Check, check, dubbel check, dát is Lief. Enkele dagen voordat Icesafe failliet ging, had Man het geld van “zijn” bank weggesluisd en elders geparkeerd. Je bent risicoMANager of niet, natuurlijk.
Ook in ’t dagelijks leven laat Joris weinig aan het toeval over. Kleding moet matchen: overhemd, stropdas, broek en sokken.
‘Schat, zal ik de donkerbruine of de middelbruine sokken dragen. Wat vind jij?’ Hoe ik ’t voor elkaar krijg, weet ik niet, maar ik wijs altijd net de verkeerde kleur aan. Gaan we weer huiswaarts na de vakantie? Lief vraagt strijk en zet: ‘Zijn de kledingkasten leeg, dames?’
‘Ja!’
‘Onder het bek gekeken?’
‘Ja-ha!’
‘Niks meer in de wasautomaat?’
‘Nee-hee.’
Je voelt ‘m al zeker? Joris loopt ALLES nog een keer na.
‘Laat ‘m nou maar, mam,’ zei Kind wijs, ‘anders zit ie straks in de auto toch alleen maar te zeuren.’
Zitten we startklaar in de auto, vraagt Kind achteloos: ‘Bij wie heb je de sleutel ingeleverd, pap?’
Lief draait zich om en is even ontoerekeningsvatbaar. De sléutel?
Aaaah…er gaat ‘m een licht op: er zat geen slot op de deur, maar een toegangscode. Leuk geprobeerd!
Nu komt het.
Van de week kwam Joris thuis uit ’t werk. Acht uur ’s avonds, het was al donker. Jas en schoenen trekt hij altijd aan en uit zonder het licht aan te doen. Hij gaat gewoon op de lucht af. Maar deze keer deed ie het licht aan en riep ons. En als hij roept, dan hóllen wij. Onze moeite werd beloond: Lief keek ons aan met het gezicht van Sinterklaas op pakjesavond.
Hij zei: ‘Moeten jullie nou eens kijken.’ Kaarsrecht stond hij tegenover ons. We keken naar zijn hoofd maar zagen niets vreemds. Toen wees Joris met zijn wijsvinger naar beneden.
‘Ik heb vandaag op twee verschillende schoenen gelopen.’
Vol verbazing keken we naar zijn voeten en ja hoor: één bruine, en één zwarte schoen.
‘Hoeveel collega’s hebben dat gezien?’ stamelde ik. Ik zag het maar kon het nog steeds niet geloven.
‘Volgens mij niet één,’ zei Lief losjes.
Kind zakte bijna door haar benen van het lachen. Ik werd overweldigd door een onbeschrijflijk gevoel van blijdschap. Het is een beetje alsof Man nu bij een speciaal genootschap hoort.