar hersenen zitten. Dit haar aan de zijkant,’ – hij wees naar losse plukken – ‘betekent dat vrouwen je sexy vinden.’
Nou, nou, wat zijn we zelfverzekerd vandaag! Ik glimlachte flauwtjes. Man was overduidelijk uitzondering op eigen regel. Ik kijk nog liever naar enorme sigaar in feestelijke koker, terwijl ik afkeer van sigaren heb.
‘Ik zie u hier vaker. Woont u al lang in het dorp?’ informeerde kerel vrijpostig door aftershave-walm heen.
‘Een kilometer of zeven,’ antwoordde ik.
Vrouw voor me proestte het uit.
Kerel snoof, keek beledigd en draaide zich om.
Rug bleek verreweg zijn meest charmante onderdeel.

Droomde dat ik onder de douche stond met mijn kleren aan. Snap dat niet. Heb daar toch  wasautomaat voor?

Een moordkop en een pillendraaister

Keek op de week (57)

Baas, kom gauw! Er is iets ergs gebeurd. Sloten waar ik altijd in zwem zijn stuk! Maak jij ze voor mij? Jij kan toch alles?
Ah nee…hondenzwemplas is óók kapot! Wanneer kan ik weer zwemmen, baas?
Nog vier dagen en nachten slapen? Kan ik.
Wat doe je? Is het weer zo ver? Logisch als je met die kou in je blote kont gaat zitten. Doe als ik: neem haar op je billen.

‘Goedemiddag. Herhaalmedicijnen van Kakelbont, alstublieft.’
‘Wat komt u halen? vroeg apothekersassistente.
‘Clonazepam.’
Ze sjokte weg en keerde met lege handen terug. Zuchtte vanuit haar knieholten, vroeg naar dag dat ik uit klei getrokken ben, en keek in computer. ‘Hier staat Rivotril. U zei daarnet iets anders,’ sprak ze verwijtend.
‘Is hetzelfde. Clonazepam is de stofnaam. Is voor mij een raadsel waarom ik ene keer het ene, en andere keer andere middel krijg.‘
Assistente vervolgde zoektocht. Had slechts 1 ½ uur de tijd want dan sloot apotheek.
Als door wonder getroffen vond ze tijdig zakje medicijnen.
‘Een probleem, mevrouw: er zit één pil te weinig in.’
Díe is meelevend! Was hier niet op voorbereid, wankelde en zocht houvast.
Onwetend van mijn gemoedstoestand, vervolgde assistente: ‘Zitten er 89 in, in plaats van 90.’
Dat zijn er dan 19 teveel. Hield wijselijk m’n mond want heb hier reeds verkeerde naam. Bovendien voorzag ik chaos: pillen hertellen, andere verpakking, nieuwe sticker… Dat verdiende deze hulpvaardige assistente vlak voor het weekend niet.
‘Hoe wilt u betalen?’ vroeg ze. ‘Contant of pinnen?’
‘Niet,’ flapte ik eruit.
‘Dat dácht ik wel, mevrouw,’ zei pillendraaister fel. Haar ogen vuurden pijlen af maar ik vond tijdig dekking achter balie.
‘Staat ook in computer,’ haastte ik me te zeggen, en boerde opnieuw geboortedatum op. Vrouw keek en keek, en knikte dat het goed was. Het deed zeer; dat zag ik.
‘Tot ziens,’ zei ik.
Gezicht van assistente zei: ging je maar verhuizen.

Voer verbeten oorlog tegen wegwerpmaatschappij. Ben op zoek naar fluwelen kledingborstel. Diverse winkels trachten mij kleefrollers op te dringen. Héél dom. Wil iets  kopen wat lang meegaat. Waarom is dat zo moeilijk?

‘Ranzige hond!’ schold Roos tegen Rosa. ‘Je hebt op bed gelegen, hè?’
Tegen mij: ‘Ze ruikt naar papa’s pyjama.’
Tegen Rosa: ‘Je weet dat je niet op bed mag!’
Hond keek met treurnisogen, kwispelde zacht met staart en fluisterde: Baas, kon er niets aan doen. Alle vier m’n pootjes werden er als magneet naartoe getrokken.
Roos adviseerde: ‘Gewoon bed dichtslaan, mam, en mond dicht tegen papa. Die ruikt toch niks.’

Broer trakteerde me op etentje. Dat je tijdens zoveel ge-oh nog drie gangen kunt wegwerken… Was giga-gezellig en super-smakelijk. Voor herhaling vatbaar.
Als dank foto van Taiwanese trein via Postcrossing. Ja, ik wéét dat je liever cappuccino met een moordkop hebt!