Keek op de week (211)

Gaf Joris chocolade medaille met tekst: Kampioen.
Bedankt…eh…lekker. Waarom krijg ik die?’
‘Voor je trouwdag. Dat je het nog steeds volhoudt.’
‘Schat, ik wil alleen getrouwd zijn met jou: een pittige vrouw.’ Daarna schaterde hij zó luid dat ik bedenkingen kreeg.
Edoch, Man zei: ‘Ik heb voor jou ook iets,’ en gaf me twee gele flesjes met zwarte dop.
Twee dagen eerder trof ik bij Hema leeg schap aan. Kreeg direct verlatingsangst voor naaimachineolie. En nu kreeg ik twee flesjes!
‘Jij bent altijd zo’n attente man!’
Glunderend zei Joris: ‘Om je fietsketting mee schoon te maken.’
‘Die van jou natuurlijk ook.’
Hij schaterde: ‘Wanneer…wanneer ik het…hahaha…nederig vraag.’
‘Je zit me te stangen, hè?’
Coulant schaterde Joris ja.
Zag aan zijn gezicht dat hij meer in petto had.
‘Ik had een literfles willen ko-ho-ho-pen…echt waar!…maar ik dacht…dat is te zwaar voor de spiertjes in…je bo-ven-arm.’ Tranen rolden uit zijn ogen.
‘Ik ben er kapot van,’ zei ik droog. ‘Wanneer ik zin heb, zal ik er een keer om lachen.’ Met mijn hand probeerde ik zijn haar door de war te doen.
Joris dook weg: ‘Niet kapotmaken!’ Daarna begon hij te snikken.
Denk dat een jaar erbij wel gaat lukken.
Wandelde over graskade waar Rosa aan lijn moet. Zag busje van handhaving staan en koos alternatieve route. Moest daarvoor drie keer over boomstammen naar overkant van sloot lopen. Stuurde hond vooruit. Maakte tussendoor foto van paddenstoelen.
Na derde droge oversteek stond handhaver midden op pad. Ik deed Rosa vast.
‘Mevrouw, honden moeten hier aan de lijn.’
‘Ja meneer, maar aan de lijn sleurt of duwt ze me van de boomstammen.’
‘Kunt u beter over de graskade lopen.’
‘Daar staat een bus.’
Verwachtte reprimande maar kerel keek naar doorzichtige plastic zak in mijn hand en vroeg luchtig: ‘Is dat afval of heeft u die lege bierblikjes zelf soldaat gemaakt?’
Thuis tikte Joris driftig op telefoon en zei: ‘Dat zou een boete van 140,- euro zijn geweest.
‘Die heb ik niet gekregen, dus wanneer gaan we naar de lunchroom?’
Joris reserveerde meteen.
Droomde dat Joris nieuw huis wilde kopen.
Boerderij met rieten dak en torenspits. Midden in woonkamer stond draaimolen die almaar rondjes hobbelde en muziek produceerde.
Keuken had twee oranje kookeilanden, en in alle vertrekken brandden kroonluchters.
In badkamer speelden twee draaiorgels deuntjes door elkaar. Leek wel gekkenhuis. Alsof ik nog niet kierewiet genoeg van mezelf ben.
Nergens een douche, kraan of bad. ‘Mensen wassen zich tegenwoordig niet meer,’ zei makelaar die kale dwerg was.
Wc was buiten. Die zag er nog het gezelligst uit: blauw, met heel veel boeken.
‘Waarom staan er geen bomen en struiken in tuin?’ vroeg ik.
‘Slecht voor het milieu,’ zei makelaar. ‘Alles moet in originele staat blijven. Huisdieren zijn niet toegestaan.’
Joris’ ogen glinsterden. ‘Zullen we het doen?’
Wat was er mis met hem?
‘Ik wil naar huis, naar Rosa.’
‘Dan kun je naar huis lopen,’ zei Joris.
Kale dwerg werd boos: ‘Mevrouw, dit is geen vrijblijvende rondleiding.’
Trok mijn wandelschoenen aan.
Werd zó blij wakker. Dacht hele dag: wat woon in toch – met normale man en hond – in mooi huis. En wie weet verf ik wc blauw.

Foto: Pixaby







