Morning glory

Schrijfopdracht WE-300 van Plato voor de maand september, met als thema: renovatie. 

Nerveus beent hij langs de kade. Nu het moment van vertrek bijna daar is, heeft hij last van koudwatervrees.

Hij heeft alles zorgvuldig voorbereid: afscheid genomen van zijn collega’s, vrienden, ex en  kinderen. De laatsten had hij een niets-aan-de-hand-jeugd willen geven, maar hij is in gebreke gebleven.

Hij stond al jaren niet meer lachend op en na zijn scheiding is zijn wereldbeeld pas goed gekanteld. Dat eenmaal beseffend,  was het alsof hij tegelijkertijd zowel de bodem van de put, als de uitgang had bereikt. Na alle onzekerheid, stress en angst, hunkert hij naar een nieuw begin.

Rigoureus heeft hij besloten dit platte land te verlaten, en zijn baas verzocht een baan bij een dochteronderneming voor hem in New York te regelen. Hij heeft de huur opgezegd, alles ingepakt en zijn bezittingen in de buik van het schip gereden. Hij heeft speciaal deze overtocht geboekt, omdat hij voldoende tijd wil hebben om afscheid van zijn oude leven te nemen. Een vliegtuig gaat te snel.

Hij ruikt in de lucht de naderende herfst. Zijn herinneringen gaan terug naar de boswandelingen met zijn kinderen, de eikels, de kastanjes, hun gelach… Hij duwt de gedachte weg; het is te pijnlijk aan hen te denken.

Kon hij maar een aanwijzing vinden waardoor hij wat meer vertrouwen in zijn nieuwe leven krijgt. Iets waaraan hij zich kan vastklampen als hij over zes weken bij ochtendgloren in New York zal uitstappen. Ongemakkelijk loopt hij naar de ingang van het imposante schip.
Plots valt zijn oog op de naam van de boot. Met trillende handen pakt hij de papieren voor de overtocht en vouwt ze open. In de papieren staat dezelfde naam als op het schip. Hoe is het mogelijk dat hij eroverheen gekeken heeft? Er is niets wat hem op dit moment gelukkiger kan maken.

Scoren

Schrijfopdracht WE-300 van Plato voor de maand juni, met als thema: scoren. 

‘Wat doe je voor werk?’ Die vraag had hij verwacht en hij had lang over het antwoord nagedacht. Na twee mislukte huwelijken wil hij het anders aanpakken. Tuurlijk geeft niemand je garantie op geluk, maar het is een groot verschil in een relatie, of een vrouw voor jou als mens kiest, of voor je baan.

Zijn baan straalt gezag uit. Vrouwen vliegen voor ‘m, en hij ziet hen in gedachten luchtkastelen bouwen. Eenmaal getrouwd zien ze alleen nog de nadelen: onregelmatige werktijden en aantrekkelijke vrouwelijke collega’s.

Hij heeft erover nagedacht een contactadvertentie te plaatsen; hij weet dat er goede matches uit voortkomen, maar liever ontmoet hij vrouwen spontaan. De vrouw die nu tegenover hem zit, ziet er goed uit. Ouder, net als hij, maar je kunt zien dat ze vroeger een schoonheid is geweest.

In de kroeg valt ze niet direct op, maar hij ziet wel dat ze het naar haar zin heeft. Voor de verandering heeft hij niet de eerste stap durven zetten, en heeft zij hem aangesproken.
Hij heeft nooit geweten dat hij goed kan luisteren. Ze vertelt dat ze gescheiden en single is, maar nooit alleen. Op zijn vragende blik moet ze hard lachen, en ze vertelt dat ze een huis vol dieren had. Hij is opgelucht dat er geen andere man in het spel is. Ze is allesbehalve een hoogvlieger; ze houdt juist van basic dingen: lekker met haar handen in de aarde wroeten.

Dus ja, wat doet hij voor werk?
‘Ik eh…ik zit in het transport van aluminium buizen,’ zegt hij. Hij houdt haar ogen goed in de gaten. ‘Ben je vrachtwagenchauffeur?’ vraagt ze belangstellend. Geen spoor van teleurstelling. Dit kan best iets worden, denkt hij verheugd. Binnen korte tijd durft hij het wel eerlijk aan haar te vertellen dat hij heel gewoon piloot is.

Twisten

Schrijfuitdaging WE-300 van Plato voor de maand april/mei, met als opdracht het woord: twisten, wat niet in de tekst genoemd mag worden.

Niets maakt hem gelukkiger dan zijn dochtertje Angela. Daarom steekt het hem dat sommige mensen haar met een zielig gezicht bekijken; alsof ze iets mankeert. Zien ze haar blonde  krullen en engelachtige gezichtje niet dat altijd straalt? Hij doet spelletjes met haar, ze gaan samen naar de kinderboerderij, hij leest haar voor en mama brengt haar naar balletles.

Ze straalt als het weer tijd is om te gaan. In haar roze tutu-pakje vindt hij dat ze eruitziet als een  olifantje. ‘Mijn roze olifantje,’ noemt hij haar plagend. ‘Als je terugkomt van balletles, gaat papa jouw slurfje zoeken.’ Krijsend van voorpret rent ze anderhalf uur later de huiskamer binnen.

Tot een vervangende juf roet in het eten gooit. Het mens is spijkerhard. Ze vindt Angela niet passen in de les, omdat Angela’s lijfje te zwaar is en haar motoriek te stijf. Ja, hun dochtertje heeft de lenigheid van een zak cement. Daarom zit ze toch op les? En je hoeft toch niet de beste te zijn om het naar je zin te hebben. Angela wil er alleen maar een beetje bij horen. De juf is niet te vermurwen.

Zijn vrouw kon praten tot de zon weer opkwam, maar ze realiseerde zich dat een geforceerde deelname niet in het belang van Angela zou zijn. Beiden kwamen in tranen thuis. De een van verdriet; de ander van woede.

Elke dag mag Angela een streep door een kalenderdag zetten. Wachten heeft nog nooit zo lang geduurd.
De eerste les met haar eigen juf is een feest: alle kinderen krijgen beschuit met muisjes te eten en een beker ranja. De rest van de middag draait de juf muziek waarop vrij gedanst mag worden. Iedereen mag zijn eigen zwanendansje opvoeren. Alle kinderen leven zich uit. Oók Angela. Want een handicap mag nooit een beperking zijn.

Kopje koffie

Schrijfopdracht van Plato voor de maand maart met als thema: manipuleren.

Daar zit ze dan op haar bed. Helemaal blij met haar nieuwe outfit… gaat haar afspraakje niet door. Ze schopt haar nieuwe schoenen uit: prachtige rode met metershoge hakken. Uit praktisch oogpunt heeft ze het lopen geoefend met pleisters op haar hielen. Ze vond zichzelf heupwiegend sexy. Haar hand glijdt over haar nieuwe jurk. Het is gewoon zonde om in deze opgedofte toestand thuis te blijven.

Ze laat zich achterover op het bed vallen, en overweegt de mogelijkheden. Alleen naar het feest? Zo sneu… Ze kent wel iemand waar ze graag mee gezien wil worden. Geen conversatiewonder, want zijn IQ is lager dan zijn leeftijd, maar wel een indrukwekkende verschijning. Een nadeel is dat hij een door testosteron aangedreven  man is, die overal een uitnodiging voor bronstig gedrag in ziet. Ze krijgt al zweethanden bij de gedachte.

Onverwacht krijgt ze een goed idee en pakt haar telefoon.
Het kost haar aardig wat overredingskracht maar okeej, hij wil met haar mee naar het feest, en aansluitend mee voor een kop koffie. Wat hem betreft kunnen ze het feest ook overslaan en meteen aan de koffie gaan? Er loopt een rilling over haar rug: als ze het niet dacht.

Het feest is enerverend en ze oogst bewonderende blikken van haar vriendinnen.
Na afloop wordt het spannend.
De aantrekkelijke dude parkeert zijn auto en loopt smachtend achter haar aan naar de voordeur.
‘Ogenblikje,’ zegt ze nadat ze de deur van slot heeft gedraaid. Ze bukt, pakt iets van de mat en duwt het in de handen van haar feestpartner. Bijna verdwaasd maakt hij het doosje open. Zij maakt van de gelegenheid gebruik zich naar binnen te wurmen en de deur genadeloos voor zijn neus dicht te gooien; de bronstige man achterlatend op de stoep, met in zijn handen een kopje gemalen koffie.

Spinnen

Schrijfuitdaging WE-300 september van Plato met als thema: Spinnen.

Hoe erg zijn vrouw het ook vond, hij hield stug vol en rookte iedere dag een sigaar. Buiten op het stoepje. Oók als het regende, want zijn rokertje was zijn laatst overgebleven lolletje. Zijn huwelijk was een onpersoonlijke, koude toestand. Oh, wat zou hij graag weer eens willen gloeien als het puntje van zijn sigaar!

In het begin had hij de overgebleven stompjes tussen de beplanting gepiekt. Dat  was voordat zij hem sommeerde ze stuk voor stuk op te rapen, en hem vervolgens een veger en blik in zijn handen duwde om de as op te ruimen. Zijn opmerking dat de wind het sneller deed, maakte op haar geen enkele indruk. Ze stond erop. Niet op de as helaas.

Ze waren 47 jaar getrouwd en dan doe je iemand niet zo snel meer weg, maar soms, als zij weer aan het tieren was dat zijn kleren naar de rook stonken, en hij aan het dagdromen sloeg met een lekkere bolknakker in zijn mond… Hij zou beginnen met een barbecue voor de hele buurt, en daarna oliebollen gaan bakken en gourmetten binnen in huis. Van de lucht zou hij nog dágenlang plezier hebben. Een vrouw kan ook té schoon zijn; er zijn belangrijker dingen in het leven dan een gestroomlijnd huishouden. Hij snoof verachtelijk.

Het was een sober, maar mooi afscheid geweest.
In plaats van een plak cake bij de koffie had hij tevergeefs gepleit voor een stukje rookworst, en was hij uiteindelijk akkoord gegaan met een bitterkoekje.
Voordat hij de auto instapte, keek hij eens op zijn gemak omhoog: zie de schoorsteen eens roken! Ze hadden het nooit over haar laatste wens gehad, maar hij wist zeker dat zij het met zijn keuze niet eens zou zijn geweest. Hij moest zich beheersen om niet te grijnzen als een aap.