Roos is zestien en de wereld ligt aan haar voeten. Tenminste…als ze haar rijbewijs zou hebben. Dus of ze dat nu direct, meteen, en onmiddellijk even kan gaan halen? Verlangend blikt ze haar vader en mij aan. Wij hollen terstond naar onze laptops om de dichtsbijzijnde rijschool te zoeken.
NOT.
In plaats daarvan trekken we onze wenkbrauwen op.
Nou kijk, vervolgt ze haastig, dat ze niks mag, zullen we haar niet horen zeggen hoor, maar om nou te zeggen dat ze alles mag…
Ik krijg zowat een hartzwakte van nijd, en noem haar uitstapjes en feestjes van de afgelopen tijd op. Maar goed dat ze naar school gaat; kan ze daar tot rust komen.
Puh! Was ze laatst van dat ene feestje niet precies op tijd thuis?
Ja, omdat ik gedreigd had haar te komen hálen, en ik elke feestganger persoonlijk een hand zou hebben gegeven.Roos kan debatteren tot ze een ons weegt, pruilen tot ze erbij neervalt, het antwoord blijft nee.
Met ogen die vuurspuwen kijkt ze me aan. Ze wil het, ze wil het, ze WIL het!
‘Okeej,’ zegt Man onverwacht.
Kind is mijn bestaan vergeten en heeft enkel nog oog en oor voor haar vaders lippen. Ze hang eraan.
Hij kijkt haar aan en zegt: ‘Jij mag in de grote vakantie rijlessen gaan nemen…,’ Kinds ogen worden zo groot als ontbijtbordjes ‘….als…,’ houdt-ie de spanning erin, ‘als……je profielwerkstuk af is.’
Vol ongeloof kijkt ze haar vader aan. Hoe kan hij zó harteloos, koud, onderkoeld en meedogenloos hard zijn?
Is ie soms van lotje? Ze moet minimaal 120 uur tijd aan dat PWS besteden! Haar vader plettert van het ene op het andere moment met een rotknal van zijn sokkel af.
‘Ben je er in de zesde klas vanaf,’ concludeert Man nog nuchter. Roos hoort ‘m al niet meer. Met schuddende vuisten en bijpassende verwensingen loopt ze met veel kabaal en onder het roepen van ‘Kinderarbeid’ de kamer uit. Lief en ik besluiten dat het beter is om hier de rest van haar leven maar geen grappen over te maken.
Sindsdien is het stil aan het rijlesfront.