Keek op de maand (204)
Postbezorger leverde pakket af. Rosa met haar neus ‘zat’ erbij. Ze keek enthousiast naar postman en kwispelstaartte.
‘Ga je met mij mee?’ vroeg kerel.
Sprak streng: ‘Rosa, wat heb ik je geleerd? Níet met vreemde mannen meegaan.’
Bezorger schaterde en liep weg.
Hond keek gedesillusioneerd. Fleurde op toen we langs keuken liepen. Ze likte lippen af: baas, het is etenstijd!
Had wel wat beters te doen. Rende langs hond heen naar laptop en keek naar zwart/witte finishvlag linksboven in beeld van Tour de France. Riep tegen hond: ‘Over 6,8 kilometer krijg je eten.’
Had net foto van hooiwagen gemaakt toen ik bij boerenhoeve hond met langharige vacht in sloot zag staan. Met twee voorpoten hing beest uitgeput op de kant.
Zette fiets tegen boom.
‘Ha vriend, ben jij een beetje moe? Zal ik je assisteren? Een, twee….drie!’
Pakte hond vast bij huidplooien boven voorpoten en hond klom aan wal.
Ik holde weg want wist wat er ging komen.
Hond leek gehele Nieuwkoopse Plas uit vacht te schudden. Onfortuinlijk genoeg passeerde op dat moment een stekkerfietser.
Man kreeg volle laag. Vloekte hardgrondig en riep: ‘Houd die teringhond bij je!’
Liep naar hond, gaf ‘m schouderklap en zei: ‘Goed gedaan, man!’
Liep met Rosa in natuurgebied en moest vreselijk piesen. Liep bosschages in. Sjorde een en ander omlaag. Hurken. Piesen. Klaar. Rits weigerde dienst, evenals knoop. Stond te hannesen. Juist toen ik euvel ontdekte (riem van schoudertasje zat klem halverwege rits – liep bekende langs.
Deed alsof ik Rosa’s bal zocht. Onderwijl proberend met mijn hand openstaande broek te verbergen. ‘Waar is je bal?’ vroeg ik hond. Meestal goede afleidingsmanoeuvre want Rosa kan enorm sullig kijken, doch niet die dag.
Hond keek van mij naar bal die tussen mijn voeten lag. Terwijl ik bukte om bal te pakken, viel zonnebril uit borstzak van bloes.
Kennis schaterde en stak mij aan.
Dacht: wat kan mij het schelen, en liet openstaande broek zien.
Zakten door onze knieën van het lachen.
Muizen vind ik leuke dieren. Er lag eens jong dood muisje op garagevloer. Heb er intens naar gekeken: spits snoetje, snorhaartjes, teennageltjes o zo klein…
Maar ja, ze worden groot en vermenigvuldigen zich als tierelier. Wij hebben muisvriendelijke val aangeschaft: eentje die muis levend vangt, en die laten we dan – als advies werd afstand van VIER kilometer aangegeven – vrij in polder. Althans, dat is doelstelling. Tot nu toe staat het 10 – 0 voor muizen. Ze trippelen er niet in.
‘Verwach-ie regen?’ vroeg onbekende vrouw in polder, met knik naar paraplu in mijn hand. ‘Kijk-ie nie op buienradar?’ liet ze erop volgen.
‘Kijk nooit op buienradar,’ zei ik. Ik raadpleeg lucht en wind.
Vrouw vond me overduidelijk mesjogge. ‘Ik wel!’ riep ze. ‘Altijd! Komend uur blijft het droog,’ verzekerde ze me.
Wenste vrouw nog fijne dag.
Kwartier later regende het katten en koeien.
Zag vrouw van radar aan komen lopen. Kon haar door mijn doorschijnende paraplu goed bekijken. Mens zag er uit alsof ze emmer water over zich heen had gegooid. Merk dat ik emoties steeds beter onder controle krijg: heb niet naar vrouw gewuifd.
Wel stiekem gegniffeld. Je kent me toch?

Nieuwkoop