Keek op de week (148)
Mais is geoogst. Als kippenvel staan de stoppels op de velden. Daartussen scharrelende duiven en een enkele ooievaar. Kastanjes liggen voor het oprapen. Zwaluwen zijn reeds lang vertrokken en ganzen verzamelen zich in de uiterwaarden. Nog even en ze vliegen gakkend weg naar het zuiden. Krijg daar altijd heimweegevoel van. Maar waarnaar?
Liep rechts op wandelpad in Koeienbos. Een man liep me tegemoet aan linkerkant van de weg. In zijn hand een riem met aan uiteinde Duitse herder.
Tien meter vóór me ging hij aan mijn kant van het onverharde pad lopen.
Mijn gedachten accelereerden.
Wat nu? Links gaan lopen om confrontatie te vermijden? En als hij daarna ook naar links ging, ik weer naar rechts? Ben geen zwabber! Had ik net zo goed in politiek kunnen gaan. Die gedachte sterkte me zo dat ik besloot defensief mijn weg te vervolgen.
Nog acht meter.
Zeven.
Zes.
Oren en staart van herdershond hingen gedwee naar benee, en zijn neus speelde stofzuiger. Geruststellende signalen.
Nog vier meter.
Drie.
Tegenliggers; de gesel van je leven.
Riep zo rechtop mogelijk op snuiter af.
Hij haalde pet van zijn hoofd en zette die weer op. Schatte hem halverwege de twintig, en hij was kleiner dan ik. Op laatste moment vertrok hij naar links.
I hope he falls with his reet in de prikkeldreet.
‘Kijk,’ wees Man, ‘daar heb je nog zo’n halve gare.’ Zijn hand wees naar een wielrenner die met fiets door voordeur in een huis verdween.
Dat is een van de fijnste momenten van thuiskomen: stoep oprijden, over tuinpad naar voordeur scheuren en mezelf met fiets en al binnenlaten.
‘Dat die partners dat allemaal maar goed vinden,’ zei Joris.
‘Misschien staat zijn racefiets wel op de slaapkamer. De mijne komt niet verder dan de woonkamer,’ constateerde ik opgeruimd.
Man zuchtte intens.
Terwijl ik hem nog wel het idee wilde geven dat hij soms de baas is in huis.
Joris ging naar congres in Londen. Had er afschuwelijk veel zin in. Verbleef in H1lton Hotel. Per nacht 370 pond. Exclusief ontbijt. Dat is toch armoe?
‘Het bed was een nachtmerrie,’ klaagde Man.
‘Lag er een erwt onder je matras?’
‘Er zat zo’n diepe kuil in dat ding, het leek wel een hangmat. Trouwens, de hele kamer kon wel een make-over gebruiken. Laatste avond was een verplichte afsluiting in de cocktailbar.’
Nou is Joris halfjaar geleden gestopt met drinken. Zijn alcoholconsumptie liep ook spuigaten uit met driekwart liter per week. Hij mist het voor geen rode wijndruppel.
‘Bar zat stampvol. Twaalf hoog; uitzicht over de stad. Cocktailglazen werden tot rand gevuld met ijsblokjes, pas daarna ging de drank erin. Een cocktail kostte 18 pond! Ik dronk cola light, je had die gezichten moe-hoe-hoe-ten zien,’ schaterde Man. ‘Twee collega’s hadden samen een drankomzet van 220 pond. Succes met declareren!’ Hoofdschuddend vervolgde hij: ‘Je ziet elkaar dagenlang van 08.00 tot 21.00 uur. Waar moet je het nog over hebben? Iedereen keek gezellig op zijn telefoon. Maar…’ zei Man. Het enthousiasme in zijn stem steeg. ‘Dit was mijn laatste vliegreis,’ sprak hij trots. ‘Lijnvluchten over vasteland zijn al standaard vervangen door treinreizen. Met ingang van 2024 geldt dat ook voor reizen overzee.’
Farout with the goat!

Londen – door het glas