Afscheidsbriefje

Huilend snijdt hij de uien. Hij doet alles voor haar: het huishouden, de boodschappen, de was… En zij? Zij doet alles voor zichzelf, waaronder vreemdgaan met de man die hij kortgeleden nog zijn beste vriend noemde. En achter zijn rug wordt er gegniffeld. Zijn vochtige ogen vertroebelen zijn blik en hij snijdt zichzelf in de vinger. Dit Is Met Recht De Laatste Druppel! Terwijl hij zijn vinger met een keukenpapiertje dept, staart hij door het raam in de verte…hij moet de eer maar aan zichzelf houden en haar verlaten.

Gewoontegetrouw vult hij tijdens het koken de broodtrommel van zijn vrouw – zijn ex-vrouw  – voor de volgende dag. Hij doet dat steevast met precisie, want ze heeft een glutendieet. Haar collega’s weten dan ook niet beter dan dat zij eigen lunch meeneemt. Het is net als bij Jiskefet, vertelde ze dikwijls, iedereen wil weten wat er in de trommel zit.
Glimlachend vult hij haar doos tot de rand en schrijft er een briefje bij.

Ze is blij dat de vergadering wordt onderbroken, want ze snakt naar iets eetbaars. Verlekkerd licht ze de deksel van haar broodtrommel. Niet begrijpend staart ze naar de inhoud. Dit moet een vergissing zijn: ui- en aardappelschillen, stukken prei, een keukenpapiertje met een bloedvlek, een klokhuis…En een briefje. Haar hand trilt als ze het openvouwt. Twee collega’s lezen met haar mee:

“Wie zich gedraagt als een varken,
zal ook eten als een varken.”

Vuurrood van schaamte sluit ze de trommel.
Het zal nooit meer worden wat het geweest is.

 

Schrijfuitdaging van Aline met als thema: eten.

Inslaan

Dat eeuwige geratel van die zeur. Soms is hij haar ge-oha zo zat dat hij haar het liefst van de trap zou willen smijten. ’s Nachts denkt hij er graag over na wat hij gaat doen als hij van haar verlost is. Wat zou hij dan veel gaan vissen! Niet een paar uurtjes maar de hele dag. Desnoods ook ’s nachts, alleen maar omdat het kan.

 

Ze pakt een harttablet uit het doosje en slikt ‘m weg met wat water. Ze twijfelt of ze er een tweede achteraan zal nemen; het lijkt wel of die pillen niet meer werken. Haar hartklachten zijn zondermeer de schuld van haar man. Dat gezanik over vissen. Vissen is gewoon een excuus van luie mensen om op hun kont te zitten.

 

Vanavond toen ze terug was gekomen van haar kerkbijeenkomst had ze hem hard horen lachen. Binnen had ze direct de tv uitgezet. Weg met die ordinaire speelfilms over seks en de duivel. Zijn glaasje jenever had ze door de gootsteen gespoeld en dát was zijn laatste sigaret voor vandaag! Besefte hij maar dat ze alles voor de redding van zijn ziel deed. Maar nee, in plaats van een bedankje was hij woest geworden, en zonder welterusten te zeggen, langs haar heen gelopen en naar bed gegaan.

 

Hij heeft alle tijd, bedenkt hij tevreden in bed. Stiekem verwisselde hij sinds een week haar harttabletjes met maagzuurremmers. Het kan nooit lang meer duren voor ze erin blijft. Dan kan hij eindelijk een nieuwe levensweg inslaan.   

 

Schrijfuitdaging van Aline: 250 Woorden op Woensdag, met als thema: inslaanOok meedoen? Klik hier

Jantien

Met haar jas scheef dichtgeknoopt, holderdeboldert Jantien de trap af. De vuilniszak die ze met haar meesleept is zwaar, en ploft tree na tree achter haar aan naar beneden. Halverwege de trap stuitert  haar buurmeisje Laura voorbij. Wild wippen haar vlechtjes heen en weer. In het voorbijgaan steekt Laura pinnig haar tong uit.

Zij wel…Al tijden verlangt Jantien vurig naar precies zo’n zelfde felroze bal. Van jaloezie en afgunst gaat haar onderlipje trillen. Het is ook niet eerlijk: haar buurmeisje heeft álles wat Jantien niet heeft. ‘Behalve veel broertjes en luizen,’ zegt Jantientjes moeder altijd opgewekt, ‘dus leen haar eens je muts uit!’ Die muts heeft ze dus ook al. Jantien is zo boos, dat er rode halvemaantjes in haar handpalmen komen te staan.

Watertandend kijkt ze haar buurmeisje na. Oh, als zij zo’n bal zou hebben, zou ze voor jaren gelukkig zijn, maar haar moeder blijft volhouden dat zo’n stuiterding niet goed voor je is; je hersens raken ervan door elkaar geschud. Jantien vindt dat onbelangrijk, met spellen is ze toch al de beste van haar klas.

Zomaar, op de een na laatste tree, krijgt Jantientje zo’n briljant idee dat ze er een nerveus gefladder van in haar maag krijgt. Vliegensvlug kwakt ze de zak in de vuilnisbak, en rent de trap weer op. Binnen pakt ze een vuilniszak uit het gootsteenkastje en holt ermee naar de jongenskamer.

Buiten is het even wennen.
Met een zelfvoldane trek op haar gezicht, zet Jatien de achtervolging op haar buurmeisje in. Ze scheert zo rakelings langs op haar zelfgemaakte skippybal, dat Laura stilvalt van verbazing en haar buurmeisje vol ongeloof nakijkt. De plastic voetballen bewegen wel wat ongemakkelijk heen en weer in de vuilniszak, maar dat doet aan Jantientjes plezier niets af. Integendeel. Ze geniet!

Plato‘s schrijfopdracht WE-300 met als thema: ‘Oplossing’

De rapste renner ooit

Hij was gezegend met een talent en dat koesterde hij. Als jongen had hij in zijn eerste wedstrijd een mixer gewonnen en zijn moeder was verguld geweest. Daarna telde voor hem nog maar één ding en dat was de snelste, állersnelste renner ooit worden. Alleen zo wilde hij herinnerd worden.

Waar zijn ploegmaten bij een trainingsrit in geselende slagregens afhaakten, fietste hij verder, tot hij met soppende schoenen en een hoofd vol snot als een gespikkelde beer voor de voordeur stond. Legitimatie was nog net niet verplicht.
Hij dacht nou eenmaal nooit aan opgeven. Zefls de keer dat hij zijn sleutelbeen gebroken had, trainde hij gewoon ijzerenheinig door op de rollenbank. Wilde je winnen, dan moest je doordouwen, en douwen dát kon hij.

Vanochtend bij de start van de zwaarste wielerkoers op aarde, voelde hij dat deze dag een bijzondere zou worden. Hij was klaar om als eerste de top van het hooggebergte te bereiken, en hij wilde  de snelste in de afdaling te zijn. Beneden lag de finish en hij had er echt alles voor over om daar als eerste aan te komen.
Slechts met uiterste krachtsinspanning had hij het peloton kunnen ontvluchten, en nu stoempte hij slingerend en hijgend, met zijn handen bovenop het stuur en de ketting achter op het grootste blad, haarspeldbocht na haarspeldbocht naar boven. Een cameraman achterop de motor registreerde elke beweging die hij maakte. Terwijl de ijle lucht door zijn longen sneed, wond hij zich vreselijk op over  een zwerm irritante vliegen. Vliegen kunnen niet harder dan vijfentwintig kilometer per uur vliegen; hij kon véél harder, als deze godverlaten berg maar niet zo stijl was. Maar toch: verliezen van een stelletje insecten? Hij jutte zichzelf op: sneller, nog sneller!

 Hij raakte buiten adem en werd er duizelig van. Flauwtjes kon hij de top vlak voor hem zien liggen. Verbeeldde hij het zich of begon de scheiding tussen de weg en de lucht echt te vervagen? Een gevoel van lichte verwarring maakte zich van hem meester. Met zijn voeten vastgeklonken in de pedalen voelde hij zich altijd één met zijn fiets, maar nu begon hij toch te twijfelen. Het leek wel of de wielen loskwamen van de grond en hij had sterk het gevoel dat hij door de lucht scheerde. De wind floot steeds harder om zijn oren. Ondanks de grote hoogte kon hij het water beneden in de rivier zien glinsteren. In een adembenemend tempo kwam het water dichterbij. Hij kreeg er tranen van in zijn ogen. Zo hard als nu was hij nog nooit gegaan. Hij glimlachte en maakte zich op voor een verpletterende indruk.

Schrijfopdracht van Plato,
Het woord voor oktober/november is: bezetenheid.
Wil je ook meedoen, klik dan
hier.