Paardenkracht

Vandaag ging hij zich uitsloven voor de vrouw met wie hij ging trouwen. Zij wist nog niet dat hij voor haar de ideale partij was, maar dat was slechts een detail. Ze spraken elkaar regelmatig – of nou ja, eerlijk gezegd eerder toevalligerwijs – maar hij wilde haar nu eenmaal hebben, bezitten, en de zijne maken, en als een man iets wilde, moest een man zorgen dat hij het kreeg. Het enige wat hij hoefde te doen was te leren paardrijden en dat zag er héél simpel uit.

Toen hij eenmaal voor het paard stond, viel het ‘m tegen, want dat beest bleek vrij groot. Hadden ze geen korter model? Afijn, een vent een vent. Hij wachtte tot het paard door zijn knieen zakte om er bovenop te kunnen gaan zitten, maar dat bleek de volgende tegenvaller: het paard bleef staan. Hij moest een voet in de stijgbeugel zetten – ‘nee, nee, we stappen altijd aan de linkerkant op!’ – het zadel vastpakken, en zijn been over de paardenrug zwieren. Nou ja, zwieren…maar goed toen hij zat, kon wat hem betreft de privéles beginnen.

In stap – een gewoon mens noemt zoiets lopen – ging het uitstekend. Hij hoorde termen als “van hand veranderen” en een “grote volte maken”, maar die besloot hij te negeren. Toen mocht hij in draf. Of hij dat zag zitten, vroeg het meisje. Hoezo, hij zat toch al? Ineens moest hij van alles tegelijk doen: klakken met zijn tong – ja hallo! – het paard aansporen met zijn hakken, en een tik geven met de zweep.

In een keer begon dat beest te hollen! Het meisje riep dat hij moest “lichtrijden”, iets van staan zit, staan zit, op de stijgbeugels. Nog een geluk dat hij een snelle leerling was en alles vlug onder de knie kreeg, maar mensenkinderen, wat bonkte dat paardenlijf onder zijn kruis, was dat normaal? Hij ergerde zich aan het gecommandeer van dat kind, dat hij weer van hand moest veranderen. Had hij niet twee handen op exact de goeie plek? Hij zweette hij zich rot en alsof dat nog niet voldoende was begon zijn bilnaad te schuren.

Zomaar ineens, van de ene op de andere tel, stond het paard stil. Zo abrupt dat hij uit het zadel gleed, en tussen het paard en de grond in bleef hangen. Het meisje kwam op hem toegesneld en zei dat het paard gestopt was omdat hij onverwacht een ruk aan de teugels had gegeven. Maar dat had hij helemaal niet gedaan! Die knol leidde gewoon een eigen leven. Moest het soms nog afgericht worden? Immens genant vond hij het om geholpen te worden met afstappen. Toen hij eenmaal op de grond stond, moest hij er van dat paardenkind direct weer opstappen. Ja zeg, wie gaf hier de orders?

Het mocht dan de grootste hobby van zijn aanstaande zijn – want zo was hij haar voor ’t gemak al gaan noemen –  na een half uur later wist hij het zeker: voor paardrijden was hij niet in het zadel gelegd. Meteen kreeg wel hij een nieuw idee waarmee hij ook indruk zou maken. Ze zwichtte vast voor een man die een groot huis met een ruime stal voor haar zooitje eigen paarden kon kopen. Hij wist ook al hoe hij dat geld kon vergaren: hij zou zich gaan toeleggen op de beleggersmarkt. Voor iemand met zijn potentie, wilskracht en doorzettingsvermogen moest dat een makkie zijn. Fluitend reed hij op de brommer naar huis. Onderweg zou hij het Financieel Dagblad, en de Telegraaf voor de beursnoteringen kopen. Geld stonk tenminste niet, wat je van paarden niet kon zeggen.

 Een kort verhaal, puur fictief. Mocht iemand zich in de laatste alinea aangesproken voelen, dan berust dat op louter toeval  😉  

Voor de gewone man

Stapt van der Schans nou naar binnen? Ja hoor, verrek, het is ‘m! De nare zelfingenomen man die haar ouders tot wanhoop heeft gedreven. Jarenlang stonden ze hun schamele inkomsten af, om hun lening af te betalen, en telkens verhoogde van der Schans tussentijds de rente. Haar ouders konden niet anders dan berusten in hun droeve lot. Haar vader zou zich omdraaien in zijn graf als zij deze klojo fatsoenlijk van dienst zou zijn.

 

De winkel in anti-inbraak apparatuur die Lize met haar man runt, loopt uitstekend. Niet alleen het beste van het beste maar ook betaalbare mogelijkheden voor de gewone man. Je moet altijd open blijven staan voor de gewone man, was haar vaders stokpaardje. Dit is een kans die ze niet mag laten glippen, maar hoe bedenkt ze zo snel een waterdicht plan? Terwijl ze met haar vingers op de balie trommelt, speelt ze ondertussen voor luistervink. Van der Schans wil een  degelijk beveiligingssysteem rondom zijn woning…Die woning kent ze, wie niet in deze omgeving? Geheel vrijstaand, rietgedekt, diverse schuren…

 

In Lizes hoofd beginnen radertjes te draaien. Hoe zou de gewone man het willen? Op hetzelfde moment dat ze zich de vraag stelt, weet ze het antwoord. Zo simpel! Onmiddellijk loopt ze naar achteren en belt haar broer die aan een half woord genoeg heeft. Hij schat het aantal kubs in en berekent de kosten. Met veel plezier zal hij dit klusje op zich nemen. ‘Spreek voor een vrijdagmiddag laat af,’ adviseert hij, ‘dan heeft hij er het hele weekend plezier van.’ Ze gniffelen.

 

Met een smoes stuurt Lize haar medewerker naar achteren en helpt zelf van der Schans verder. ‘Wat ik zojuist al zei…ik wil dus het meest simpele systeem, geen gedoe met alarm op ramen en deuren; mijn vrouw vindt dat te ingewikkeld. Gewoon een waarschuwing die indringers op anderhalve meter afstand van mijn eigendommen houdt.’  Lize beheerst zich om niet vals te lachen: zijn wensen passen precies binnen haar steengoeie plan. Ze stelt een simpele overeenkomst op.
‘Hoe gaat het met betalen?’vraagt de klant.  
‘De ene helft vooruit, de andere helft na levering.’ Die tweede helft zal ze nooit krijgen, maar dat hoeft niet, want de aanbetaling dekt de gehele lading. Inwendig gloeit ze van triomf.
‘Vrijdag aan het eind van de middag,’ stelt ze voor?
Ze hebben een deal.    

 

Vrijdag vier uur. Een truck arriveert bij van der Schans’ huis. Brutaal draait de bestuurder het erf op, rijdt  een rondje om de luxe woning en verdeelt de inhoud met een donderend geraas rond het huis.  Hortensia’s, buxussen en rozen die binnen de anderhalve metergrens staan, worden door de zware wielen resoluut verpletterd en onder de lading bedolven. Voordat de bewoners er erg in hebben, is de klus geklaard. En hoe! Rond het huis ligt een dikke laag grind. Het beste alarm aller tijden.
Voor de gewone man.

 

Noordsingel

Griekenland mag dan zo goed als failliet zijn, daar kon deze aantrekkelijke Griek tegenover haar niets aan doen. Sterker nog: hij had er ook last van.
Ze zaten ieder aan hun vierde glaasje ouzo en ze wist waar dit op uit kon draaien. Of alleen in een taxi terug naar haar hotel, of vannacht bij hem gaan slapen. Nou ja, slapen…als daar nog tijd voor overbleef.

Ze vond hem onaards knap. Donker haar, een baard van twee dagen en ogen diepblauw als de Middellandse Zee. Hij hoefde er maar mee te knipperen en ze sprong erin. Wat maakte het ook uit? Liefde is van alle landen en leeftijden.

Hij vond het interessant dat zij in Rotterdam woonde; zijn broer woonde daar namelijk ook. Aan de Noordsingel. Kende zij die straat toevallig?
Het had niet veel gescheeld of ze was in lachen uitgebarsten. Net op tijd wist ze zichzelf in bedwang te houden.
Hij vertelde dat zijn broer in een appartement met een aantal anderen woonde, en dat kost en inwoning was geregeld. Aan een baan dacht zijn broer voorlopig niet. Zij zat in dubio of ze naar het huisnummer zou vragen.

Na het vierde glaasje hield zij het voor gezien. Tenslotte wilde ze wel bij kennis blijven bij wat ze vannacht allemaal gingen doen, want ja, uiteraard ging ze met hem mee.
De nachten met hem waren geweldig, maar na twee nachten vuurwerk waren ze beiden hard toe aan nachtrust. Smeltend van geluk was ze op zijn harige borst snurkend in slaap gevallen. Dat vond hij niet erg, zei hij.

Kon het maar eeuwig duren.
Helaas kwam haar vertrekdatum met rasse schreden in dichterbij. Dat werd huilen bij het afscheid, wist ze. Zouden ze elkaar ooit weerzien?
Hij gaf haar een brief mee voor zijn broer en een doosje met Griekse delicatessen. Ze beloofde het persoonlijk aan zijn broer te overhandigen.

Ze namen afscheid in de vertrekhal. Op de vliegtuigtrap draaide ze zich nog een laatste keer om en blies hem kushandjes toe. Toen stapte ze het vliegtuig in en zocht een plaatsje.
Ze was benieuwd of zijn broer veel op hem zou lijken. Zou hij net zulke blauwe ogen hebben?
Over drie dagen wist ze het, want dan ging ze weer aan het werk op de Noordsingel. Ze wist nu al meer van zijn broer dan
haar ex-geliefde zelf. Noordsingel 115 is namelijk het exacte adres van de penitentiaire inrichting.