Frontaal gebotst

Keek op de week (54)

Hebben nieuwe gasaansluiting. Mannen met baarden groeven grond open. Klapten bord uit: “Roken en open vuur verboden” met aan weerszijden rood brandblusapparaat. Zag er indrukwekkend uit.
Koffie ging er bij baarden in als koek.
Installeerden nieuwe pijp en drie uur later was klus geklaard.
‘Mevrouw, u mag cv-ketel resetten. Weet niet wat voor ketel u heeft,’ zei oudste baard.
Antwoordde schaapachtig: ‘Ik ook niet.’
Liep naar zolder, maakte foto van bedieningspaneel en holde terug.
‘Díe knop moet u hebben.’
Was makkie. Verwarming deed het weer. Lekker, joh!

Had gekookt. Doe dat vaker: aardappelkroketjes, gezonde groenten, en zalm omwikkeld met ontbijtspek uit oven.
‘Welke stuk wil jij?’ vroeg ik aan Joris.
‘De kleinste,’ zei hij.
Legde kleinste stuk zalm op eigen bord.
Wilde groter stuk op Joris’ bord schuiven maar Man duwde opscheplepel  terug. Vis verloor z’n evenwicht – hij leefde nog – en spartelde zo in Joris’ schoot.
Het huis was te klein.
Paar uur later kwam Roos thuis van college en plofte uitgeput op bank.
Man deed beklag over welk geploeter met vis hem was overkomen. Had verwacht door dochter met respect en meelevende blik bekeken te worden, doch Roos sprak  toonloos: ‘Nou, dan heb je echt wat meegemaakt.’

Het was typisch, naargeestig januariweer.
Op de dijk reed idioot achter me met flinke haast; zijn zenuwstelstel rechtstreeks verbonden met gaspedaal. Kleefde niet op me maar ín me en zou me weldra vooruit duwen in zijn macho Badkuip Met Wielen.
Joris en therapeut beweren bij eb en bij vloed dat ik temperamentvol type ben maar ik weet beter. Reed maximum snelheid en ging langzamer rijden.
Idioot besloot me in te halen via parkeervak aan linkerzijde van weg. Was kamikazeactie: pal vóór onoverzichtelijke bocht in dorp, en te weinig ruimte.
Remde onmiddellijk, rolde traag door bocht en zag het fout gaan.
Rechts langs de weg – pal naast woonhuis – stond kruiwagen met berg zand. Idioot moest links geparkeerde auto’s omzeilen, maar kon door hoge snelheid niet tijdig bijsturen, slipte en reed met hels kabaal frontaal tegen kruiwagen. Kwam paar meter verderop in grind tot stilstand. Schrok me het lazarus.
Trillend als mispelblad zette ik auto aan de kant en stapte uit. Als er niemand thuis was, zou ik briefje door brievenbus doen dat ik wilde getuigen.
Hoorde bestuurder luidkeels vloeken, voetstappen in grind, en diepe basstem brullen: ‘Wat een áchterlijke actie! Hoeveel seconden tijdswinst heeft het opgeleverd? Geen moer! Ik hoop dat je goed verzekerd bent, knul…’
Wist genoeg en draaide me om.
Kon onderweg maar aan één ding denken: wat als kruiwagen een kind was geweest?

Ook alweer twee jaar geleden…

De flamingo en de krokodil

Keek op de week (53)

Ben door cvs snel overprikkeld voor licht en geluid. Werd Oudejaarsdag gallisch van  vuurwerkknallen; leek wel oorlog. Deed oordoppen in maar KA-BOEMSs kwamen er doorheen. Roos wist oplossing. Gaf me haar hoofdtelefoon met omgevingsgeluidendemper. Zocht op YouTube naar crackling fireplace with thunder, rain and howling wind, duwde me in een stoel en zette zelfgeklopte cappuccino voor m’n neus.
Ondanks Kinds goede zorgen is mijn enige voornemen: ga laatste dag van dit jaar onder steen liggen.

Had zin uit comfortzone te stappen en besloot Nieuwjaarsduik in de Lek te maken in naburig dorp. Samen met stuk of zestig andere idioten. Gekleed in rookworstmuts en badpak (was bang dat door kou m’n bikinibroek op m’n enkels zou zakken) rende ik over aangeharkte strand door vrijwilligers het ijskoude rivierwater in. Snel door de knieën zakken tot schouders nat zijn en metéén weer eruit.
Alleen in gedachten, hoor. Ben toch niet gek?

Dit krijg je wanneer in huize Kakelbont iets op de grond valt: Saar zet haar gebit erin.

Gewend aan dergelijke tandafdrukken, keek ik verheugd bij zien van deze kaart uit Belarus.
Deze Postcrosser heeft óók huiskonijn!

Helaas. Mijn enthousiaste verdampte tot vriespunt na lezen van bijgevoegd briefje van Tante post:

‘Wat vind jij de allerbeste voetballer van de wereld?’
Jongen dacht tijd na, riep toen: ‘Kuyt!’
‘Die voetbalt niet eens meer.’
‘Nou en? Ik vind hem de beste, Floyd.’
‘Dan vind ik Gullit de beste. Hij is een legend,’ antwoordde Floyd.’ Om zijn woorden kracht bij te zetten gaf hij een loeier tegen voetbal.
‘Naast!’ riep Kuyt en holde achter bal aan.
Floyd riep: ‘Schiet ‘m tegen die hond!’
Kuyt keek aarzelend van vriendje naar mij en Rosa.
Ik wilde zeggen: ‘Dat doe je maar één keer,’ maar beheerste me. Jongens waren 9 of 10 jaar en gewoon beetje baldadig.
‘Zijn jullie goeie voetballers?’ vroeg ik.
‘Ja! Ja! Ja!’ juichten ze.
‘Goeie voetballers schieten niet op honden.’
‘Het was ook maar een grapje, mevrouw.’
‘Ik wíst het!’

Heb zo’n leuk nichtje van twee jaar en handvol maanden.
Jolie zat met ouders en grootouders aan strand op Curacao en speelde met zand, zee, en schepjes.
Er stapte een flamingo voorbij. Gefascineerd keek Jolie naar het beest. Gilde blij: ‘Mama, kijk! Een krokodil!’

Tussen kerst en oliebol

Keek op de week (52)

Laatste week van jaar is tevens de vreemdste. Ben alsmaar kluts kwijt welke dag het is.
Hoedanook: nog één dag en dan is 2017 geschiedenis. Prima; ben er klaar mee.

Roos hervond zich snel na overdosis slaap. Ging naar kerstmarkt in Maastricht (wat je ver zoekt, is lekker), naar hightea, had filmavondjes en bakte er lustig op los. Homemade granola, bananenbrood en overheerlijke koekjes. En dat alles zonder suiker. Als dát niet zoet is…

Hoezee! Kon regenlaarzen ophalen.
‘Dat is dan 75 euro,’ zei verkoopster in schoenwinkel.
Amuseerde me kostelijk.
‘Er zitten nieuwe zolen onder, hoor mevrouw,’ zei het kind nuffig.
‘Nieuw? Moet je zien, de kiezelsteentjes van m’n laatste rondje zitten er nog tussen. Wat staat daar op je kaartje?’ wees ik.
Verkoopster bekeek het langdurig; alsof ze iedere letter afzonderlijk spelde.
Ik had het woord ondersteboven al zien staan.
‘Garantie,’ zuchtte ze en keek erbarmelijk teleurgesteld.
‘Bedank je bazin voor de service,’ zei ik terwijl ik de winkel uitliep.

Kwam terug van wandeling met Rosa. Onderweg naar huis besloegen alle autoramen. Moest ’s middags nog weg en had geen zin ramen aan binnenkant droog te maken, dus liet raam aan bestuurderskant 10 cm openstaan.
Tijdens lunch ging de bel. De buurman: ‘Weet je dat je autoraam openstaat?’
‘Bedankt dat je het komt zeggen! Ik doe het expres, dan kan het vocht eruit.’
‘Het regent!’
‘Ja, dan nog is m’n auto vanbinnen vochtiger dan buiten.’
Buurman voelde nog net niet aan m’n voorhoofd.
Halfuur later: weer de bel. Hield m’n hart vast. Voor de deur stond onbekende, verregende vrouw achter kinderwagen. ‘Weet u dat uw….’
‘Fijn dat u het komt zeggen, dank u wel! Ik zal ‘m meteen dichtdraaien,’ loog ik. De kans dat ze binnen halfuur weer langs zou lopen, leek me klein.
Dat ge-bemoei: je zou er een warm gevoel van krijgen.

En nu: op naar 2018! Een nieuw jaar met nieuwe kansen.
Lezers: bedankt voor jullie trouwe bezoekjes, aanmoedigingen in tijden van nood, en reacties. Mijn diepe dank voor jullie lieve kaarten, whatpps en cadeautjes. Ga daar vooral mee door.
Veel liefde, voorspoed maar vooral een goede gezondheid. Met veel slaap (-:

♥ Dat het beste van het afgelopen jaar, het slechtste mag zijn in het nieuwe ♥

Stukslaan

Keek op de week (51)   

Had 2,50 euro gespaard bij Krui.dvat en ging die stukslaan. Wilde smeersel voor na het douchen en Niv-ea was in aanbieding: 1 + 1 gratis. Pakte twee flessen en oh…horror, las waarschuwing: “Bij twee producten gratis cd van Nick en Simon.”
Wond me vreselijk op. Kunnen ze wel? Alsof leven van gemiddeld mens vlak voor kerst al niet ingewikkeld genoeg is.
Weet trouwens na tig jaar en diverse ezelsbruggen nog steeds niet wie wie is.
Wat moest ik doen om aan cd te ontkomen? Eén fles terugzetten? Aan m’n roodkoperen fluitketel! Zou cd weigeren of – indien caissière aandrong – ‘m aan eerste de beste voorbijganger geven. Desnoods als sjoelschijf gebruiken in winkelcentrum…
Maakte me nodeloos ongerust: cd was op. Ongelofelijk.

‘Schrijf jij nog steeds?’ vroeg man naast me in apotheek.
Kreeg terplekke bijkans zenuwinzinking. Vroeg aan binnenkant van m’n hoofd: wie ís die man? Kreeg geen antwoord.
‘Hoe…eh…weet u dat ik schrijf?’
Kerel keek me wazig aan; alsof ik uit een ui kwam.
‘We hebben ooit op schrijfles gezeten. Vier bijeenkomsten; tien personen.’
Gaapte man aan. Hij had een door het leven getekend gezicht en piepende longen. Maar wát een geheugen.
Het begon langzaam te dagen in mijn Oosten: dit was de man die altijd voorlas uit eigen werk. Hij zag er onschuldig uit.
‘Ik schrijf nog wel eens,’ bekende ik. ‘En u?’
‘Geen tijd meer voor,’ zuchtte hij.

Lekkende regenlaarzen weggebracht.
‘Ik moet speciale lijm bestellen, mevrouw, dus het kan even duren,’ zei bazin van schoenenwinkel.
‘Geeft niet,’ zei ik, ‘áls ze maar gemaakt worden.’

Kind verkeerde afgelopen week één dag in vegetatieve toestand.
Sinds september doet ze dubbele Master aan het Erasmus. Met logischerwijs dubbele tentamens, terwijl dubbele colleges gewoon doorgingen. Ook ’s avonds.
Na tentamen nummer negen, kwam ze thuis met krijtwit gezicht. Zag niet waar Roos ophield en de muur begon.
Ik duwde haar trap op naar boven en Kind liet zich languit op ons bed vallen. Ze sliep voor haar lijf het matras raakte. Deed haar naam eer aan: DoornRoosje.

‘Mannen,’ hoorde ik een vrouw voor me met breek-me-de-bek-niet-open-gezicht tegen een kennis zeggen. ‘Hij ziet het verschil niet tussen een citroen en een grapefruit. Allebei geel, zegt-ie dan.’
‘Die van mij kan ik ook niet om een boodschap sturen,’ sprak kennis moedeloos.
Wilde iets zeggen maar bedacht me. Stel dat ik – naar eer en geweten – zeg dat Joris zelf boodschappenlijsten maakt, alle inkopen doet, let op uiterste verkoopdatum en thuis alles inruimt, dan wil een van die vrouwen ‘m straks hebben, en kan ik zelf boodschappen voor heel de week gaan halen. Doei!

De kerstboom staat. Kaarten stromen binnen. Zelfs cadeautjes!
Kreeg van lieve Zus een DIY optuigkerstboom door brievenbus (-: Met lichtjes: een baken in het donker.

Lieve lezers: fijne kerstdagen! Maak het vooral gezellig met allen die je lief zijn…

 

De verschrikkelijke sneeuwvrouw

Keek op de week (50)

Joris, Roos en ik betraden oude sodafabriek. Het pand van eind 19e eeuw – waar fotografen camera’s te kort komen – was een feest.
En koud! Maar binnen moesten onze hersenen zo hard werken dat we kou vergaten.
Wij – drie volwassenen in bezit van volledig verstand – lieten ons vrijwillig en tegen betaling, een uur opsluiten voor zinloze maar onweerstaanbare bezigheid. Opdracht: zoek de ketting die een zielig meisje bevrijdt uit klauwen van Dracula.
Alles draaide om cijfers en codes. Code op juiste kistje leverde nieuw spel-onderdeel op: een legpuzzel, sudoku, vreemdsoortige letters, XVI “vertalen” in vier cijfers, geurzakjes determineren en veel, veel raadsels oplossen, zoals:
1) Ik kan niet zonder zuurstof maar heb geen longen
2) De maker wil het niet houden. De koper wil het niet hebben. Degene die het krijgt, weet het niet.
De minuten tikten weg…
Uiteindelijk leverden al onze inspanningen één vreemd woord op. Een woord met te veel letters om slot van doodskist van Dracula te openen. Roos had ergens woordenboek gezien en zocht vertaling: ‘Steen!’
In doodskist naast Dracula lag ketting met daaraan een sleutel.
Nog 1 minuut en 39 seconden…
Sleutel paste in enig overgebleven niet-gekraakte kleine kast. Deur open, tuinmeubelhoes viel naar buiten en daar was het ontsnappingsluik. Op het nippertje!
Joris en ik waren het volgende dag met elkaar eens: zonder Roos zaten we nóg opgesloten in escaperoom. Zij heeft aangeboren intellect en overzicht dat wij ontberen.

Ging met lekkende laarzen naar schoenenwinkel.
‘Heb deze pas laten verzolen maar ze laten los.’
Verkoopstertje keek naar zolen die erbij hingen als natte kranten, en zei met hardgrondige desinteresse: ‘Tja…ze zijn gelijmd. U hebt er zeker mee in de regen gelopen?’
‘Mensen met regenlaarzen doen dat vaker,’ bekende ik.
‘Dáár komt het dus door. Ik denk niet dat ze nog gemaakt kunnen worden.’
‘Denk dan nog eens opnieuw,’ moedigde ik haar aan.
Verkoopster toonde gelaatsuitdrukking van iemand voor wie denken tegennatuurlijk is.
‘Mag ik je bazin even spreken?’ vroeg ik.
‘Die is er vrijdag pas weer,’ klonk het kortaf.
‘Prima. Tot vrijdag!’

‘Wat een herrie van jewelste bij jullie. Is iemand de woonkamer aan het verbouwen?’ vroeg Opa Kakelbont door de telefoon.
‘Nee, dat is Saar. Die wil een groen blaadje, en dat laat ze weten door haar lege schoteltje heen en weer te smijten op de parketvloer.’
‘Sjonge, jonge, het zal je huisdier maar zijn.’
Stiekem vindt Opa Saar wel lief, want mevrouw Konijn staat kwispelstaartend naast Rosa om Opa bij binnenkomst te begroeten.

Zocht plekje midden in de polder want het was weer zo ver.
Jas omhoog, vest en T-shirt ook. Ha, daar waren knoop en rits van m’n spijkerbroek.
Pssssssssssssssst.
Klaar.
Daarna alles weer ophijsen.
Dacht ik klaar te zijn, bolde jas vreemd op. Was geen gezicht. Alles weer omhoog. Bleken franjes van vest in m’n spijkerbroek te zitten. Ik rukte en trok…
‘Hebbie de kouwe pies?’ hoorde ik vrouwenstem vragen. Keek in gezicht van  Verschrikkelijke Sneeuwvrouw. Haar strak getrokken capuchon, jas, skibroek en laarzen waren volledig besneeuwd. Ze was in prettige gezelschap van twee labradors.
Mijn schaamte kende grenzen: met Roos’ Laplandmuts was ik zo goed als onherkenbaar.
‘Ik heb hier ook m’n vaste plekjes, hoor,’ sprak ze geruststellend.
Sneeuwvrouw bleek veel minder verschrikkelijk dan ik dacht.