Niet parkeren

Doorgaans wordt hier op een fluistertoon gesproken maar nu luidruchtig gekakeld en gegiecheld.
Ik hoor het wel maar registreer het niet. Ik sta te iene-miene-mutten welk boek van James Rollins ik wil lenen. Ik schiet pas wakker als iemand zegt: “Het zal je auto maar zijn.”
Het zal je auto maar zijn…echoot het in mijn hoofd.
De laatste keer dat ik dat hoorde, was na een domme niet zo heel snuggere actie van mij.
Verontrust kijk ik op: zes bezoekers en het voltallige personeel klontert samen op een kluitje voor het brede raam van de bieb.

Ik loop in hun richting. ‘Mis ik iets?’ vraag ik.
De lach van een bieb-dame vult de hoge ruimte. ‘Onze buurman van de overkant wil de auto uit zijn garage rijden, maar dat gaat niet, want er staat een geparkeerde auto voor. Het is elke week hetzelfde liedje en dan komt-ie op hoge poten naar ons. Hij denkt altijd dat het een klant van ons is die zijn garage blokkeert.’ Ze schatert alsof ze de man heel dom vindt.

Ik ken ook een heel dom iemand die rustig haar auto voor een garage met een Niet Parkeren-bordje parkeert.
Stel dat het mijn auto is 😯  Ik heb haar zo kunstig achteruit in een klein gat gewrongen dat ik alleen daar oog voor had.
In gedachten zie ik mezelf naar buiten hollen. De ogen van de biebmensen in mijn rug en een pisnijdige man aan de overkant. En ik die ‘sorry, sorry…’ prevelt, en met een afgewend tomaatrood hoofd niet weet hoe snel ik me uit de wielen moet maken.

Niet gerust op de uitkomst, wurm ik me met een stapel boeken in mijn armen tussen de kijkers voor het raam. Buiten, een meter of tien naar links, staan zes mannen op de stoep. Ik herken de man die met een grimmig gezicht mij bij de ingang omver wilde lopen. Stoom kwam uit zijn oren. Met een luide bonk liet hij de glasdeur achter zich dichtvallen. Ik sloeg geen acht op hem.
Dat is nu wel anders.

Op vijf garagedeuren aan de overkant prijken Niet Parkeren- bordjes.
Ik tel vijf auto’s aan de wegkant: twee rode, een blauwe en twee grijze.
De blauwe is van mij…
Laat ze nou precies goed staan!
‘Hoe dom kun je zijn, hè?’ zeg ik opgelucht maar met zweethanden en rammelende hartkleppen tegen de gluurders in de bieb.
Goedkeurend gemompel valt mij ten deel.

Schone schijn

‘Je ziet er goed uit,’ kirt Emerenske.
Zo voel ik me ook. Aan de buitenkant. Ik ben onzichtbaar ziek, om de term van Karin maar eens te gebruiken. Als ik van iemand nog moeer word dan ik al ben, komt dat wel door Emerenske.
Haar woorden vallen als een waterval. Emerenske oreert en ik luister. Iets terugzeggen is overbodig. Ze vertelt wat ze heeft gekocht, waar en wat het wel niet kostte…over de bouw van hun tweede huis in Portugal…

Emerenske probeert me voortdurend te strikken voor theekransjes. Ik haat theekransjes! Ik heb de situatie uitgelegd en vriendelijk doch dringend geweigerd, maar met nee neemt ze geen genoegen. Dat mens zuigt mijn hele energievoorraad in vijf seconden leeg. Onafgebroken ratelt ze door. Dáár zou Geert W. eens stickers voor moeten maken, produceert de bedrijfshyena ook eens iets nuttigs.

Kan het niet onverwacht gaan regenen? Daar kan E’s coiffure ab-so-luut niet tegen. Maar met regenbuien is het net als met de pont: als je ‘m nodig hebt, ligt-ie er niet.
‘De vrouw van de dokter komt ook,’ zegt E. ter promotie van haar theeclubje. Met glim-ogen, want ze vindt het een prestatie dat ze omgang met een doktersvrouw heeft. Ik zie de opwinding er niet van af.
‘Kun je de voornaam van dat mens nou nog niet onthouden?’ vraag ik brutaal.

Onthutst kijkt Emerenske me aan.
‘Jawel!…Ik dacht…ik dacht…’ Ze valt in stilzwijgen. E. heeft de diepgang van een platvis. Ze denkt dat ik niet weet waarom zij de doktersvrouw niet gewoon bij naam noemt.
Ik ben dat geleuter over interessant doen en theedrinken zo zat, het moet nou definitief afgelopen zijn!

Als een duikelaartje doemt het beeld van Arie op. Ik overweeg de mogelijkheden. Als ik nog vijf minuten naar E’s mitrailleurstem moet luisteren, kan ik de rest van de dag alleen nog maar op de bank zitten.

Sinds lang heb ik Emerenske niet over haar man horen praten. Vroeger wel, maar nadat hij een aantal affaires had gehad en hij een kwartetspel met minnaressen kon vullen, was Aries naam een no-go area. E. kreeg als goedmakertje een Porsche.
Ik vind dat goedkoop. Al zou ik de auto wel één dagje willen lenen om te kijken of-ie op de snelweg harder kan dan de politie.

Een voorzichtige glimlach plooit mijn lippen.
‘Heb je binnenpret?’ snerpt E’s stem.
‘Hoe gaat het met je man?’ vraag ik op de vrouw af.
Stilte.
E. heeft een incubatietijd van enkele minuten.
Dan valt het muntje.
‘Tegen jou praat ik niet meer!’ zegt ze snibbig.
Amen.

Zoenen in het openbaar

‘Mijn zoon is vandaag twee geworden,’ zegt een jongen met een vrolijk gezicht, en hij steekt zijn hand uit naar het winkelmeisje van de Primera.
Weifelend kijkt ze naar de hand. Moet ze die schudden? Ach, waarom ook niet. Ze schenkt hem haar hand, en zodra hij deze beetheeft, laat hij niet meer los, want: ‘Ik wil ook zoenen,’ zegt hij nog vrolijker dan daarnet.
Het winkelmeisje haalt haar schouders op alsof het haar allemaal niet kan schelen en zoent de jongen.
Een man kan ik hem niet noemen; hij heeft amper de baard in de keel. Maar wel al seks gehad. Je maakt het mee tegenwoordig.

Na de felicitaties van het winkelmeisje, loopt de jongen naar de klant vooraan in de rij.
‘U mag mij ook feliciteren!’ zegt hij met een gezicht alsof hij haar een winnend staatslot geeft.
Iedereen is van zijn à propos. Zo’n schoon winkelmeiske zoenen, alla…
De aangesproken dame is dan ook verrast. Aarzelend kijkt ze achterom wat de rij wachtenden ervan vindt, maar schudt dan toch maar de hand van de vader, en geeft gehoor aan de wens om te zoenen.
‘Nou ja!’ zegt een oude dame tegen haar vriendin die voor me in de rij staan. ‘Hij durft wel, hè? Wat doe jij?’
‘Ik wil niet,’ zucht de vriendin, ‘maar ik durf geen nee te zeggen.’
Ik wil het wel voor haar doen, want ik ga natuurlijk niet zoenen. Al was de jongen Brad Pitt in zijn glorietijd.

Moet je weer dwars doen, piept een stemmetje in mijn hoofd.
Dat mag ik toch zeker zelf weten?
Wees voor de verandering eens meegaand, piept de stem verder.
Als ik niet wil zoenen, dan zoen ik niet. Punt.
Daar heeft mijn piepstem niet van terug. Verheugd over deze gedachte wacht ik mijn beurt af.

De jongen geeft de nee-mevrouw een hand en zij geeft hem manmoedig twee zoenen. Als haar vriendin de felicitaties geeft, veegt de nee-mevrouw snel met een kanten zakdoekje haar wangen af. Op datzelfde moment krijg ik een inval. Als ik het slim aanpak, wil de jongen mij niet eens zoenen!

Nu mag ik.

Ik lach naar de jonge vader en adem langzaam en diep uit. Het heeft precies het gewenste resultaat. Zijn neus inhaleert de lucht, en de jongen krijgt daarbij dezelfde gekwelde uitdrukking als Lief vanochtend.
Ook Roos behoefde geen afscheidskus. ‘Nee dank je,’ zei ze, terwijl ze met haar hand wapperde om de knoflooklucht te verspreiden. ‘Het lijkt wel of je een hele streng hebt opgegeten.’

Het zit in de pillen van de orthomoleculair, en ik word gewoon beroerd van mijn eigen lucht.
“Balsem voor lichaam en geest,” staat er op het potje, en: “wel de kwaliteit van knoflook, maar niet de nare reuk.” Smerige leugenaars! Ik heb het potje van het aanrecht gepakt, de onderste keukenla open getrokken en het potje zover mogelijk achterin gekwakt.
Knoflookpillen: ik kan ze van harte aanbevelen. Mocht je nog geen goed voornemen hebben voor dit jaar: het is nog niet te laat. Stuur me een mailtje en ik stuur je de pillen toe. Gratis!

Reactie Award

Heb jij nog nooit van de Reactie-Award gehoord?
Dat klopt! Ik heb ‘m zojuist uitgevonden.
Lezers en reacties maken bloggen tot een feest, ongeacht of de reacties kort, lang, beleefd of in de sfeer van ouwe-jongens-krentenbrood zijn. Eén blogger spant wat mij betreft de kroon: zijn reacties zijn altijd gevat en in dichtvorm.
Deze Award is dan ook voor jou, Lenjef!

Lees hier zijn reactie op: “Schaamluis.”

Luizen

legkippenboeren
kijken er
allicht naar met enorm veel ontzag

want luizen leggen een achttal eitjes per dag
anderen praten er zelden over met een lach

wanneer ze neten vinden
tussen de haren
van hún kind dat dicht naast hen lag

Krab, krab……
Lenjef

Sunshine Award

Máánden geleden stuiterde ik van verbazing van mijn stoel: Narda had me genomineerd voor de Sunshine Award. Een hele eer, maar ik kreeg er ook de zenuwen van. En ik vind het uitsloverig staan om het op m’n blog te zetten. Ooit zou ik er iets mee doen, maar voorlopig besloot ik: zo snel mogelijk vergeten.
Nee zeg, kreeg ik dezelfde nominatie een paar maanden later van Rianne. Meid, dat had je niet moeten doen!
Maar bovenal vind ik het heel lief dat jullie aan me gedacht hebben <3

Narda schrijft blogs die uit het leven gegrepen zijn. Ze geeft de lezer een inkijkje in haar soms treurig bestaan, maar altijd met een traan én een lach. In korte tijd heeft ze een flinke schare volgers opgebouwd.

Rianne schrijft dagelijks over alles wat haar bezighoudt: haar werk, shoppen, afvallen (ze is al twintig kilo kwijt!) en het starten van een sportief leven.

Eén minpunt van deze Award: er zitten regels aan vast. Die zijn als volgt:
1. Show het logo van de Award.
2. Uit je waardering naar de blogger die jou genomineerd heeft.
3. Deel 7 feitjes over jezelf.
4 Nomineer 15 bloggers en een link naar hun site.
5. Contacteer deze bloggers en laat ze weten dat ze zijn genomineerd.

Dan nu geen 7 feiten, nee, ik ga jullie verwennen, het worden er 8:
1. Jullie mogen alles van me weten, behalve mijn postcode.
Wel mijn pincode. Die is: 8956. Graag gedaan!

2. Op de middelbare school (havo-4) heb ik een talentenjacht gewonnen. Ik zong en begeleidde mezelf op de gitaar. Ik won niet omdat ik zo goed was, de rest zong gewoon nóg slechter dan ik. Het winnen heb ik niet aan mijn vader te danken die in de jury zat, want ik kreeg twee negens, twee achten en…van mijn vader een zeven. Bloed kruipt daadwerkelijk waar het niet gaan kan.
Mijn huisgenoten ontraden me overigens met klem thuis te zingen. Zelfs niet onder de douche. Zodoende beperk ik het zingen tot solo-expedities in de auto.

3. Wat deze boerin niet kent eet ze niet. Wat deze boerin wel kent, eet ze óók niet: spruitjes, asperges, kerrie, slakken, mosselen, oesters…

4. Sinds een paar maanden heb ik er een heel trouwe volgster bij. Niet omdat ik zo’n prettig mens ben, maar omdat ik de mevrouw van de catering ben. Ook bij konijnen gaat de liefde door de maag. Als ik de koelkast opendoe, gaat Saartje op haar achterpoten staan en probeert ze in de groentelade te springen. Een hele prestatie als je bedenkt dat onder de koelkast nog een vriezer met drie laden staat.

5. Mijn oma vond vroeger dat ik met een boer moest trouwen, gezien mijn voorliefde voor koeien, paarden, schapen, kippen en honden. Lief is niet bepaald een boer, maar gelukkig houdt-ie wel van dieren. Op zijn bord of bij een ander in huis.

6. Het afgelopen jaar heb ik maar drie keer een gebakje en een paar brokken speculaas op. Lekkers met suiker kan me gestolen worden. Lief en Roos hebben één verbod van mij gehad: géén bitterkoekjes aanschaffen, anders vrees ik dat ik voor de bijl ga.

7. Op de lagere school moest ik eens in de hoek staan, omdat ik zat te kletsen. Die ene keer zat ik net niet te kletsen, wat ik tegen de juf zei. Als straf voor mijn grote mond kreeg ik een klap in mijn gezicht en moest ik op de gang gaan staan. Ik was zwaar beledigd – mijn ouders hadden me nog nooit zo geslagen – en heb m’n jas aangetrokken en ben weggelopen.

8. Toen ik zes was – koolstofdatering – ging ik naar de biebbus die voor school stond. Ik zag een boek waar ik meteen verrukt van was. Het heette: “Het eerste boek van je zus.” En ik wilde altijd al zo graag een zus! Thuis wachtte een teleurstelling. Het boek ging helemaal niet over m’n zus. Ik had de titel verkeerd gelezen, er stond: “Het eerste boek van Jezus.”

En dan de nominatie van 15 bloggers. Dat vind ik er 10 teveel dus geef ik er 5. Houdt je vast en zet er even een gezellig muziekje bij op:

1. Dien schrijft over zowel filosofische als grappige onderwerpen die immer gepaard gaan met de mooiste fotoreportages. Met een duidelijke voorkeur voor twee harige mannen. Gaat dat zien, gaat dat zien! http://klaproosweblog.blogspot.nl/

2. John schrijft dagelijks een afwisselend blog. Hij heeft een duidelijke eigen mening en plaatst bijzondere foto’s. http://red-star.nl/blog/nl

3. Melody houdt van uitdagingen in woord en beeld. Met Plato’s schrijfopdracht WE-300 is ze standaard de eerste die haar bijdrage plaatst. Ze is verslingerd aan muziek en hartstochtelijk fan van Jeans. http://melodymusic.nl/

4. Van Rebelse Huisvrouw ben ik een groot fan. Om haar weekoverzichten lig ik altijd dubbel en voor haar verhalen schuif ik naar het puntje van mijn stoel. Eén nadeel: ze schrijft “maar” 2 x per week. http://www.rebelsehuisvrouw.nl/

5. De volgende nominatie is voor al mijn medebloggers. Prijs jezelf en pak het stokje aan. En houd je niet van stokjes zoals ik dan laat je ’t liggen 😉